Op 2 november 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van seksueel binnendringen en ontuchtige handelingen met zijn halfzus. De rechtbank sprak de verdachte vrij van het seksueel binnendringen, omdat dit niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. Echter, de verdachte werd wel veroordeeld voor het verrichten van ontuchtige handelingen met zijn halfzus, die op het moment van de feiten nog geen zestien jaar oud was. De rechtbank legde een taakstraf op van 180 uur, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis indien de taakstraf niet naar behoren wordt uitgevoerd.
Tijdens de zitting op 19 oktober 2023 werd de tenlastelegging besproken, waarbij de officier van justitie vrijspraak voor het eerste feit eiste, maar wel een veroordeling voor het tweede feit. De verdediging voerde aan dat er onvoldoende bewijs was voor een veroordeling, maar de rechtbank oordeelde dat de verklaringen van het slachtoffer, ondanks enige tegenstrijdigheden, voldoende betrouwbaar waren. De rechtbank concludeerde dat de verdachte ontuchtige handelingen had gepleegd, zoals het betasten van de borsten en vagina van het slachtoffer.
De rechtbank overwoog dat de verdachte, door zijn handelen, een ernstige inbreuk had gemaakt op de lichamelijke integriteit van het minderjarige slachtoffer. De verdachte was tien jaar ouder dan het slachtoffer en had geen rekening gehouden met de mogelijke psychische gevolgen van zijn daden. De rechtbank hield rekening met eerdere veroordelingen van de verdachte, maar deze betroffen geen soortgelijke feiten. Gezien de ernst van de feiten en de omstandigheden, vond de rechtbank de opgelegde taakstraf passend.