ECLI:NL:RBROT:2023:1205

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
20 februari 2023
Zaaknummer
650036
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en benoeming bijzondere curator in een complexe gezinszaak

Op 25 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven inzake de verlenging van de ondertoezichtstelling van twee minderjarigen, [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders, [moeder01] en [vader01], niet in staat zijn om gezamenlijk de opvoedsituatie van hun kinderen te verbeteren, wat leidt tot een loyaliteitsconflict voor de kinderen. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling voor een jaar, maar de kinderrechter heeft besloten deze slechts voor een half jaar te verlengen. Dit biedt ruimte voor de benoeming van een bijzondere curator, mr. P.M. Biesbroek, die de belangen van de kinderen zal behartigen en onderzoeken hoe de ouders hun verantwoordelijkheden kunnen dragen.

De kinderrechter heeft in zijn beoordeling benadrukt dat de kinderen ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd door de voortdurende conflicten tussen de ouders. Ondanks de betrokkenheid van hulpverlening is er geen verbetering in de situatie. De ouders hebben beiden aangegeven dat zij achter de benoeming van een bijzondere curator staan, wat de kinderrechter heeft meegenomen in zijn beslissing. De bijzondere curator krijgt de opdracht om de situatie van de kinderen en de ouders te onderzoeken en verslag uit te brengen voor de volgende zitting op 6 juli 2023.

De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling verlengd tot 11 augustus 2023 en de ouders aangespoord om zich volledig in te zetten voor een stabiele opvoedsituatie. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/650036 / JE RK 22-2994
Datum uitspraak: 25 januari 2023

Beschikking verlenging ondertoezichtstelling en benoeming bijzondere curator

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [voornaam minderjarige01] ,

[minderjarige02] , geboren op [geboortedatum02] 2012 te [geboorteplaats01] ,

hierna te noemen: [voornaam minderjarige02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[vader01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de GI van
23 december 2022.
Op 25 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- [voornaam minderjarige01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord;
- de vader;
- de moeder;
- een vertegenwoordiger van de GI, dhr. [naam01] .

De feiten

De ouders zijn belast met het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] .
[voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] wonen bij de vader.
De kinderrechter heeft bij beschikking van 4 februari 2022 de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] verlengd tot 11 februari 2023.

Het verzoek

De GI verzoekt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] te verlengen voor de duur van een jaar, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] zitten nog altijd klem tussen de ouders en de strijd die de ouders onderling voeren. Het lukt de ouders niet om gezamenlijk de situatie te verbeteren. Dit heeft een groot effect op de kinderen. De paardencoach is heel goed voor [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] , maar de zorgen over de ontwikkeling van de kinderen zijn er nog steeds. [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] verkeren in een loyaliteitsconflict waarbij zij zich staande moeten houden in twee opvoedsituaties.
Vanuit de GI is een traject voor Solo Parallel Ouderschap opgezet, opdat de ouders los van elkaar aan de slag kunnen met de hulpvragen. Elke ouder krijgt bij dit traject een eigen hulpverlener toegewezen die aan de slag gaat met de opvoedsituatie. De ouders hoeven op deze manier niet samen te werken. Eind december jl. heeft een intake plaatsgevonden bij SPAM met beide ouders. Tijdens dit intakegesprek is naar voren gekomen dat de vader niet gemotiveerd is voor het traject en dat er bij hem geen hulpvragen zijn. Zonder de inzet van beide ouders kan SPAM niet van start gaan. De GI staat hier anders tegenover en is van mening dat er wel hulpverlening moet starten in de thuissituatie van de vader. Het plan is om de komende tijd verdere stappen te zetten onder meer in een traject voor Solo Parallel Ouderschap bij Enver, zodat een situatie kan worden gecreëerd waarin de ouders weer op een positieve manier in gesprek kunnen met elkaar. Dit traject is mogelijk in een vrijwillig kader, maar de GI zet haar twijfels bij de inzet van de ouders indien er geen ondertoezichtstelling zou zijn. Daarnaast is het van belang dat er meer zicht komt op het welzijn van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] . De benoeming van een bijzondere curator zou daarvoor een goede optie zijn.

Het standpunt van de vader

De vader heeft tijdens de zitting naar voren gebracht dat hij niet achter een verlenging van de ondertoezichtstelling staat. De afgelopen twee jaar is er niks gebeurd. De betrokkenheid van de GI werkt enkel belemmerend en het kost hem geld. De vader moet voor veel afspraken vrij vragen van zijn werk en de kinderen missen uren op school. De hulpverlening is al heel lang betrokken en de ouders hebben al veel vormen van hulp aangeboden gekregen, maar zonder resultaat. Het klopt niet dat de vader niet gemotiveerd is voor de hulp. Ook voor het Solo Parralel Ouderschapstraject stond hij open, maar tijdens het intakegesprek werd duidelijk dat het niet nodig is om hulpverlening in te zetten bij de vader thuis. Aan alle aandachtspunten van de GI voldoet de vader. Hij ziet daarom de toegevoegde waarde van een nieuw traject niet in. Met [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] gaat het daarentegen steeds beter. Voor het poepprobleem is de vader met [voornaam minderjarige02] naar de dokter gegaan en dat gaat nu goed. Vooral de schoolkeuze van [voornaam minderjarige02] is nog een heikel punt. De vader staat achter de benoeming van een bijzondere curator. Het is goed voor de kinderen als zij met iemand kunnen praten bij wie zij alles kwijt kunnen.

Het standpunt van de moeder

Ook de moeder heeft op de zitting naar voren gebracht dat zij niet achter het verzoek van de GI staat tot verlenging van de ondertoezichtstelling. Het verzoek is gebaseerd op foutieve informatie. Na het lezen van het concept gezinsplan heeft de moeder dit aangegeven, maar zij krijgt geen goede antwoorden op haar vragen. De samenwerking tussen haar en de GI verloopt moeizaam. De GI heeft zich de afgelopen periode niet aan haar afspraken gehouden. De afspraken met de moeder worden afgezegd of de GI komt helemaal niet opdagen. Ook is het contact tussen de GI en de moeder heel summier en wordt de hulpverlening te laat ingezet. Zo is pas na de zomervakantie de gezinshulp aangevraagd. Het eerste half jaar van de ondertoezichtstelling is niks van de grond gekomen. Ondertussen groeien de zorgen van de moeder over de ontwikkeling van de kinderen. Ook de moeder staat daarom achter de benoeming van een bijzondere curator.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria, genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek (BW).
[voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] worden nog altijd ernstig in hun ontwikkeling bedreigd. Zij zijn nog steeds getuige van de verschillen van mening tussen de ouders. Het lukt de ouders niet om gezamenlijk afspraken te maken in het belang van de kinderen. Daarbij zijn de ouders onvoldoende in staat de kinderen buiten hun geschillen te houden. Tijdens het kindgesprek is bijvoorbeeld gebleken dat [voornaam minderjarige01] op de hoogte is van de onderlinge problemen tussen de ouders; zo maakt [voornaam minderjarige01] zich zorgen over de schoolkeuze van [voornaam minderjarige02] . [voornaam minderjarige01] mag hiermee niet belast worden.
Al ruim twee jaar is hulpverlening betrokken bij het gezin. Ondanks deze hulp verbetert de situatie niet (voldoende). Gezien de lange duur en de complexiteit van de problematiek overweegt de kinderrechter dat zij op grond van artikel 1:250 BW ambtshalve een bijzondere curator kan benoemen om de kinderen zowel in als buiten rechte te vertegenwoordigen. Dit is bijvoorbeeld een mogelijkheid in aangelegenheden die de verzorging en opvoeding van de kinderen betreffen en waarbij de belangen van de met het gezag belaste ouders of één van hen in strijd zijn met die van de kinderen.
De kinderrechter is van oordeel dat inmiddels sprake is van een dergelijke situatie. [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] worden al lange tijd belast met de geschillen tussen de ouders. [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] lijken hierdoor klem te raken tussen de ouders, wat schadelijk is voor hun ontwikkeling. De kinderrechter is van oordeel dat [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] gebaat zijn bij een onafhankelijk persoon, die naar hen luistert en onderzoekt wat in hun belang is.
Gelet hierop en nu alle betrokkenen hebben aangegeven hier achter te staan, ziet de kinderrechter aanleiding ambtshalve een bijzondere curator te benoemen met als opdracht :
- de belangen van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] te behartigen op het gebied van hun verzorging en opvoeding en hen daarbij in en buiten rechte te vertegenwoordigen;
- te onderzoeken wat de spanningen tussen de ouders in stand houdt en welke aanpak/ hulpverlening passend zou zijn om deze spanningen te verminderen, opdat de kinderen er niet meer mee belast worden;
- daarbij al het nodige te doen wat verder in het belang van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] is.
Mr. P.M. Biesbroek heeft zich bereid verklaard de benoeming tot bijzondere curator van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] te aanvaarden.
De kinderrechter zal op dit moment de ondertoezichtstelling niet voor de volledig verzochte duur verlengen, maar voor een periode van een half jaar. Dat komende half jaar kan de bijzondere curator gedegen onderzoek doen naar de situatie van de kinderen en de ouders en de vraag op welke wijze de ouders de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van de kinderen kunnen dragen op een wijze die langdurig rust zal brengen. Daarnaast moet het traject via Enver gaan starten, dat hopelijk een positieve bijdrage kan leveren. Van de ouders wordt verwacht dat zij zich volledig inzetten, in het belang van hun kinderen, om tot een stabiele en verantwoorde (opvoedings)situatie te komen.
De kinderrechter verzoekt de bijzondere curator en de GI om (met afschrift aan de belanghebbenden) bij voorkeur twee weken voor de volgende zitting schriftelijk verslag te doen van de stand van zaken op dat moment.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] tot 11 augustus 2023;
benoemt tot bijzondere curator over [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02] :
mr. P.M. Biesbroek, kantoorhoudende aan de Westersingel 92 te 3015 LC Rotterdam;
bepaalt dat de benoeming tot bijzondere curator geldt voor de duur van de ondertoezichtstelling, te weten tot 11 augustus 2023.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de GI, de bijzondere curator en de belanghebbenden op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van
6 juli 2023 om 16.00 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door de kinderrechter mr. A.A.J. de Nijs;
verzoekt de GI en de bijzondere curator om 2 weken voorafgaand aan de zitting een verslag te overleggen van het verloop van de ondertoezichtstelling;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de bijzondere curator en de belanghebbenden;
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige01] tegen voornoemd(e) dag en tijdstip.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023 door mr. A.A.J. de Nijs, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. B. de Pater, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 20 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.