4.3.Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en geen verweer is gevoerd dat strekt tot vrijspraak. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 ten laste gelegde heeft begaan.
In bijlage III heeft de rechtbank de inhoud van wettige bewijsmiddelen opgenomen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Op grond daarvan, en op grond van de redengevende inhoud van het voorgaande, is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 2 primair ten laste gelegde heeft begaan.
De verdachte heeft de bewezen verklaarde feiten op die wijze begaan dat:
1
hij op 9 juli 2023 te Rotterdam,
een wapen als bedoeld in artikel 2 lid 1 categorie III onder 1 van de Wet wapens en
munitie, te weten een vuurwapen in de zin van artikel 1, onder 3 van die wet in de
vorm van een pistool met kaliber 9 mm en
(voor dat vuurwapen geschikte) munitie in de zin van artikel 1 onder 4º van de Wet
wapens en munitie als bedoeld in artikel 2 lid 2 van die wet, van de categorie III, te
weten kogelpatronen, kaliber 9 mm, voorhanden heeft gehad;
2
hij in de periode van 08 mei 2023 tot en met 09 juli 2023 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met anderen ter voorbereiding van het misdrijf waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van acht jaren
of meer is gesteld, te weten het opzettelijk teweeg brengen van een ontploffing,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen en/of levensgevaar of gevaar voor
zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is (als omschreven in artikel 157
Wetboek van Strafrecht),
opzettelijk voorwerpen,
te weten
- een mobiele telefoon om via Telegram te communiceren met anderen over de
aankoop van handgranaten en
- een geldbedrag om een handgranaat te kopen en
- personenauto‘s om een
handgranaat te vervoeren,
bestemd tot het begaan van dat misdrijf, heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad
( art 46 lid 1 Wetboek van Strafrecht )
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.