ECLI:NL:RBROT:2023:12331
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen na bezwaar
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 december 2023 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De eiser had een aanvraag ingediend voor een uitkering op basis van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA), welke door de verweerder op 5 juli 2022 werd afgewezen. Na een bezwaarprocedure, waarin de eiser zijn gronden herhaalde, verklaarde de verweerder op 26 januari 2023 het bezwaar ongegrond. De eiser heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 13 november 2023 heeft de gemachtigde van de eiser de gronden van beroep toegelicht, maar deze waren in wezen een herhaling van de eerder aangevoerde bezwaren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verweerder, na een verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek, tot de conclusie was gekomen dat de eiser, rekening houdend met zijn beperkingen, in staat was om meer dan 65% van zijn eerdere loon te verdienen. Dit leidde tot de conclusie dat de eiser niet in aanmerking kwam voor een WIA-uitkering.
De rechtbank oordeelde dat de eiser niet voldoende nieuwe argumenten had aangedragen om het standpunt van de verweerder te weerleggen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.