ECLI:NL:RBROT:2023:12155

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 december 2023
Publicatiedatum
21 december 2023
Zaaknummer
10470226 CV EXPL 23-11433
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Uitleg wie partijen zijn bij een overeenkomst van opdracht en bevoegdheid kantonrechter

In deze zaak heeft Informatique Computers & Componenten B.V. [gedaagde01] gedagvaard om een bedrag van € 3.620,93 terug te vorderen dat ten onrechte aan hem is betaald voor verrichte werkzaamheden. [gedaagde01] heeft als verweer aangevoerd dat de overeenkomst niet met hem, maar met de vennootschap [bedrijf01] is gesloten. De kantonrechter heeft dit verweer gehonoreerd en geoordeeld dat de vorderingen van Informatique moeten worden afgewezen, omdat de overeenkomst tussen Informatique en [bedrijf01] geldt.

Daarnaast heeft [gedaagde01] een tegeneis ingesteld, maar deze is ook afgewezen omdat hij niet de juiste partij is om deze eis in te stellen. De kantonrechter heeft verder geoordeeld dat hij niet bevoegd is om te oordelen over aanvullende vorderingen van [gedaagde01] die gebaseerd zijn op laster, omdat deze vorderingen van onbepaalde waarde zijn. De zaak wordt doorverwezen naar de rechtbank, waar [gedaagde01] een advocaat moet inschakelen en griffierecht moet betalen om de zaak verder te laten behandelen.

De procedure is nog niet afgerond, aangezien [gedaagde01] de gelegenheid krijgt om een akte in te dienen over zijn eis en de bevoegdheid van de kantonrechter. De verdere beslissingen in deze zaak zijn aangehouden tot de rolzitting op 9 januari 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10470226 CV EXPL 23-11433
datum uitspraak: 8 december 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Informatique Computers & Componenten B.V.,
vestigingsplaats: Berkel en Rodenrijs (gemeente Lansingerland),
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: mr. M.P.V. den Engelsman,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Informatique’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 17 april 2023, met bijlagen;
  • het antwoord met eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de repliek in conventie met antwoord in reconventie, met bijlagen;
  • de dupliek in conventie met repliek in reconventie, met bijlagen, waarbij [gedaagde01] zijn tegeneis heeft aangevuld;
  • de dupliek in reconventie;
  • de reactie op de dupliek in reconventie, met bijlagen.
1.2.
Informatique is in de gelegenheid gesteld om bij akte te reageren op reactie op de dupliek in reconventie, maar heeft van die gelegenheid geen gebruik gemaakt.

2.De beoordeling

Waar gaat deze zaak over?
2.1.
Informatique heeft [gedaagde01] gedagvaard omdat zij € 3.620,93 terug wil ontvangen die zij ten onrechte aan hem heeft betaald. Zij heeft dit bedrag betaald in verband met werkzaamheden die [gedaagde01] voor haar heeft verricht.
2.2.
Het belangrijkste verweer van [gedaagde01] is dat niet hij als natuurlijk persoon, maar de vennootschap [bedrijf01] (‘ [bedrijf01] ’) had moeten worden aangesproken door Informatique, omdat de overeenkomst tussen Informatique en [bedrijf01] is gesloten.
2.3.
De kantonrechter oordeelt dat dit verweer van [gedaagde01] opgaat en dat daarom de vorderingen van Informatique moeten worden afgewezen. [gedaagde01] vindt dat Informatique de overeenkomst niet zomaar heeft mogen beëindigen en heeft daarom een tegeneis ingesteld. Omdat die eis is gebaseerd op dezelfde overeenkomst als de eis van Informatique, en die overeenkomst dus geldt tussen Informatique en [bedrijf01] , kan deze eis niet ingesteld worden door [gedaagde01] zelf en moet ook die tegeneis worden afgewezen.
2.4.
[gedaagde01] heeft later in de procedure zijn tegeneis aangevuld met vorderingen die zijn gebaseerd op de stelling dat sprake is van laster. De kantonrechter is niet bevoegd om over de vorderingen die er nu liggen te oordelen. Omdat partijen hier nog niets over gezegd hebben, mogen zij dat alsnog doen.
2.5.
De beslissingen van de kantonrechter worden hieronder toegelicht.
De overeenkomst is gesloten tussen Informatique en [bedrijf01]
2.6.
De kantonrechter oordeelt dat de overeenkomst die is gesloten zo uitgelegd moet worden, dat deze geldt tussen Informatique als opdrachtgever en [bedrijf01] als opdrachtnemer. Partijen zijn het erover eens dat er geen arbeidsovereenkomst is gesloten. Dan is er sprake van een overeenkomst van opdracht. Een overeenkomst van opdracht wordt niet per definitie gesloten met degene die feitelijk de werkzaamheden verricht. Als niet duidelijk is wie de partijen bij een overeenkomst zijn, dan moet de overeenkomst uitgelegd worden. Daarbij moet worden gekeken naar wat partijen tegenover elkaar hebben verklaard en wat ze over en weer uit elkaars verklaringen en gedragingen hebben afgeleid en mochten afleiden. Daarbij spelen alle omstandigheden van het geval een rol. Een schriftelijke overeenkomst is er niet. De facturen zijn door [bedrijf01] aan Informatique gestuurd. Informatique heeft de factuurbedragen ook betaald aan [bedrijf01] . Omdat verder uit niets blijkt dat in plaats van [bedrijf01] [gedaagde01] in privé de opdracht heeft aangenomen, ligt het voor de hand dat de overeenkomst is aangegaan tussen Informatique en [bedrijf01] . Voorafgaand aan het uitbrengen van de dagvaarding heeft [gedaagde01] ook telkens namens [bedrijf01] zijn mails aan Informatique en haar gemachtigde verzonden.
De kantonrechter is niet bevoegd te oordelen over de aanvullende vorderingen
2.7.
De vorderingen die [gedaagde01] in zijn dupliek in conventie / repliek in reconventie aan zijn eis heeft toegevoegd, zijn vorderingen van onbepaalde waarde en een vordering tot het betalen van schadevergoeding, zonder dat [gedaagde01] een bedrag heeft genoemd. Omdat [gedaagde01] deze vorderingen baseert op de stelling dat Informatique zich schuldig maakt aan laster tegen hem (persoonlijk), kan hij zelf deze vorderingen in reconventie instellen. Dit hoeft niet door [bedrijf01] te worden gedaan. Maar, de vorderingen van [gedaagde01] zijn van onbepaalde waarde en in dat geval mag de kantonrechter hier alleen over oordelen als er duidelijke aanwijzingen zijn dat die gewaardeerd moeten worden op een bedrag lager dan € 25.000,- (artikel 93 onder b Rv). Die aanwijzingen zijn er op dit moment niet. Als [gedaagde01] zijn vorderingen ongewijzigd handhaaft, dan moet de kantonrechter de zaak doorverwijzen naar team handel en haven van de rechtbank. Dat betekent dat [gedaagde01] een advocaat moet inschakelen en dat hij (alsnog) griffierecht moet betalen om de zaak (verder) te laten behandelen. Omdat [gedaagde01] dit waarschijnlijk niet heeft voorzien en partijen ook nog niets gezegd hebben over de bevoegdheid van de kantonrechter, mogen zij zich hier nog over uitlaten.
Voortgang procedure
2.8.
Voor de voortgang van de procedure betekent dit het volgende. [gedaagde01] mag nog een akte nemen, waarin hij moet aangeven of hij zijn eis handhaaft en zo ja, wat zijn mening is over de bevoegdheid van de kantonrechter en of hij wil dat de zaak wordt verwezen. Informatique mag daarna op de akte van [gedaagde01] reageren. Beide partijen mogen niets meer zeggen over de inhoud van de zaak.
2.9.
Omdat er nog een aktewisseling komt, worden de beslissingen in deze zaak verder aangehouden.

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
dinsdag 9 januari 2024 om 11.30 uurvoor een akte van [gedaagde01] zoals onder 2.8 bedoeld;
3.2.
bepaalt dat de akte van [gedaagde01] uiterlijk de dag vóór genoemde rolzitting in tweevoud moet zijn ontvangen op de rechtbank;
3.3.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
51909