ECLI:NL:RBROT:2023:12732
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake WOZ-beschikking en aanslag door heffingsambtenaar
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiser tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van 31 januari 2023. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak op 1 januari 2021 vastgesteld op € 330.000,- en een aanslag in de onroerendezaakbelastingen voor het jaar 2022 opgelegd aan de vorige eigenaar. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van eiser gegrond verklaard en de beschikking en aanslag vernietigd. Eiser heeft de woning in december 2021 gekocht, maar de beschikking en aanslag waren per abuis op naam van de vorige eigenaar gesteld.
De rechtbank heeft het beroep op 20 november 2023 behandeld, maar eiser is niet verschenen. De rechtbank stelt vast dat deze procedure niet gaat over de nieuwe WOZ-beschikking en aanslag die op 27 januari 2023 zijn verstuurd, maar alleen over de uitspraak op bezwaar van 31 januari 2023. De rechtbank oordeelt dat eiser geen procesbelang heeft, omdat de beschikking en aanslag al zijn vernietigd. Eiser kan met dit beroep niet meer bereiken dan hij in bezwaar heeft gekregen, en bovendien is hij geen belanghebbende bij de aanslag die aan de vorige eigenaar was opgelegd.
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en komt niet toe aan de inhoudelijke argumenten van eiser. Eiser krijgt het griffierecht niet terug en ontvangt geen vergoeding van zijn proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. R.J.P. Ferwerda en is uitgesproken in het openbaar op 28 december 2023. Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen, en er is informatie gegeven over de mogelijkheid tot hoger beroep.