ECLI:NL:RBROT:2023:11115
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening maatschappelijke opvang na afwijzing aanvraag door college
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 november 2023 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening voor maatschappelijke opvang. Verzoekster, een Poolse vrouw met twee kinderen, had een aanvraag voor maatschappelijke opvang ingediend die door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam was afgewezen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster doorgaans zelfredzaam is, maar dat er recentelijk veel is gebeurd in haar leven, waardoor zij op dit moment niet in staat lijkt om voor zichzelf en haar kinderen te zorgen. De voorzieningenrechter heeft twijfels over de huidige zelfredzaamheid van verzoekster, vooral gezien de signalen van huiselijk geweld en de zorg voor haar kinderen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er een spoedeisend belang is voor verzoekster en haar kinderen, aangezien zij op korte termijn hun huidige woning moeten verlaten zonder alternatieve huisvesting. De voorzieningenrechter heeft daarom het verzoek om voorlopige voorziening toegewezen en bepaald dat het college aan verzoekster en haar kinderen opvang dient te verlenen tot twee weken na de bekendmaking van de beslissing op bezwaar. Tevens is het college veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan verzoekster.