In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een huwelijk dat in Iran is gesloten, heeft de eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Hashem Jawaheri, een vordering ingesteld tegen de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. H.J. Naber. De eiseres eist de betaling van een bruidsgave, zoals vastgelegd in het huwelijkscontract, dat veertien Iraanse Bahar-e-Azadi gouden munten of een equivalent van € 7.093,80 omvat. De gedaagde stelt echter dat er een regeling is getroffen waarbij hij slechts € 5.000,00 aan de eiseres hoeft te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2023 werd duidelijk dat de eiseres eerder akkoord was gegaan met deze regeling, maar nu terugkomt op haar akkoord. De kantonrechter oordeelt dat de eiseres haar eerder gegeven akkoord niet kan terugnemen en dat de regeling tussen partijen bindend is. De rechter veroordeelt de gedaagde om het bedrag van € 5.000,00 aan de eiseres te betalen, en compenseert de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet betalen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.