ECLI:NL:RBROT:2023:10279

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
11 oktober 2023
Publicatiedatum
6 november 2023
Zaaknummer
664368
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot ondertoezichtstelling van minderjarige in verband met onveilige situatie en gebrek aan hulpverlening

In de zaak van de ondertoezichtstelling van een minderjarige, [kind01], heeft de kinderrechter op 11 oktober 2023 uitspraak gedaan. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) had verzocht om de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor een jaar, omdat er zorgen waren over zijn ontwikkeling en de onveilige situatie met zijn vader. De moeder van [kind01] voerde verweer tegen dit verzoek, stellende dat de situatie sinds de ondertoezichtstelling niet is verbeterd en dat de vader zich niet aan afspraken houdt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader, ondanks therapie, de gemaakte afspraken niet nakomt en [kind01] onterecht heeft opgezocht, wat heeft geleid tot angst en stress bij het kind.

De kinderrechter oordeelde dat de wettelijke criteria voor een ondertoezichtstelling niet zijn vervuld. [kind01] staat al drie jaar onder toezicht en er is geen vooruitgang geboekt in de situatie. De onrust in het leven van de moeder en de angst van [kind01] door het handelen van de vader zijn belangrijke factoren. De kinderrechter concludeerde dat het niet passend is om therapie te starten in een onveilige situatie en dat de moeder in staat is om de veiligheid van [kind01] te waarborgen. Daarom werd het verzoek tot ondertoezichtstelling afgewezen.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door de kinderrechter, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/664368 / JE RK 23-2023
Datum uitspraak: 11 oktober 2023
Beschikking
in de zaak van
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2014 in [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats01] ,
advocaat: mr. K.J. de Vaan, kantoorhoudende te Amsterdam.
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats02] .

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 24 augustus 2023;
  • het gezinsplan over [kind01] , binnengekomen bij de rechtbank op 20 september 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 11 oktober 2023. Daarbij waren aanwezig:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04] .
1.3.
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De moeder heeft gezag over [kind01] .
2.2.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 5 oktober 2022 [kind01] onder toezicht gesteld tot 14 oktober 2023.

3.Het verzoek

3.1.
De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [kind01] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.De standpunten

4.1.
De GI handhaaft het verzoekt en licht het als volgt toe. Er zijn grote zorgen over de ontwikkeling van [kind01] . Hij heeft last van nachtmerries, trekt zich vaak terug als de GI langs komt en is angstig. Dit is te linken aan de ernstige traumatisering door zijn vader. [kind01] wil al een lange periode geen contact met zijn vader en dit is door de GI gerespecteerd. Eerst is ingezet op behandeling van [kind01] . De vader heeft [kind01] desondanks onverwachts opgezocht in de speeltuin bij het geheime adres van de moeder. Dat is tegen de veiligheidsafspraken in. [kind01] is hierdoor erg ontdaan. De hulpverlening voor [kind01] is nog niet op gang gekomen. [kind01] is aangemeld bij Sensa zorg, maar het is onduidelijk wanneer hij hier terecht kan. Dat de hulpverlening nog niet van de grond komt en de vader gemaakte afspraken niet nakomt, maakt het dat een ondertoezichtstelling nodig is. In reactie op het verweer van de moeder geeft de GI aan dat zij op dit moment inderdaad niet meer kunnen doen dan dit.
4.2.
Door en namens de moeder wordt verweer gevoerd tegen het verzoek. Er loopt al drie jaar een ondertoezichtstelling en er is geen progressie gemaakt. Sinds de oplegging van de ondertoezichtstelling is de situatie slechter geworden. De onverwachtse bezoeken geven zowel [kind01] als moeder veel stress. Bij de onverwachtse bezoeken praat de vader slecht over de moeder en dreigt om [kind01] mee te nemen. De hulpverlening en mogelijk contactherstel tussen de vader en [kind01] op de korte termijn zijn een belemmering. De moeder sluit niet uit dat hulpverlening nodig is, maar het moet op het tempo van [kind01] . In het eindverslag van Speltherapie staat dat [kind01] tot zijn twaalfde levensjaar nodig heeft om tot rust te komen waarna hij kan beginnen aan een vervolgtherapie. Als de GI op bezoek komt, trekt [kind01] in zijn schulp. Ook naar de moeder toe. De ondertoezichtstelling moet afgewezen worden, zodat er meer rust komt in het leven van [kind01] en hij weer kind kan zijn. Daarnaast heeft [kind01] een goede band met de huidige partner van de moeder. Hij is een vaderfiguur voor [kind01] . De moeder geeft aan de hulp die nu nodig is zelf te kunnen geven of te accepteren in het vrijwillige kader. Daarnaast loopt er een verzoek tot contact- en gebied verbod tegen de vader en een hoger beroep voor een omgangsregeling. De moeder heeft de GI niet nodig om haar te beschermen. Deze zaken moeten ook worden afgewacht.

5.De beoordeling

5.1.
Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat niet is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
5.2.
[kind01] staat al drie jaar onder toezicht. De vader en de moeder komen uit een heftige relatie die zich kenmerkte door geweld en onrust. [kind01] is hier ook door geraakt. Afgelopen drie jaar is er geprobeerd om tot contactherstel te komen tussen [kind01] en zijn vader. Stapje voor stapje is bekeken of dit mogelijk was, waarbij uiteindelijk toch is geprobeerd te komen tot minimaal contact door middel van het sturen van kaartjes. Al snel wordt vastgesteld dat sprake was van een trauma. Er is gezocht naar passende hulpverlening. [kind01] heeft Piep zei de muis gevolgd en Speltherapie. Voor vervolghulp is inmiddels een derde aanmelding gedaan. Kinderplein is gestopt, omdat het niet was ingekocht door de gemeente. Fier is te ver weg voor moeder en bij Sensa zorg was een zorgtherapeut gestopt waardoor [kind01] weer op de wachtlijst werd geplaatst. De GI heeft gehandeld in het belang van [kind01] , maar het lukt niet om een volgende stap te zetten.
5.3.
Vader heeft in de tussentijd therapie gevolgd om het contact te herstellen, maar zijn geduld is op. Hij heeft [kind01] tegen de afspraken in opgezocht op het geheime adres van moeder en [kind01] . Daarnaast komt de vader de gemaakte afspraken met de GI niet na. Het leven van de moeder staat op zijn kop door afgelopen gebeurtenissen. De onrust waarin zij zolang heeft geleefd is terug.
5.4.
Er dient rekening gehouden te worden met de veranderde situatie. Door het handelen van de vader heeft [kind01] veel angst en stress opgelopen. Het is niet passend om therapie te starten als er sprake is van een onrustige situatie. Een traumabehandeling moet starten op het moment dat er stabiliteit is in het leven van [kind01] . Dat is er nu niet. De behandeling is momenteel geen reëel doel om na te steven. Het contactherstel met de vader is op dit moment ook geen haalbaar doel en niet in het belang van [kind01] . Moeder is zelf in staat de veiligheid voor [kind01] te waarborgen. De meerwaarde van de ondertoezichtstelling komt daarmee te vervallen. De kinderrechter wijst het verzoek van de ondertoezichtstelling af.

6.De beslissing

De kinderrechter:
6.1.
wijst het verzoek af.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 11 oktober 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. M.I.M Verschoor als griffier, en op schrift gesteld op 26 oktober.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.