ECLI:NL:RBROT:2023:10784

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
26 oktober 2023
Publicatiedatum
17 november 2023
Zaaknummer
C/10/666174 / KG ZA 23-883
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende machtiging voor verkoop gezamenlijke woning in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 oktober 2023, heeft de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. H.E. Visscher, een kort geding aangespannen tegen de man, die niet is verschenen. De vrouw vordert vervangende toestemming voor de verkoop van de gezamenlijke woning, gelegen aan een specifiek adres in [woonplaats], en machtiging om de woning te gelde te maken. De procedure is gestart met een dagvaarding op 4 oktober 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 20 oktober 2023.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de dagvaarding aan de wettelijke vereisten voldoet, waardoor verstek tegen de man wordt verleend. De vrouw heeft twee overlappende vorderingen ingediend: de eerste betreft de vervangende toestemming voor de verkoop van de woning, en de tweede betreft de machtiging om de woning te gelde te maken. De rechter heeft beide vorderingen toegewezen, met uitzondering van de verzoeken om de eventuele onder- of overwaarde van de woning aan de vrouw toe te kennen, aangezien dit niet mogelijk is in kort geding.

De rechter heeft ook de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen, gezien de relatiecontext van de zaak. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. P. de Bruin op de datum van uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/666174 / KG ZA 23-883
Vonnis in kort geding van 26 oktober 2023
in de zaak van
[naam vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
advocaat mr. H.E. Visscher te Papendrecht,
tegen
[naam man],
volgens de BRP wonende te [woonplaats] , feitelijk zonder bekende woonplaats of bekend werkelijk verblijf binnen Nederland of daarbuiten,
gedaagde,
niet verschenen.
Eiseres wordt hierna “de vrouw” en gedaagde “de man” genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 4 oktober 2023, met producties 1 tot en met 3;
  • de mondelinge behandeling op 20 oktober 2023.

2.De vordering

2.1.
De vrouw vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. haar vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop en levering
van de woning staande en gelegen aan het adres [adres] te ( [postcode] )
[woonplaats] , waarbij de eventuele onder- en overwaarde aan haar toekomt;
II. haar te machtigen tot het te gelde maken van de woning staande en gelegen
aan het adres [adres] te ( [postcode] ) [woonplaats] en te bepalen
dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor het opmaken van de notariële
leveringsakte vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de man
voor eigendomsoverdracht en levering van de woning, waarbij de onder- dan wel
overwaarde aan haar toekomt;
III. veroordeling van de man in de kosten van deze procedure.
3. De beoordeling
3.1.
Bij de dagvaarding zijn de bij de wet voorgeschreven formaliteiten in acht genomen, zodat tegen gedaagde verstek wordt verleend.
3.2.
Onder I vordert de vrouw vervangende toestemming om de woning - kort gezegd - te verkopen. Onder II vordert de vrouw haar te machtigen de woning te gelde te maken. Tussen die vorderingen zit een overlap. Op de zitting heeft de advocaat van de vrouw desgevraagd toegelicht dat de notaris alleen zijn ministerie verleent als beide vorderingen worden toegewezen. Om die reden worden beide vorderingen toegewezen, voor zover hierna niet anders blijkt.
3.3.
In vorderingen I en II vordert de vrouw ook om de eventuele onder- of overwaarde van de woning aan haar te laten toekomen. Daarmee vraagt zij declaratoire beslissingen waarvoor in kort geding geen plaats is. Dat gedeelte van vorderingen I en II wordt daarom afgewezen.
3.4.
De vrouw vordert veroordeling van de man in de proceskosten. Gelet op de (voormalige) relatiecontext van deze zaak, worden de proceskosten gecompenseerd in die zin dat partijen elk de eigen kosten dragen. Gegronde redenen om van die hoofdregel af te wijken zijn gesteld noch aannemelijk geworden.

4.De beslissing

De voorzieningenrechter,
4.1.
verleent verstek tegen de niet verschenen man,
4.2.
verleent vervangende toestemming aan de vrouw voor de verkoop en levering van de woning staande en gelegen aan de [adres] te ( [postcode] ) [woonplaats] ;
4.3.
machtigt de vrouw tot het te gelde maken van de woning staande en gelegen aan de [adres] te ( [postcode] ) [woonplaats] en te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor het opmaken van de notariële leveringsakte vereiste wilsverklaring, medewerking en handtekening van de man voor eigendomsoverdracht en levering van de woning;
4.4.
compenseert de proceskosten in die zin dat partijen elk de eigen kosten dragen;
4.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
4.6.
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 26 oktober 2023. [1]

Voetnoten

1.1861/2007