Op 4 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een spoedverzoek tot voorlopige voogdij over een ongeboren kind. De moeder, die onder curatele is gesteld, is op 22 januari 2023 uitgerekend. Aangezien zij onbevoegd is om het gezag uit te oefenen, en de vader nog geen gezag heeft, ontstaat er een gezagsvacuüm bij de geboorte van het kind. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met de voorlopige voogdij te belasten, omdat dit noodzakelijk is om de belangen van het kind te waarborgen. De kinderrechter heeft het verzoek goedgekeurd en de GI belast met de voorlopige voogdij voor een periode van maximaal drie maanden. De beslissing is genomen met het oog op de urgentie van de situatie, waarbij het verhoor van belanghebbenden niet kan worden afgewacht zonder ernstig gevaar voor het kind. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. A. Verweij, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 5 januari 2023. Hoger beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen drie maanden na betekening van de beschikking.