Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
2.De vorderingen in de hoofdzaak
3.Het geschil in het incident
4.De beoordeling in het incident
5.De beslissing
10 januari 2024voor conclusie van antwoord van de zijde van V&P.
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, is op 22 november 2023 vonnis gewezen in een incident van vrijwaring. De eiser, aangeduid als [eiser], heeft een vordering ingesteld tegen de besloten vennootschap V&P VASTGOED B.V. wegens ondeugdelijk uitgevoerde renovatiewerkzaamheden aan zijn appartement. De eiser vordert onder andere terugbetaling van een te veel betaalde aanneemsom en schadevergoeding voor herstelkosten. V&P VASTGOED B.V. heeft in het incident een oproeping in vrijwaring gevorderd van twee derden, [bedrijf02] en [bedrijf03], die mogelijk verantwoordelijk zijn voor de schade. De rechtbank heeft geoordeeld dat de oproeping van [bedrijf02] toelaatbaar is, omdat er voldoende rechtsgrond is aangetoond. Echter, de oproeping van [bedrijf03] is afgewezen wegens onvoldoende onderbouwing van de rechtsverhouding. De proceskosten in het incident zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. De hoofdzaak zal op 10 januari 2024 opnieuw op de rol komen voor conclusie van antwoord van V&P.