In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 19 december 2023 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoekster] tegen [verweerder]. [Verzoekster] heeft verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst, die op 10 november 2022 is ingegaan, omdat zij van mening is dat de arbeidsverhouding duurzaam is verstoord. [Verweerder] is niet verschenen op de zitting en heeft geen verweer gevoerd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verzoekster] sinds de aanvang van de arbeidsovereenkomst geen loon heeft ontvangen en niet is aangemeld bij het UWV en het pensioenfonds. Dit heeft geleid tot een ernstige verstoring van de arbeidsrelatie. De kantonrechter heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 februari 2024 en [verweerder] veroordeeld tot betaling van het achterstallige loon, vakantiegeld, een transitievergoeding van € 669,90, en een billijke vergoeding van € 5.000,-. Daarnaast moet [verweerder] de verschuldigde pensioenpremies afdragen en salarisspecificaties verstrekken. De proceskosten zijn voor rekening van [verweerder]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad.