ECLI:NL:RBROT:2023:10649

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 november 2023
Publicatiedatum
15 november 2023
Zaaknummer
10565512 CV EXPL 23-17568
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en onduidelijkheid over hoogte van de huur in huurovereenkomst

In deze zaak heeft Docks 2 Residential Cooperatief U.A. een vordering ingesteld tegen de bewindvoerder van [gedaagde01] wegens huurachterstand. De huurder, [gedaagde01], heeft een woning gehuurd van Docks voor een maandelijkse huurprijs van € 879,41. Docks vordert dat de bewindvoerder wordt veroordeeld om het gehuurde te ontruimen en de huurachterstand te betalen. De bewindvoerder betwist de huurachterstand en stelt dat er onduidelijkheid is over de hoogte ervan. Na een mondelinge behandeling is vastgesteld dat de huurachterstand € 2.633,77 bedraagt, wat door de kantonrechter is toegewezen. De kantonrechter heeft echter de ontbinding van de huurovereenkomst afgewezen, omdat de huurachterstand niet ernstig genoeg was. Daarnaast zijn de gevorderde buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Docks onduidelijkheid heeft geschapen over de huurachterstand. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10565512 CV EXPL 23-17568
datum uitspraak: 3 november 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Docks 2 Residential Cooperatief U.A.,
vestigingsplaats: Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: mr. E.L.B. Hundscheidt,
tegen
[naam bewindvoerder01], in de hoedanigheid van bewindvoerder van
[gedaagde01]wonende in [woonplaats01] ,
vestigingsplaats: [vestigingsplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Docks’ en ‘de bewindvoerder’ genoemd, de onder bewind gestelde wordt aangeduid als ‘ [gedaagde01] ’.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 8 juni 2023, met bijlagen;
  • het antwoord, met bijlagen;
  • de aantekeningen van het mondelinge verweer van 25 juli 2023;
  • de akte van 1 september 2023 van Docks, met bijlagen;
  • de brief van 6 september 2023 van de bewindvoerder;
  • het e-mailbericht van 15 september 2023 van de bewindvoerder;
  • de brief van 5 oktober 2023 van Docks.
1.2.
Op 1 september 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling besproken. Daarbij waren mr. P.A. de Ree (namens de gemachtigde van Docks) en de bewindvoerder aanwezig.

2.De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
[gedaagde01] huurt een woning van Docks voor een maandelijkse huurprijs van op dit moment € 879,41. In deze procedure vordert Docks dat de bewindvoerder in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde01] wordt veroordeeld om het gehuurde te ontruimen, omdat [gedaagde01] een huurachterstand heeft laten ontstaan. Docks vordert verder dat de bewindvoerder wordt veroordeeld om de huurachterstand en de kosten van deze procedure te betalen.
2.2.
De bewindvoerder is het niet eens met de vorderingen. Op 30 december 2020, al voordat het bewind is ingesteld, heeft de bewindvoerder contact opgenomen met de toenmalige verhuurder van [gedaagde01] om de hoogte van de huurschuld te kunnen vaststellen. Toen is alleen vermeld dat de huur over de maand januari 2021 nog betaald moest worden. Op 15 februari 2023 ontving de bewindvoerder toch ineens de melding dat de huur over de periode januari en februari 2023 deels openstond. De huur voor deze maanden had de bewindvoerder echter al betaald. Later bleek dat het ging om een huurachterstand over de maanden november en december 2020. Eerder is nooit aangegeven dat deze huurtermijnen niet waren betaald. De bewindvoerder betwist dan ook dat sprake is van een huurachterstand. Zij vordert dat Docks wordt veroordeeld om de kosten van de procedure te betalen.
Huurachterstand
2.3.
Partijen zijn het er, nadat er na de mondelinge behandeling nog nadere stukken zijn gewisseld, over eens dat de huurachterstand € 2.633,77 bedraagt. De bewindvoerder wordt daarom veroordeeld om dit bedrag aan Docks te betalen.
Ontbinding huurovereenkomst
2.4.
De huurder is verplicht om de huur op tijd te betalen. Dat heeft [gedaagde01] , en later de bewindvoerder, niet gedaan. Daarom vraagt Docks de huurovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter wijst een dergelijke vordering alleen toe als de huurachterstand ernstig genoeg is om de huurovereenkomst te beëindigen. Omdat vaststaat dat de huurachterstand niet meer dan drie maanden bedraagt en/of is gaan bedragen en verder geen omstandigheden zijn aangevoerd op grond waarvan de huurovereenkomst moet worden ontbonden, wordt de geëiste ontbinding van de huurovereenkomst afgewezen.
Buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke rente
2.5.
Gelet op de door Docks geschapen onduidelijkheid over de hoogte van de huurachterstand kan Docks de bewindvoerder niet tegenwerpen dat zij naar aanleiding van de aanmaningen en de dagvaarding eerder niet tot betaling van het nog openstaande bedrag is overgegaan. De door Docks geëiste vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten en verschenen wettelijke rente worden daarom afgewezen. De wettelijke rente wordt toegewezen vanaf de datum van dit vonnis, omdat in ieder geval na dit vonnis voor de bewindvoerder duidelijk moet zijn dat zij het toegewezen bedrag van € 2.633,77 aan Docks moet betalen.
Proceskosten
2.6.
De bewindvoerder krijgt voor het grootste gedeelte ongelijk, omdat de geëiste huurachterstand wordt toegewezen. In beginsel moet zij daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). Gelet op de door Docks geschapen onduidelijkheid over de hoogte van de huurachterstand ziet de kantonrechter echter aanleiding de proceskosten van partijen te compenseren. Dit betekent dat iedere partij de eigen proceskosten betaalt. De kantonrechter komt niet aan de eis van de bewindvoerder tot vergoeding van haar daadwerkelijk gemaakte proceskosten toe, omdat zij niet in het gelijk wordt gesteld.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.7.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt de bewindvoerder, in haar hoedanigheid van bewindvoerder van [gedaagde01] , om aan Docks te betalen € 2.633,77 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dat bedrag vanaf vandaag tot de dag dat volledig is betaald;
3.2.
compenseert de proceskosten van partijen;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. G.A. Vriezen en in het openbaar uitgesproken.
54214