ECLI:NL:RBROT:2023:10994

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
5 juli 2023
Publicatiedatum
24 november 2023
Zaaknummer
FT EA 23/326
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing van de toepassing van de schuldsaneringsregeling wegens verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 5 juli 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, ingediend door de verzoeker op 4 april 2023. De verzoeker, die inkomsten ontvangt uit een WWB-uitkering, heeft een aanzienlijke schuldenlast van €56.890,29. Tijdens de zitting op 9 juni 2023 is de verzoeker gehoord, waarbij de rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker lijdt aan een verslaving en dat deze verslaving niet of onvoldoende onder controle is. Volgens de landelijke beoordelingscriteria voor toelating tot de schuldsaneringsregeling dient een verzoeker met verslavingsproblemen aan te tonen dat de verslaving al enige tijd onder controle is, wat in dit geval niet is aangetoond. De rechtbank heeft gegronde vrees dat de verzoeker zijn verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling niet zal kunnen nakomen, gezien het aanhoudende harddrugsgebruik en het ontbreken van behandeling. De rechtbank heeft het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling afgewezen, met de mogelijkheid voor de verzoeker om in de toekomst opnieuw een verzoek in te dienen zodra hij kan aantonen dat zijn verslaving onder controle is.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
afwijzing toepassing schuldsaneringsregeling
rekestnummer: [nummer]
uitspraakdatum: 5 juli 2023
[verzoeker],
[adres]
[woonplaats],
verzoeker.

1.De procedure

Verzoeker heeft op 4 april 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Verzoeker is gehoord ter zitting van 9 juni 2023.

2.De feiten

Verzoeker ontvangt inkomsten uit een WWB uitkering. De schuldenlast bedraagt volgens de verklaring als bedoeld in artikel 285 Faillissementswet €56.890,29.

3.De beoordeling

Gedurende de schuldsaneringsregeling rusten op een schuldenaar voortdurend zware verplichtingen en van hem worden in deze periode forse inspanningen gevergd. Met deze verplichtingen en beperkingen verdraagt zich niet dat een schuldenaar verslaafd is, of dat sprake is van een reële kans op een terugval in een zeer onlangs overwonnen verslaving.
In de landelijk uniforme beoordelingscriteria toelating schuldsaneringsregeling, zoals opgenomen in Bijlage III van het Procesreglement verzoekschriftprocedures insolventiezaken rechtbanken, is hierover het volgende bepaald:
“Toelating tot de schuldsaneringsregeling ingeval van verslavingsproblematiek
Een verzoeker met verslavingsproblemen wordt in beginsel alleen toegelaten tot de schuldsaneringsregeling, indien aannemelijk is dat de verslaving al enige tijd onder controle is, in die zin dat de verzoeker al enige tijd geen drugs of alcohol meer gebruikt en/of al enige tijd niet meer gokt. De periode waarover de verslaving onder controle dient te zijn bedraagt in beginsel één jaar. Deze periode kan korter of langer zijn afhankelijk van, onder meer, de ernst en de duur van de verslaving. Dat de verslaving onder controle is, dient te worden bevestigd door een hulpverlener of door een hulpverlenende instantie.”
Gezien het voorgaande en de ter zitting gegeven verklaring van verzoeker, stelt de rechtbank vast dat niet of onvoldoende is aangetoond dat de verslaving van verzoeker al enige tijd onder controle is. Bij verzoeker is er tot op heden sprake van bovenmatig harddrugsgebruik. Verzoeker ondergaat hiervoor (nog) geen behandeling. Derhalve bestaat bij de rechtbank gegronde vrees dat verzoeker zijn verplichtingen van de schuldsaneringsregeling niet naar behoren zal kunnen nakomen.
Zodra verzoeker is gestart met een behandeling en met een verklaring van zijn behandelaar kan aantonen dat en sinds wanneer zijn verslaving onder controle is, kan hij een nieuw verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling indienen, welk verzoek dan mogelijk meer kans van slagen heeft.
Het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling zal daarom worden afgewezen.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt dat dit niet betekent dat er geen andere feiten of omstandigheden zijn die eveneens tot afwijzing van het verzoek dienen te leiden.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst het verzoek af.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.A. Cnossen, rechter, en in aanwezigheid van
A.B.T. Fernandes Pedra, griffier, in het openbaar uitgesproken op 5 juli 2023. [1]