Uitspraak
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 november 2023 in de zaak tussen
[naam eiser] , uit [plaats] , eiser,
De heffingsambtenaar van de gemeente Ridderkerk, verweerder,
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
.Verweerder heeft woningen geselecteerd die met inachtneming van dit gegeven vergelijkbaar kunnen worden geacht. Daarbij neemt de rechtbank in overweging dat eiser de woningen die door verweerder in de beroepsfase als vergelijkingsobject zijn gebruikt zelf heeft aangedragen in het beroepschrift. Daarnaast maakt verweerder voldoende inzichtelijk hoe met andere verschillen tussen de vergelijkingsobjecten en de onroerende zaak, zoals de oppervlakte, rekening is gehouden.
.De rechtbank overweegt daartoe dat de onroerende zaak een uniek pand betreft, met een vrij uitzicht over de Nieuwe Maas gelegen op de 23e, 24e en 25e verdieping van een appartementencomplex. [adres 2] en [adres 4] zijn ook gelegen aan de Nieuwe Maas maar bevinden zich op de eerste en de tweede verdieping. [adres 3] bevindt zich op de vijfde verdieping in een complex in het centrum van Ridderkerk. De rechtbank acht de ligging van de onroerende zaak beter ten opzichte van de vergelijkingsobjecten gelet op dit hoogteverschil met daarbij komend uitzicht. Voor zover eiser stelt dat verweerder er niet in is geslaagd om te onderbouwen dat de ligging van de onroerende zaak een ‘5’ rechtvaardigt, overweegt de rechtbank dat ook wanneer de ligging op ‘4’ zou worden vastgesteld ten opzichte van een ‘3’ voor ligging bij de vergelijkingsobjecten de WOZ-waarde niet te hoog zou zijn vastgesteld. Op de zitting heeft verweerder uitgelegd dat van de kwalificatie ‘3’ naar ‘4’ voor ligging een correctie van tien procent geldt en van de kwalificatie ‘4’ naar ‘5’ een correctie van vijf procent. Als gerekend wordt met een correctie van tien procent komt de getaxeerde waarde van de onroerende zaak boven de vastgestelde WOZ-waarde van de onroerende zaak uit. De beroepsgrond slaagt niet.