Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 29 september 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord, met producties;
- de aanvullende producties van Techlantic c.s.;
- de aanvullende productie van VW;
- de behandeling tijdens de zitting van 12 oktober 2023;
- de pleitaantekeningen namens beide partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Class). Er is ook geen dreiging van een inbreuk op dit punt, omdat Techlantic c.s. niet van plan zijn de auto’s in de EU in de handel te brengen en dit ook schriftelijk hebben bevestigd. Subsidiair geldt dat een mogelijke inbreuk zodanig gering is geweest dat de in artikel 2.22 lid 1 BVIE bedoelde belangenafweging in het voordeel van Techlantic c.s. moet uitpakken.
Class-arrest in de eerste plaats dat VW zich als merkhouder niet tegen de enkele binnenkomst in de EU kan verzetten. In de tweede plaats volgt uit dat arrest dat dit verzet wel mogelijk is indien de auto’s worden aangeboden of verkocht en de omstandigheden van het geval noodzakelijkerwijs impliceren dat zij in de EU in de handel worden gebracht. De stelplicht en bewijslast voor het aannemen van dergelijke omstandigheden liggen bij VW als merkhouder.
Class-arrest. Uit de door VW in het geding gebrachte stukken volgt dat de aanbiedingen door Autocavy steeds gepaard gingen met de mededeling dat de auto’s geleverd kunnen worden met de voldoening van invoerrechten en met Duitse registratie. Dit wijst op (een aanbod tot) verkoop bestemd voor gebruik in de Europese markt. Niet overtuigend acht de voorzieningenrechter in dit verband de stelling van Techlantic c.s. dat deze mededeling niet meer zou zijn dan een eventueel te leveren “extra service” voor de koper en dat Autocavy “logistiek en financieel” niet in staat zou zijn daadwerkelijk die Duitse registratie te verzorgen. Uit de overgelegde stukken volgt immers dat Autocavy in elk geval op 25 mei 2023 al concreet bezig was met de “customs clearance + German registration of 6 units of ID6.” Ook volgt uit die stukken dat Autocavy al had gezorgd voor de aanschaf van Europese adapters voor de opladers van de auto’s. Deze en overige uit de stukken blijkende omstandigheden rechtvaardigen op het eerste gezicht de conclusie dat aan het noodzakelijkheidsvereiste uit het
Class-arrest is voldaan. Voor zover Techlantic c.s. zouden willen betogen dat het bij die omstandigheden steeds slechts gaat om handelingen van Autocavy, verwerpt de voorzieningenrechter dat standpunt. Techlantic c.s. en Autocavy hebben vanaf december 2022 zeer nauw met elkaar samengewerkt, ook wat betreft de pogingen om de auto’s in Europa te verkopen. Aangenomen moet worden dat (in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat) het handelen van Autocavy mede aan Techlantic c.s. moet worden toegerekend.