ECLI:NL:RBROT:2023:10606

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 november 2023
Publicatiedatum
13 november 2023
Zaaknummer
10628110
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huwelijk en scheiding met betrekking tot bruidsgave en regeling tussen partijen

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een huwelijk dat in Iran is gesloten, heeft de eiseres, vertegenwoordigd door mr. A. Hashem Jawaheri, een vordering ingesteld tegen de gedaagde, vertegenwoordigd door mr. H.J. Naber. De eiseres eist de betaling van een bruidsgave, zoals vastgelegd in het huwelijkscontract, dat veertien Iraanse Bahar-e-Azadi gouden munten of een equivalent van € 7.093,80 omvat. De gedaagde stelt echter dat er een regeling is getroffen waarbij hij slechts € 5.000,00 aan de eiseres hoeft te betalen. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2023 werd duidelijk dat de eiseres eerder akkoord was gegaan met deze regeling, maar nu terugkomt op haar akkoord. De kantonrechter oordeelt dat de eiseres haar eerder gegeven akkoord niet kan terugnemen en dat de regeling tussen partijen bindend is. De rechter veroordeelt de gedaagde om het bedrag van € 5.000,00 aan de eiseres te betalen, en compenseert de proceskosten, zodat beide partijen hun eigen kosten dragen. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde onmiddellijk moet betalen, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Dordrecht
zaaknummer: 10628110 CV EXPL 23-2818
datum uitspraak: 16 november 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
[eiseres01],
met een geheim adres in Nederland,
eiseres,
gemachtigde: mr. A. Hashem Jawaheri,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
gemachtigde: mr. H.J. Naber.
De partijen worden hierna ‘ [eiseres01] ’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 13 juli 2023, met vijf bijlagen;
  • het antwoord, met twee bijlagen;
  • het e-mailbericht van [gedaagde01] van 2 oktober 2023 met bijlage drie.
1.2.
Op 16 oktober 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren aanwezig:
  • mr. Hashem Jawaheri namens [eiseres01] ;
  • [gedaagde01] met mr. Naber.

2.De beoordeling

Samenvatting en conclusie
[eiseres01] en [gedaagde01] zijn op [datum01] getrouwd in Iran. Inmiddels is de scheiding uitgesproken door de rechter in Nederland. [eiseres01] wil dat [gedaagde01] haar de bruidsgave geeft die is afgesproken in het huwelijkscontract: veertien Iraanse Bahar-e-Azadi gouden munten zoals in dat contract gespecificeerd of een equivalent daarvan in euro’s (€ 7.093,80). [gedaagde01] stelt primair dat partijen over deze kwestie een regeling hebben getroffen. Die afspraak geldt tussen partijen. Op basis daarvan moet [gedaagde01] € 5.000,00 aan [eiseres01] betalen. Hierna wordt uitgelegd waarom.
Akkoord met voorstel regeling
2.1.
Uit het e-mailbericht van 29 augustus 2023 van (de gemachtigde van) [eiseres01] blijkt dat zij akkoord is met het voorstel dat [gedaagde01] haar diezelfde dag had gedaan. Zij voegt daar in dat e-mailbericht het volgende aan toe:
‘Daarbij is het van belang dat de procedure niet wordt ingetrokken, maar dat we de rechtbank verzoeken om een vonnis waarin partijen worden veroordeeld tot nakoming van de vaststellingsovereenkomst die wordt aangehecht aan het vonnis.’
[eiseres01] stelt zich in deze procedure op het standpunt dat van een overeenkomst of regeling geen sprake is. Waarop zij dit standpunt baseert, is echter niet duidelijk. Tijdens de zitting heeft de gemachtigde van [eiseres01] over dit onderwerp verklaard dat het ‘verstandig is om vonnis te wijzen’, maar dat is aan de kantonrechter om te beoordelen. Als [eiseres01] bij nader indien liever geen regeling had willen treffen, maar de kantonrechter had willen laten beslissen over de geschilpunten die tussen partijen speelden, dan is dat nu te laat. Die motivering rechtvaardigt niet dat zij haar eerder gegeven akkoord terugneemt.
Inhoud regeling € 5.000,00
2.2.
Weliswaar is de tekst van het voorstel van [gedaagde01] in de versie die de kantonrechter heeft ontvangen ‘zwart gemaakt’, maar op de zitting is door [gedaagde01] verklaard dat het ging om een voorstel om € 5.000,00 te betalen. Dit is door [eiseres01] niet betwist, zodat daarvan zal worden uitgegaan. Overigens heeft het onleesbaar maken van de inhoud van de regeling plaatsgevonden op verzoek van [eiseres01] .
2.3.
Omdat de nadere afspraak tussen partijen geldt, kan [eiseres01] niet in deze procedure alsnog in afwijking daarvan aanspraak maken op een hoger bedrag. De rechter begrijpt dat de voorwaarde die [eiseres01] verder in haar e-mailbericht van 29 augustus 2023 had gesteld, zo moet worden uitgelegd dat [gedaagde01] in een vonnis moest worden veroordeeld om de vaststellingsovereenkomst na te komen. De kernverplichting uit de regeling is dat [gedaagde01] € 5.000,00 aan [eiseres01] moet betalen. Met de onderhavige uitspraak is aan die voorwaarde voldaan.
Proceskosten
2.4.
De kantonrechter compenseert de proceskosten (artikel 237 Rv). Dat betekent dat beide partijen de eigen kosten dragen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan [eiseres01] te betalen een bedrag van € 5.000,00;
3.2.
bepaalt dat beide partijen de eigen kosten dragen;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
703