ECLI:NL:RBROT:2023:12026

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
10 november 2023
Publicatiedatum
19 december 2023
Zaaknummer
C/10/667410 / JE RK 23-2471
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 10 november 2023, wordt een machtiging verleend voor gesloten jeugdhulp aan een minderjarige, aangeduid als [kind01]. De zaak betreft een verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West, die de noodzaak van gesloten jeugdhulp voor [kind01] onderbouwt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [kind01] ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen heeft, die haar ontwikkeling naar volwassenheid ernstig belemmeren. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen die betrekking hebben op de ondertoezichtstelling en eerdere machtigingen voor gesloten jeugdhulp.

Tijdens de mondelinge behandeling op 10 november 2023 waren de moeder, de GI en [kind01] aanwezig, terwijl de vader niet verscheen, ondanks correcte oproeping. De moeder stemt in met het verzoek, maar vindt de voorgestelde termijn van zes maanden te lang. [kind01] zelf heeft ook verweer gevoerd tegen de duur van de machtiging, met de wens om eerder naar huis te kunnen. De kinderrechter heeft echter geconcludeerd dat de gesloten plaatsing noodzakelijk is voor de stabiliteit en verdere ontwikkeling van [kind01].

De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van zes maanden, ingaande op 15 november 2023 en eindigend op 15 mei 2024. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/667410 / JE RK 23-2471
Datum uitspraak: 10 november 2023
Beschikking van de kinderrechter over een machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van
De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west, Zuid-Holland,
gevestigd te Dordrecht, hierna te noemen: de GI,
over
[kind01],
geboren op [geboortedatum01] 2009 in [geboorteplaats01], hierna te noemen: [kind01],
advocaat: mr. H. Folkers, kantoorhoudende te Gorinchem.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:
[naam01],
hierna te noemen: de moeder, wonende in [woonplaats01],
[naam02],
hierna te noemen: de vader, wonende in [woonplaats02].

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 20 oktober 2023;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 7 november 2023.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 10 november 2023. Daarbij waren aanwezig:
- [kind01], die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord samen met haar advocaat;
- de moeder;
- twee vertegenwoordigers van de GI, [naam03] en [naam04].
De vader is niet verschenen. De kinderrechter stelt vast dat de vader wel juist is opgeroepen.

2.De feiten

2.1.
De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [kind01].
2.2.
[kind01] verblijft op een gesloten groep bij [naam instelling01].
2.3.
Bij beschikking van 26 mei 2023 is [kind01] onder toezicht gesteld tot 26 mei 2024.
2.4.
Bij beschikking van 21 juli 2023 is een machtiging om [kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven verleend tot 15 november 2023.

3.Het verzoek

De GI verzoekt een machtiging om [kind01] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.

4.Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het volgende toe. Voor het slagen van een terugplaatsing bij de moeder is het van belang dat [kind01] blijft werken aan haar doelen. De komende tijd zullen daarom haar vrijheden langzaam worden uitgebouwd. Wanneer [kind01] klaar is om naar huis te gaan, dan zal zij worden teruggeplaatst. Voor nu is dat nog niet het geval.

5.Het standpunt van de moeder

De moeder stemt in met het verzoek, maar zij vindt een periode van zes maanden te lang. Dat komt mede doordat [kind01] positieve stappen maakt en haar best doet. Als [kind01] klaar is om naar huis te gaan, dan kan ze weer bij de moeder wonen.

6.De mening van [kind01]

Door en namens [kind01] wordt ingestemd met het een gesloten plaatsing, maar zij voert verweer tegen de verzochte termijn. [kind01] wil graag naar huis en de verwachting is dat dit kan, waardoor een periode van zes maanden te lang is.

7.De beoordeling

7.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is en overweegt daartoe het volgende.
7.2.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat tot voor kort ernstige zorgen waren over [kind01], als gevolg waarvan zij niet meer bij de moeder of de vader kon wonen. Sindsdien heeft [kind01] op meerdere plekken verbleven, waaronder bij open instellingen. Ook op de instellingen kon [kind01] niet meer verblijven doordat sprake was van een aaneenschakeling van zorgelijke en onveilige momenten waarbij [kind01] heftig gedrag vertoonde en zich onttrok aan de hulpverlening. Dit is zorgelijk nu deze instellingen gespecialiseerd zijn in het omgaan met kinderen met verschillende soorten gedragsproblemen.
7.3.
Sinds de gesloten plaatsing bij [naam instelling01] gaat het beter met [kind01]. Zij heeft veel baat bij de stabiliteit, rust en de veilige kaders van de gesloten groep. De afgelopen periode heeft [kind01] goed meegewerkt aan de behandeling van [naam instelling01] waardoor haar gedrag verder is gestabiliseerd. Hierdoor is sprake van een positieve ontwikkeling. De kinderrechter vindt het belangrijk dat deze positieve ontwikkeling door blijft gaan en dat stapsgewijs gewerkt wordt naar een thuisplaatsing bij de moeder. Het is derhalve belangrijk dat [kind01] haar behandeling bij [naam instelling01] afmaakt en stap voor stap meer vrijheden krijgt. Met haar vrijheden kan ze de dingen die ze geleerd heeft tijdens de behandeling toepassen. Hierdoor gaat het stap voor stap beter en zal het thuis bij de moeder weer fijn en veilig zijn. Dit volgt ook uit de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper. De kinderrechter zal daarom de machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp verlenen, en wel voor de periode van zes maanden. In het geval [kind01] klaar is om weer bij de moeder te gaan te wonen, dan zal hiermee niet worden gewacht totdat de machtiging is afgelopen.

8.De beslissing

De kinderrechter:
8.1.
verleent een machtiging om [kind01] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 15 november 2023 tot 15 mei 2024.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 10 november 2023 door mr T. van den Akker, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. V. Lankhaar als griffier, en op schrift gesteld op 1 december 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.