ECLI:NL:RBROT:2023:11086
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van de toepassing van de schuldsaneringsregeling met betrekking tot de goede trouw van de verzoeker en de beoordeling van zijn financiële situatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 3 april 2023 uitspraak gedaan over een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker, die in financiële problemen verkeert, heeft op 29 maart 2023 een verzoekschrift ingediend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoeker in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen en dat er onvoldoende grond is voor afwijzing van het verzoek. De beoordeling van de goede trouw van de verzoeker is cruciaal, waarbij de rechtbank rekening houdt met de omstandigheden waaronder de schulden zijn ontstaan.
De rechtbank heeft in het bijzonder gekeken naar een schuld aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, die eind 2019 is ontstaan en een bedrag van € 49.881,43 betreft. De verzoeker heeft impulsief gehandeld door zijn bankgegevens aan onbekenden te geven, wat heeft geleid tot het verlies van geld. Ondanks het ontbreken van goede trouw, heeft de rechtbank geoordeeld dat de verzoeker zijn situatie onder controle heeft gekregen. Hij is in behandeling bij Fivoor voor zijn trauma's en maakt gebruik van budgetbeheer, wat zijn financiële stabiliteit aantoont.
De rechtbank heeft besloten de schuldsaneringsregeling toe te wijzen, onder de voorwaarde dat de verzoeker zijn verplichtingen zal nakomen. De rechter-commissaris is benoemd en er zijn maatregelen getroffen om de financiële situatie van de verzoeker te waarborgen. De rechtbank heeft het vertrouwen dat de verzoeker de schuldsaneringsregeling naar behoren zal naleven, gezien zijn saneringsgezinde houding en de stabiliteit in zijn financiële situatie.