Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De beoordeling daarvan
3.De beslissing
dinsdag 2 januari 2024 om 11:30 uurwaarvoor [verzoekster] Woonstad met een exploot moet oproepen;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 10 november 2023 een beschikking gegeven in een huurgeschil tussen een verzoekster en Stichting Woonstad Rotterdam. De verzoekster, die zelf procedeert, heeft een brief ingediend waarin zij stelt dat er lekkage is in haar badkamer en/of toilet, en dat Woonstad dit gebrek tot op heden niet heeft hersteld. In haar brief heeft de verzoekster aangegeven dat zij de huurbetalingen heeft opgeschort totdat alle gebreken zijn hersteld. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat de verzoekster niet op de juiste wijze heeft geprocedeerd, aangezien zij een brief heeft gebruikt in plaats van een dagvaarding om haar vorderingen te onderbouwen.
De kantonrechter heeft de verzoekster de gelegenheid gegeven om Woonstad alsnog met een dagvaarding door de deurwaarder op te roepen, conform artikel 45 en artikel 111 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Tevens is de procedure omgezet naar een dagvaardingsprocedure, waarbij de verzoekster haar stellingen kan aanpassen aan de regels die voor deze procedure gelden. De kantonrechter heeft de verzoekster geadviseerd om juridisch advies in te winnen, bijvoorbeeld bij het Juridisch Loket.
De beslissing van de kantonrechter houdt in dat als er op de datum van de volgende zitting, 2 januari 2024, geen oproepingsexploot van de verzoekster is ontvangen, zij niet-ontvankelijk zal worden verklaard in haar verzoek. Dit betekent dat de zaak niet inhoudelijk door de kantonrechter zal worden behandeld. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. W.J.J. Wetzels.