ECLI:NL:RBROT:2023:11529

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
7 december 2023
Publicatiedatum
7 december 2023
Zaaknummer
C/10/668118 / KG ZA 23-981
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot medewerking aan levering van onverdeeld aandeel in woning na echtscheiding met aanvullende afspraken

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert eiseres, een ex-echtgenote, vervangende toestemming voor de verkoop en levering van de woning aan haar, na een echtscheiding die op 12 januari 2021 is uitgesproken. De partijen, die eerder met elkaar getrouwd zijn geweest, hebben in een echtscheidingsconvenant en een later addendum afspraken gemaakt over de verdeling van de woning en de partneralimentatie. Eiseres stelt dat gedaagde, haar ex-echtgenoot, niet meewerkt aan de uitvoering van deze afspraken, waardoor zij niet in staat is om haar aandeel in de woning over te nemen. Gedaagde betwist de geldigheid van het addendum en stelt dat de afspraken vernietigbaar zijn op grond van dwaling.

De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van eiseres in conventie toegewezen, waarbij gedaagde is veroordeeld om binnen twee weken na betekening van het vonnis mee te werken aan de levering van zijn onverdeelde aandeel in de woning, onder de voorwaarde dat eiseres aantoont dat de notaris in het bezit is van bewijsstukken waaruit blijkt dat gedaagde wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de hypotheek. De vorderingen in reconventie van gedaagde zijn afgewezen. De rechter oordeelt dat de afspraken in het addendum nagekomen moeten worden, en dat eiseres aannemelijk heeft gemaakt dat zij niet eerder kon overnemen door omstandigheden buiten haar risicosfeer.

De uitspraak benadrukt het belang van de gemaakte afspraken in het echtscheidingsconvenant en het addendum, en bevestigt dat partijen niet verplicht zijn om in een onverdeelde gemeenschap te blijven. De proceskosten worden gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/668118 / KG ZA 23-981
Vonnis in kort geding van 7 december 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te Hellevoetsluis,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. S. Verweel-Nauman te Oostvoorne,
tegen
[gedaagde],
wonende te Goes,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
advocaat mr. M. Krijger te Goes.
Partijen worden hierna [eiseres] en [gedaagde] genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 14 november 2023;
  • producties 1 tot en met 16 van [eiseres] ;
  • de conclusie van antwoord met eis in reconventie van [gedaagde] , met producties A tot en met C.
1.2.
De mondelinge behandeling vond op 23 november 2023 plaats.

2.De feiten

2.1.
Partijen zijn met elkaar getrouwd geweest. Hun echtscheiding is bij beschikking van 12 januari 2021 uitgesproken. De echtscheidingsbeschikking is op 29 januari 2021 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
2.2.
Partijen hebben ten tijde van de echtscheiding onder begeleiding van een mediator afspraken gemaakt. Deze afspraken zijn vastgelegd in een op 30 november 2020 ondertekend echtscheidingsconvenant. De voor deze procedure van belang zijnde afspraken luiden als volgt:
(..)
1.2 Partneralimentatie
(..)
1.2.3.
Partijen komen op basis van onderling overleg overeen dat de alimentatieplichtige aan de alimentatiegerechtigde een partneralimentatie verstrekt van € 2.485,34 bruto per maand, te voldoen op de 1e van de maand door bijschrijving op een door de ontvanger aan te wijzen rekening.
(..)
2.8
Woning blijft onverdeeld
2.8.1.
Partijen spreken af dat de woning onverdeeld blijft, de reden hiervoor is dat het inkomen van de vrouw nog niet toereikend is om de echtelijke woning over te nemen. Over twee jaar wordt opnieuw bekeken of het inkomen van de vrouw voldoende is voor het overnemen van de echtelijke woning.
2.8.2.
Twee jaar na het ondertekenen van het convenant treden partijen in overleg of het besluit om niet te verdelen omgezet kan worden in overname van de echtelijke woning door de vrouw. Indien tijdens dat overleg blijkt dat overname van de woning door vrouw niet mogelijk is, dan zal de echtelijke woning verkocht worden en overgedragen aan de eerste belangstellende die naar het oordeel van partijen een acceptabel bod uitbrengt. Een bod mag niet meer dan 10% afwijken van de op dat moment getaxeerde waarde, willen partijen dit als acceptabel bod zien.
(..)
2.8.6.
Degene die in de woning blijft wonen heeft een inspanningsverplichting om de woning over te nemen en de ander te ontslaan uit de hoofdelijke verbondenheid.(..)”
2.3.
Partijen hebben op 30 november 2022 ook een addendum ondertekend, waarin onder andere het volgende staat:
(..)
1. Partijen komen op basis van onderling overleg overeen dat de alimentatieplichtige aan de alimentatiegerechtigde een partneralimentatie verstrekt van € 2.485,34 bruto per maand, te voldoen op de 1e van de maand door bijschrijving op een door de ontvanger aan te wijzen rekening. Partijen wijken af van de Split Online berekening, omdat met de rest van de berekende partner alimentatie de overwaarde van de woning verrekend zal worden, zoals hieronder omschreven:
WOZ waarde (2019): €240.000,00
Taxatiewaarde (november 2020): €269.000,00
Verschil: €29.000,00 : 2 = €14.500,00 om te verrekenen
Bij het afkopen van partner alimentatie kan er niet gerekend worden met 10 jaar (=duur van de partner alimentatie), maar met 5 jaar. Dit omdat er niet in de toekomst gekeken kan worden.
Partner alimentatie: i.p.v. €2.727,00 per maand € 2.485,34 bruto per maand.
Verschil: €241,66 x 12 maanden = € 2.899,92 euro x 5 jaar = € 14.500,00
Eventuele over- of onder waarde van de woning zal op het moment van overname van de woning door de vrouw niet meer verrekend worden.
Partijen komen overeen dat de looptijd van deze partner alimentatie regeling tot einde wettelijke alimentatie plicht geldig is zoals benoemd in paragraaf 1.6.1. van het convenant.
(..)
4. Partijen komen overeen dat de verlaging waarde boedel man van € 1000,00 voor 5 december 2020 verrekend is doormiddel van een overboeking.
Vrouw verklaart voor 5-12-2020 € 1000.00 gedeeld door 2 = €500,00 over te maken naar [bankrekeningnummer] tnv [gedaagde] .(..)”
2.4.
Partijen zijn de in het addendum opgenomen financiële afspraken vooralsnog
nagekomen.
2.5.
Op 18 juli 2023 mailt een medewerker van het notariskantoor aan [eiseres] dat haar
hypotheekstukken zijn binnengekomen, maar dat [gedaagde] de akte van verdeling niet wil
tekenen.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiseres] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. aan [eiseres] vervangende toestemming te verlenen voor de verkoop en levering van de woning aan haar.
II. te bepalen dat dit vonnis zo nodig in de plaats treedt voor de vereiste wilsverklaring, medewerking en of handtekening van [gedaagde] voor het opmaken van de notariële leveringsakte voor eigendomsoverdracht en levering van de woning aan [eiseres] ;
III. zodanige voorzieningen te treffen als U Edelachtbare Voorzieningenrechter in goede justitie vermeent te behoren;
IV. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
[eiseres] legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij, zoals partijen hebben afgesproken, na twee jaar onverdeeldheid het aandeel van [gedaagde] in de woning kan en wil overnemen en hem kan laten ontslaan uit de hoofdelijke aansprakelijkheid. [gedaagde] werkt ten onrechte niet mee aan het uitvoeren van deze afspraken. Aan [gedaagde] komt geen (extra bedrag aan) overwaarde toe, omdat partijen daarover al afspraken hebben gemaakt in het addendum. De aan [gedaagde] toekomende overwaarde wordt immers verrekend met de door [gedaagde] aan [eiseres] te betalen partneralimentatie.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[eiser] vordert om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [eiser] te machtigen tot het te gelde maken van de woning, met alles wat daartoe nodig en noodzakelijk is;
II. te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring van [verweerster] tot het in de verkoop geven van de woning bij een door [eiser] in te schakelen makelaar;
III. te bepalen dat dit vonnis in de plaats treedt van de voor de eigendomsoverdracht van de woning noodzakelijke toestemming en/of wilsverklaring en/of handtekening van [verweerster] ;
IV. [verweerster] te veroordelen tot medewerking, in de ruimste zin des woords, waaronder onder meer begrepen afgifte van een sleutel aan de door [eiser] in te schakelen makelaar ten behoeve van bezichtiging door potentiële kopers en het leeg en schoon opleveren van de woning met aanhorigheden bij levering van de woning, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat [verweerster] na dit vonnis niet aan deze veroordeling voldoet, met een maximum van € 25.000,00;
V. [verweerster] te veroordelen in de proces- en nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
4.2.
[eiser] betwist dat partijen een addendum zijn overeengekomen. Als dit wel wordt aangenomen, zijn de afspraken uit het addendum vernietigbaar op grond van dwaling. Partijen zijn in de echtscheidingsprocedure, en het maken van afspraken in verband daarmee, namelijk bijgestaan door een mediator die niet juridisch onderlegd is. Zij heeft partijen niet geïnformeerd dat de afspraken uit het addendum afwijken van de wet. De peildatum uit het convenant is al bijna een jaar verstreken. Daarom moet de woning tegen de huidige waarde worden getaxeerd en moet [verweerster] [eiser] de helft van de overwaarde vergoeden. Omdat [verweerster] hier financieel niet toe in staat is, moet de woning worden verkocht.

5.De beoordeling

5.1.
Vanwege de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie behandelt de voorzieningenrechter die vorderingen gezamenlijk.
5.2.
In zaken als de onderhavige is het uitgangspunt dat partijen niet gehouden zijn om in een onverdeelde gemeenschap te blijven. Dit betekent dat het aandeel van de één in de woning (met de daaraan verbonden hypothecaire verplichting) aan de ander moet worden overgedragen of dat de woning moet worden verkocht aan een derde.
5.3.
Met de stelling van [eiseres] dat de offerte voor een nieuwe hypotheeklening na 17 januari 2024 zijn geldigheid verliest en dat zij daarom de uitkomst van een bodemprocedure niet kan afwachten, is voldaan aan het voor deze procedure vereiste spoedeisend belang.
5.4.
[eiseres] vordert nakoming van de afspraken uit het echtscheidingsconvenant en addendum. Die afspraken houden in dat het onverdeelde aandeel van [gedaagde] aan haar wordt geleverd tegen de destijds overeengekomen waarde. De overname vindt weliswaar later plaats dan partijen zijn overeengekomen in het convenant, maar dit is niet aan [eiseres] te wijten. Zij is verkeerd geadviseerd door haar toenmalige financieel adviseur waardoor [eiseres] en [gedaagde] beide in een frauderegister zijn opgenomen bij de huidige hypotheekhouder. De aan [gedaagde] toekomende overwaarde wordt al verrekend met de bedragen die [gedaagde] minder aan partneralimentatie voldoet. [gedaagde] heeft ter zitting het standpunt laten varen dat hij het addendum helemaal niet kent en heeft zich op het standpunt gesteld dat de verrekening met partneralimentatie slechts ziet op een deel van de overwaarde. [gedaagde] heeft dus geen afstand gedaan van de volledige aan hem toekomende overwaarde.
5.5.
De voorzieningenrechter acht het aannemelijk dat partijen aanvullende afspraken hebben gemaakt in het door hen ondertekende addendum. Uit producties 11 en 12 van [eiseres] blijkt dat partijen met de mediator hebben gecommuniceerd over de bepalingen die in het addendum moesten worden opgenomen. Daarnaast is aannemelijk dat partijen uitvoering hebben gegeven aan de afspraken in het addendum. [gedaagde] betaalt namelijk niet de in het convenant afgesproken partneralimentatie van € 2.727,00 maar € 2.618,- bruto per maand wat overeenkomt lijkt te komen met de (geïndexeerde) afspraak die volgt uit het addendum. Daarnaast is vastgesteld dat [eiseres] heeft voldaan aan de in onderdeel 4 van het addendum gemaakte afspraak. Het standpunt van [gedaagde] dat het betalen van een lager bedrag aan partneralimentatie slechts ter verrekening is van een deel van de overwaarde volgt de voorzieningenrechter niet. In het addendum staat immers dat verrekening van
de overwaardeplaatsvindt en niet dat dit gebeurt met een deel of gedeelte daarvan.
5.6.
Nu aannemelijk is dat partijen aanvullende afspraken hebben gemaakt, moeten deze afspraken worden nagekomen. Dat [eiseres] volgens [gedaagde] te laat is met het overnemen en dat de woning daardoor tegen de huidige waarde in de verdeling moet worden betrokken, volgt de voorzieningenrechter niet. [eiseres] heeft aannemelijk gemaakt dat het buiten haar risicosfeer lag dat zij het aandeel van [gedaagde] in de woning niet eerder kon overnemen.
5.7.
Het voorgaande betekent dat [gedaagde] moet meewerken aan de overdracht van de woning, met dien verstande dat [gedaagde] niet kan worden veroordeeld tot meer dan het overdragen van zijn eigen aandeel in de woning. Aan de veroordeling wordt de voorwaarde verbonden dat [eiseres] aan [gedaagde] aantoont dat de notaris in het bezit is van bewijsstukken waaruit blijkt dat [gedaagde] wordt ontslagen uit de hoofdelijke aansprakelijkheid voor de volledige hypotheekschuld die partijen in 2020 zijn aangegaan na een oversluiting van hun vorige hypotheek. De voorzieningenrechter ziet het belang van [gedaagde] om die zekerheid te verkrijgen en [eiseres] heeft ter zitting aangegeven dat het geen probleem voor haar is om dit bewijs aan [gedaagde] te tonen. De gevorderde indeplaatsstelling als [gedaagde] niet meewerkt aan die overdracht is eveneens toewijsbaar, onder dezelfde voorwaarde als hiervoor genoemd. Dit oordeel in conventie leidt tot afwijzing van de vorderingen in reconventie.
5.8.
Partijen zijn ex-echtgenoten en dit is de eerste keer dat zij een procedure voeren. De voorzieningenrechter ziet daarom geen reden om ten aanzien van de proceskosten van de hoofdregel af te wijken. Dit betekent dat de proceskosten in conventie en in reconventie tussen partijen wordt gecompenseerd wat betekent dat zij hun eigen kosten dragen.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
in conventie
6.1.
veroordeelt [gedaagde] om binnen twee weken na betekening van dit vonnis mee te werken aan de levering van zijn onverdeelde aandeel in de woning aan het [adres] aan [eiseres] , onder de voorwaarde dat [eiseres] aan [gedaagde] aantoont dat de notaris waar de overdracht plaatsvindt, in het bezit is van bewijsstukken waaruit blijkt dat [gedaagde] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen van de volledige in 2020 overgesloten hypotheek bij BLG Wonen /De Volksbank,
6.2.
bepaalt dat, indien [gedaagde] niet binnen twee weken na betekening van dit vonnis de vereiste medewerking verleent en onder de voorwaarde dat [eiseres] aan [gedaagde] aantoont dat de notaris waar de overdracht plaatsvindt, in het bezit is van bewijsstukken waaruit blijkt dat [gedaagde] uit de hoofdelijke aansprakelijkheid wordt ontslagen van de volledige in 2020 overgesloten hypotheek bij BLG Wonen /De Volksbank, dit vonnis in de plaats treedt van de noodzakelijke wilsverklaring, medewerking en handtekening van [gedaagde] in de notariële akte van levering van zijn aandeel in de woning aan het [adres],
6.3.
verklaart dit vonnis in conventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.4.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie
6.6.
wijst de vorderingen af,
6.7.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin en in het openbaar uitgesproken op 7 december 2023.3608/2009