Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 augustus 2023;
- het gezinsplan over [kind01] , binnengekomen bij de rechtbank op 20 september 2023.
Rechtbank Rotterdam
In de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, [kind01], heeft de kinderrechter op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) had verzocht om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor een jaar, omdat er zorgen waren over zijn ontwikkeling en de onveilige situatie met zijn vader. De moeder van [kind01] voerde verweer tegen dit verzoek, stellende dat de situatie sinds de ondertoezichtstelling niet is verbeterd en dat de vader zich niet aan afspraken houdt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader, ondanks therapie, de gemaakte afspraken niet nakomt en [kind01] onterecht heeft opgezocht, wat heeft geleid tot angst en stress bij het kind.
De kinderrechter oordeelde dat de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling niet zijn vervuld. [kind01] staat al drie jaar onder toezicht en er is geen vooruitgang geboekt in de situatie. De onrust in het leven van de moeder en de angst van [kind01] door het handelen van de vader zijn belangrijke factoren. De kinderrechter concludeerde dat het niet passend is om therapie te starten in een onveilige situatie en dat de moeder in staat is om de veiligheid van [kind01] te waarborgen. Daarom werd het verzoek tot ondertoezichtstelling afgewezen.
De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.