Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 12 oktober 2023, met producties 1 tot en met 14 en de aanvullende overgelegde producties 15 en 16
- de bij brief van 18 oktober 2023 overgelegde producties 1 en 2 van de man
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 9 november 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die eerder met elkaar gehuwd waren. De vrouw vorderde dat de man zou meewerken aan de overdracht van zijn aandeel in de echtelijke woning, die aan haar was toebedeeld in een eerdere verdelingsbeschikking. De rechtbank oordeelde dat de vrouw een zwaarwegender belang heeft bij de overdracht van de woning dan de man, die zijn medewerking weigerde in afwachting van een hoger beroep tegen de verdelingsbeschikking. De rechtbank stelde vast dat de vrouw voldoende spoedeisend belang had bij de overdracht, aangezien zij met de kinderen in de woning verbleef en de man zijn rechten had verwerkt door niet tijdig bezwaar te maken tegen de voorgestelde makelaars voor de taxatie van de woning. De man werd veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis mee te werken aan de overdracht, op straffe van een dwangsom. De vordering van de vrouw om de man te veroordelen tot nakoming van andere onderdelen van de echtscheidingsbeschikking werd afgewezen, omdat deze onvoldoende concreet was. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zoals gebruikelijk in dergelijke zaken.