In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 29 november 2023 een vonnis in kort geding uitgesproken. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gevestigd te Ridderkerk, heeft een vordering ingediend tegen de gedaagde, die in persoon is verschenen maar naar de verkeerde zittingszaal was gestuurd. Hierdoor is er aanvankelijk verstek verleend. Na een bericht van de bode dat de gedaagde aanwezig was, is het verstek gezuiverd en is een nieuwe datum voor de mondelinge behandeling vastgesteld. De gedaagde is echter niet verschenen op de nieuwe datum en heeft geen verweer gevoerd.
De voorzieningenrechter heeft de vordering van de eiseres toegewezen, waarbij de gedaagde werd geboden om het voeren van handelsnamen die verwarringwekkend overeenstemmen met die van de eiseres te staken. Tevens is er een dwangsom opgelegd van € 1.000,00 per dag, met een maximum van € 50.000,00, voor elke dag dat de gedaagde niet aan deze hoofdveroordeling voldoet. De proceskosten zijn begroot op € 1.653,32, die de gedaagde dient te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving.
Het vonnis is als een vonnis op tegenspraak beschouwd, wat betekent dat de gedaagde binnen vier weken hoger beroep kan instellen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en bevat een herstel van een verkeerde verwijzing in het tussenvonnis van 3 oktober 2023.