Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam01],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 juli 2023, met bijlagen;
- het antwoord, met bijlagen;
- het e-mailbericht van 9 november 2023 van Hef Wonen, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 15 december 2023, staat de huurachterstand van gedaagde, die een bedrijfsruimte huurt van Stichting Hef Wonen, centraal. De huurprijs bedraagt € 1.130,02 per maand, maar gedaagde heeft een huurachterstand van € 14.175,94 laten ontstaan. Gedaagde betwist deze achterstand en voert aan dat zij geen huur meer betaalt vanwege aanhoudende lekkages in het gehuurde, die sinds 2017 niet zijn verholpen. Gedaagde heeft eerder huurkortingen ontvangen, maar stelt dat de lekkage nog steeds niet is opgelost en dat zij recht heeft op verdere huurkortingen, inclusief een coronakorting.
Tijdens de mondelinge behandeling op 14 november 2023 was de gemachtigde van Hef Wonen aanwezig, evenals gedaagde en haar dochter. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde terecht de huurbetalingen heeft opgeschort, omdat de lekkage een verminderd huurgenot met zich meebrengt. De kantonrechter wijst de eisen van Hef Wonen af, omdat de huurachterstand van € 2.027,36 niet kan worden toegewezen zolang de lekkage niet is verholpen. De kantonrechter benadrukt dat gedaagde in de toekomst nog steeds verplicht is om huur te betalen zodra de lekkage is opgelost.
Daarnaast heeft gedaagde geen bewijs geleverd voor de schade die zij stelt te hebben geleden door de lekkage, en de eisen tot betaling van boeterente, buitengerechtelijke incassokosten en wettelijke handelsrente worden eveneens afgewezen. Hef Wonen wordt veroordeeld in de proceskosten, vastgesteld op € 50,00, en de proceskostenveroordeling wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.