ECLI:NL:RBROT:2023:12643
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering vergunning kamerbewoning in Rotterdam en wijziging van het beleid van het college
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 27 december 2023, wordt het beroep van eiseres tegen de weigering van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam om een vergunning voor kamerbewoning te verlenen, behandeld. Eiseres had op 26 juli 2020 een aanvraag ingediend voor een vergunning voor kamerbewoning voor maximaal elf personen in haar woning. Het college weigerde deze vergunning op 5 november 2020, met als argument dat de kamerbewoning geen positieve invloed zou hebben op het woonmilieu en de leefbaarheid in de buurt, gezien de aanwezigheid van andere studentenhuizen in de omgeving.
Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd door het college ongegrond verklaard. Vervolgens heeft eiseres op 10 juli 2021 beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 27 november 2023 heeft de rechtbank de argumenten van eiseres en het college gehoord. Eiseres betwistte de weigering van de vergunning en voerde aan dat de aanwezigheid van andere studentenwoningen geen geldige reden was voor de afwijzing, en dat zij al sinds 2017 met vriendinnen in de woning woont.
De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte de vergunning heeft geweigerd. Het college heeft zijn vaste gedragslijn, die inhoudt dat vergunningen worden geweigerd bij clustering, gewijzigd, wat betekent dat de vergunning in dit geval alsnog verleend moet worden. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, herroept het primaire besluit en verleent de vergunning alsnog. Tevens wordt het college veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres.