ECLI:NL:RBROT:2023:12394

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
3 januari 2024
Zaaknummer
10822758 VV EXPL 23-596
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurachterstand en ontruiming in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2023 een vonnis gewezen in kort geding tussen Woningstichting Samenwerking Vlaardingen en een gedaagde die niet is verschenen. De eiseres, vertegenwoordigd door mr. K.A.M. Jaspers, vorderde ontruiming van een woning vanwege huurachterstand en het niet hebben van een hoofdverblijf in het gehuurde. De procedure begon met een dagvaarding op 6 december 2023, waarna op 18 december 2023 een zitting plaatsvond waarbij de gedaagde niet aanwezig was, wat leidde tot verstek. De kantonrechter oordeelde dat er voldoende spoed was voor een kort geding, omdat de huurovereenkomst waarschijnlijk ontbonden zou worden in een bodemprocedure. De rechter oordeelde dat de gedaagde zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde had en dat er een huurachterstand was ontstaan. De vordering tot ontruiming werd toegewezen, evenals de vordering tot betaling van de huurachterstand van € 1.230,94. De gedaagde werd ook veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 1.155,86 bedragen. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de gedaagde de woning binnen 3 dagen na betekening van het vonnis moest ontruimen. De rechter verkortte de termijn voor het bevel tot ontruiming tot 24 uur en wees al het andere af.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10822758 VV EXPL 23-596
datum uitspraak: 20 december 2023
Vonnis in kort geding van de kantonrechter
in de zaak van
Woningstichting Samenwerking Vlaardingen,
vestigingsplaats: Vlaardingen,
eiseres,
gemachtigde: mr. K.A.M. Jaspers,
tegen
[gedaagde01] ,
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die niet is verschenen.
De partijen worden hierna ‘Samenwerking Vlaardingen’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 6 december 2023, met bijlagen.
1.2.
Op 18 december 2023 is de zaak tijdens een zitting met twee medewerkers van Samenwerking Vlaardingen en mr. Jaspers besproken. [gedaagde01] is niet verschenen. Tegen hem is verstek verleend.

2.De beoordeling

2.1.
Een eis in kort geding kan worden toegewezen als de eisende partij hierbij zoveel spoed heeft dat die de uitkomst van een gewone procedure niet hoeft af te wachten (artikel 254 lid 1 Rv). Uit de stellingen van Samenwerking Vlaardingen volgt dat deze spoed aanwezig is.
2.2.
Het is voldoende aannemelijk dat in een bodemprocedure de huurovereenkomst zal worden ontbonden. Samenwerking Vlaardingen heeft haar stellingen dat [gedaagde01] zijn hoofdverblijf niet in het gehuurde heeft, de woning zonder toestemming van de verhuurder in gebruik geeft c.q. onderverhuurt aan derden, een huurachterstand heeft laten ontstaan en niet meewerkt aan de uitvoering van (renovatie)werkzaamheden voldoende aannemelijk gemaakt. Het is daarom gerechtvaardigd om in deze procedure vooruit te lopen op de ontbinding en [gedaagde01] te veroordelen het gehuurde te ontruimen.
2.3.
Samenwerking Vlaardingen heeft op de zitting aangegeven dat de huurachterstand is afgenomen tot € 1.230,94. Dit bedrag is gebaseerd op de huur tot en met de maand december 2023. Dit deel van de eis wordt daarom toegewezen. Ook voor het overige wordt de eis toegewezen, omdat deze niet onrechtmatig of ongegrond is (artikel 139 Rv).
Proceskosten
2.4.
Woningstichting Vlaardingen krijgt gelijk. [gedaagde01] moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Samenwerking Vlaardingen tot vandaag vast op € 129,86 aan dagvaardingskosten, € 365,00 aan griffierecht, € 529,00 aan salaris voor de gemachtigde en € 132,- aan nakosten. Dit is totaal € 1.155,86. Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis de woning aan de [adres01] in [plaats01] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege [gedaagde01] bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Samenwerking Vlaardingen te stellen;
3.2.
verkort de in artikel 555 Rv genoemde termijn van drie dagen voor het doen van een bevel om aan de ontruiming te voldoen tot 24 uur;
3.3.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Samenwerking Vlaardingen te betalen € 1.230,94 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over dit bedrag vanaf de dag van dagvaarding tot de dag dat volledig is betaald;
3.4.
veroordeelt [gedaagde01] aan Samenwerking Vlaardingen te betalen € 497,12 met ingang van de maand januari 2024 tot en met de dag waarop de ontruiming plaatsvindt, vanaf de vervaldag van elke termijn te vermeerderen met de wettelijke rente;
3.5.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, die aan de kant van Samenwerking Vlaardingen tot vandaag worden vastgesteld op € 1.155,86;
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
3.7.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. Fiege en in het openbaar uitgesproken.
43416