ECLI:NL:RBROT:2023:12763

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 december 2023
Publicatiedatum
31 januari 2024
Zaaknummer
657062 HAZA 23-406
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Inbreuk op de Algemene Verordening Gegevensbescherming door het tonen van camerabeelden en foto's

In deze zaak, die werd behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2023, vorderde eiser [eiser01] een verklaring voor recht dat Villasa B.V. inbreuk had gemaakt op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) door camerabeelden en een foto van hem te tonen aan zijn werkgever, [bedrijf01]. Eiser stelde dat deze handelingen onrechtmatig waren en dat hij hierdoor zowel materiële als immateriële schade had geleden, waaronder het verlies van zijn baan. Villasa B.V. betwistte de inbreuk en stelde dat de verwerking van persoonsgegevens gerechtvaardigd was in het kader van haar belangen en de veiligheid van haar bezoekers.

De rechtbank oordeelde dat de camerabeelden en de foto van [eiser01] kwalificeerden als persoonsgegevens en dat de verwerking daarvan plaatsvond. Echter, de rechtbank concludeerde dat de verwerking rechtmatig was, omdat deze noodzakelijk was voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van Villasa. De rechtbank stelde vast dat [eiser01] zich onbehoorlijk had gedragen in de club en dat Villasa gerechtvaardigd was om de beelden te tonen aan [bedrijf01] om de veiligheid te waarborgen. De vorderingen van [eiser01] werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten.

In reconventie vorderde Villasa schadevergoeding van [eiser01] voor onrechtmatig handelen, maar de rechtbank oordeelde dat Villasa haar schade onvoldoende had onderbouwd. Ook deze vordering werd afgewezen, en Villasa werd veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [eiser01].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Locatie Dordrecht
zaaknummer: 657062 HAZA 23-406
Datum uitspraak: 20 december 2023
Vonnis
in de zaak van
[eiser01],
wonende te [woonplaats01] ,
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
advocaat: mr. J.W. Menkveld,
tegen
Villasa B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat: mr. S.C.J. van Loon.
Partijen zullen hierna [eiser01] en Villasa genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
- de dagvaarding van 4 april 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties;
- de conclusie van antwoord in reconventie;
- de aktes overlegging nadere producties van de zijde van Villasa.
1.2.
Op 6 november 2023 is de zaak tijdens een mondelinge behandeling met partijen besproken.

2.De feiten

2.1
Op 29 januari 2023 heeft [eiser01] , samen met een vriend, [naam club01] bezocht. [naam club01] is een exclusieve club die wordt geëxploiteerd door Villasa.
2.2
Ten tijde van zijn bezoek aan [naam club01] was [eiser01] in dienst van [bedrijf01] (hierna [bedrijf01] ). Hij had die avond
stand-bydienst en was naar [naam club01] gekomen in een bedrijfsbus van [bedrijf01] .
2.3
De aanwezigheid van [eiser01] in [naam club01] is vastgelegd op camerabeelden die op diverse plaatsen in de Villa worden gemaakt om de veiligheid van bezoekers en medewerkers te waarborgen.
2.4
Op maandag 30 januari 2023 heeft [naam01] van Villasa een bezoek gebracht aan [bedrijf01] en bij die gelegenheid aan de directeur van [bedrijf01] van de bewuste avond een foto van [eiser01] laten zien, dit in verband met incidenten die die avond waren voorgevallen en waar [eiser01] en diens vriend bij betrokken waren.
2.5
Enige tijd later heeft [bedrijf01] Villasa benaderd met de vraag of zij de camerabeelden van die avond mocht bekijken, zodat [bedrijf01] inzicht kon krijgen in de hoeveelheid alcohol die [eiser01] die avond had genuttigd. Villasa heeft dat verzoek ingewilligd en in [naam club01] (een deel van) de camerabeelden getoond aan [bedrijf01] . Een medewerker van [bedrijf01] heeft van de betreffende beelden video-opnames gemaakt. [bedrijf01] heeft deze video-opnames verstrekt aan haar jurist.
2.6
De arbeidsovereenkomst tussen [eiser01] en [bedrijf01] is enige tijd later beëindigd door middel van een door hen ondertekende vaststellingsovereenkomst.

3.Het geschil

3.1
[eiser01] vordert in conventie, na vermeerdering van eis:
a) primair, een verklaring voor recht dat Villasa inbreuk heeft gemaakt op de Algemene Verordening Gegevensbescherming (hierna AVG) en op grond van artikel 82 van de AVG jegens [eiser01] aansprakelijk is; en
b) subsidiair, een verklaring voor recht dat Villasa jegens [eiser01] inbreuk heeft gemaakt op de AVG,
met veroordeling van Villasa in de kosten van de procedure, waaronder salaris voor de advocaat en nakosten.
3.2
Aan zijn vorderingen legt [eiser01] het volgende ten grondslag. Het tonen van de foto en het tonen en ter beschikking stellen van (een deel van) de camerabeelden aan [bedrijf01] kwalificeren beide als een onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens onder de AVG. Als gevolg van deze inbreuk op de AVG heeft [eiser01] zowel materiële als immateriële schade geleden. Hij is zijn baan bij [bedrijf01] kwijtgeraakt en in zijn nieuwe functie verdient hij een lager bruto maandsalaris. Verder is een ernstige inbreuk gemaakt op het privéleven van [eiser01] , wat hij als schokkend heeft ervaren.
3.3
Villasa betwist dat zij inbreuk heeft gemaakt op de AVG, en dat, voor zover van een inbreuk al sprake zou zijn, [eiser01] daardoor schade heeft geleden.
3.4
In reconventie vordert Villasa, na vermindering van eis, dat de rechtbank [eiser01] veroordeelt tot vergoeding aan Villasa van de door haar geleden schade ten bedrage van € 10.000,00 (dan wel een ander in goede justitie te bepalen bedrag), met veroordeling van [eiser01] in de kosten van de procedure, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente zoals omschreven in de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie.
3.5
Aan haar reconventionele vordering legt Villasa ten grondslag dat [eiser01] tijdens zijn bezoek aan [naam club01] onrechtmatig heeft gehandeld. [eiser01] en zijn vriend gedroegen zich onbehoorlijk, maakten ruzie met andere bezoekers, lieten zich racistisch en/of discriminerend uit, namen een dreigende houding aan en deden een valse melding bij de politie van de aanwezigheid van een vuurwapen in [naam club01] . Met zijn handelen heeft [eiser01] de veiligheid van het personeel en de bezoekers van Villasa in gevaar gebracht. De schade die Villasa dientengevolge heeft geleden, bestaat uit (een schatting van) verlies van inkomsten en reputatieschade.
3.6
[eiser01] betwist dat hij zich onbehoorlijk heeft gedragen, dat hij ruzie heeft gemaakt met andere bezoekers, dat hij zich racistisch en/of discriminerend heeft uitgelaten, dat hij een dreigende houding aannam en dat hij een melding heeft gedaan bij de politie. Daarnaast betwist [eiser01] dat Villasa schade zou hebben geleden, onder andere als gevolg van het politiebezoek aan [naam club01] .

4.De beoordeling

In conventie
Verwerking van persoonsgegevens
4.1
Met “persoonsgegevens” in de zin van de AVG wordt bedoeld alle informatie over een geïdentificeerde of identificeerbare natuurlijke persoon. Dat betekent dat de camerabeelden die in [naam club01] zijn gemaakt, de foto waarop [eiser01] te zien is en de video-opnames die [bedrijf01] van (een deel van) de camerabeelden heeft gemaakt (een en ander zoals genoemd in rechtsoverweging 2.4 en 2.5) alle kwalificeren als persoonsgegevens.
4.2
Van “verwerking” is (onder andere) sprake als persoonsgegevens, al dan niet via geautomatiseerde procedés, verzameld, vastgelegd, opgeslagen, gebruikt of verstrekt worden, of anderszins ter beschikking worden gesteld. Dat betekent dat het maken en aan [bedrijf01] tonen van een foto van [eiser01] als verwerking kwalificeert. Dat Villasa heeft toegestaan dat [bedrijf01] video-opnames maakte van (een deel van) de camerabeelden die in [naam club01] van [eiser01] waren gemaakt, is een vorm van het ter beschikking stellen van persoonsgegevens, zodat ook deze handeling kwalificeert als een verwerking.
Verwerking persoonsgegevens geen inbreuk op de AVG
4.3
De twee genoemde vormen van verwerking van persoonsgegevens leveren echter geen inbreuk op de AVG op.
Volgens artikel 6 sub f van de AVG is een verwerking van persoonsgegevens rechtmatig als dit noodzakelijk is voor de behartiging van de gerechtvaardigde belangen van de verwerkingsverantwoordelijke of van een derde, behalve wanneer de belangen of de grondrechten en de fundamentele vrijheden van de betrokkene die tot bescherming van persoonsgegevens nopen, zwaarder wegen dan die belangen, met name wanneer de betrokkene een kind is. Er moet dus aan twee voorwaarden worden voldaan: er is sprake van een gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke of een derde en de verwerking is noodzakelijk. Als aan die twee voorwaarden is voldaan, dan is de verwerking in beginsel rechtmatig (tenzij [eiser01] voldoende feiten en omstandigheden stelt en bij betwisting bewijst waaruit volgt dat zijn belang in dit geval toch moet prevaleren).
4.4
Ten aanzien van het tonen van de foto van [eiser01] aan [bedrijf01] geldt dat aan alle voorwaarden is voldaan. Villasa heeft gemotiveerd gesteld en met verklaringen van medewerkers onderbouwd dat [eiser01] zich die bewuste avond in [naam club01] onbehoorlijk heeft gedragen. Hij nuttigde alcohol, was rumoerig en maakte vervelende opmerkingen tegen, en ruzie met, andere bezoekers. [naam club01] heeft ook gesteld dat zij [eiser01] met het oog op zijn misdragingen een toegangsverbod wilde opleggen, dat zij hiervoor op de hoogte moest zijn van de identiteit van [eiser01] en dat zij om die reden (aan de hand van het logo op de bedrijfsbus en de trui die [eiser01] droeg) contact heeft gezocht met [bedrijf01] . [eiser01] heeft de voornoemde stellingen van Villasa onvoldoende gemotiveerd betwist, zodat een en ander vaststaat. Dat [naam club01], zoals zij heeft gesteld, de veiligheid van haar bezoekers en medewerkers wilde waarborgen en haar eigendommen wilde beschermen met een toegangsverbod voor [eiser01] , maakt dat het belang van [naam club01] bij het tonen van de foto aan [bedrijf01] (met als doel [eiser01] identiteit te achterhalen) gerechtvaardigd is. Het tonen van de foto aan [bedrijf01] was ook noodzakelijk ter behartiging van dit gerechtvaardigde belang van Villasa. Deze verwerking staat in verhouding tot het doel dat [naam club01] daarbij had, en niet is gebleken dat er een voor [eiser01] minder nadelige manier was om zijn identiteit te kunnen vaststellen. Ten slotte weegt het belang van [eiser01] dat zijn werkgever in het ongewisse zou worden gelaten van zijn bezoek aan [naam club01] en van de incidenten die zich tijdens dat bezoek voordeden niet zwaarder dan het belang van [naam club01] bij het waarborgen van de veiligheid van bezoekers en medewerkers en het beschermen van haar eigendommen. Daarbij is van belang dat [eiser01] zich in [naam club01] dermate onbehoorlijk heeft gedragen dat hij de consequenties van zijn misdragingen zelf heeft bewerkstelligd of deze in ieder geval kon verwachten.
4.5
Ook voor wat betreft het aan [bedrijf01] op haar verzoek tonen van (een deel van) de camerabeelden van de bewuste avond, en het aan [bedrijf01] ter beschikking stellen van die beelden door toe te staan dat zij daarvan video-opnames maakte, geldt dat aan de voorwaarden is voldaan. Hier gaat het om het gerechtvaardigd belang van een derde, te weten [bedrijf01] . Dat [bedrijf01] , nadat Villasa bij haar op kantoor was langsgekomen, meer wilde weten over het gedrag van [eiser01] op de avond dat hij
stand-bydienst had, is alleszins begrijpelijk. [eiser01] reed in de bedrijfsbus van [bedrijf01] waarin (zoals door Villasa gesteld en door [eiser01] niet betwist) gevaarlijke stoffen lagen en [bedrijf01] had er, met het oog op de veiligheid, een gerechtvaardigd belang bij inzicht te krijgen in de hoeveelheid alcohol die [eiser01] die avond had genuttigd. Daarnaast is aannemelijk geworden dat het tonen van (een deel van) de beelden noodzakelijk was om het gerechtvaardigd belang van [bedrijf01] te behartigen. Het is begrijpelijk dat [bedrijf01] , om een inschatting te kunnen maken van de ernst van de situatie en eventuele (arbeidsrechtelijke) consequenties te kunnen verbinden aan het gedrag van [eiser01] , de beelden met eigen ogen wilde zien (en bijvoorbeeld niet af wilde gaan op alleen de woorden van Villasa). Ook het ter beschikking stellen van deze beelden wordt geacht noodzakelijk te zijn geweest: [bedrijf01] wilde (zoals Villasa heeft gesteld en [eiser01] niet gemotiveerd heeft betwist) de beelden aan haar jurist laten zien om eventuele vervolgstappen te laten onderzoeken. Tot slot prevaleren de belangen van [eiser01] niet boven de belangen van [bedrijf01] , die gelegen zijn in het onderzoeken van een onveilige situatie, gecreëerd door een van haar werknemers. Ook hier is de context waarin een en ander zich heeft afgespeeld een belangrijke factor. Dat [eiser01]
stand-bydienst had en in een bedrijfsbus van [bedrijf01] reed met daarin gevaarlijke stoffen brengt een grote verantwoordelijkheid met zich mee. Toch heeft hij alcohol genuttigd. Dat leidt tot de conclusie dat [eiser01] de consequenties van zijn gedrag zelf heeft bewerkstelligd of deze in ieder geval kon verwachten.
4.6
Voor zover namens [eiser01] is betoogd dat niet aan de basisbeginselen van (artikel 5 van) de AVG is voldaan, geldt dat [eiser01] niet gemotiveerd heeft aangegeven op welk punt en waarom dit niet het geval zou zijn. Het stond Villasa vrij om door middel van cameraopnames de veiligheid van haar personeel, haar goederen en (die van) haar bezoekers te waarborgen. Evenzo stond het haar vrij - mede in het algemeen belang - de camerabeelden aan [bedrijf01] ter beschikking te stellen. Meer in het bijzonder staat het bepaalde in artikel 5 lid 1 onder b AVG hieraan niet in de weg.
4.7
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Villasa door het tonen van de foto en (een deel van) de beelden, en het ter beschikking stellen van die beelden, geen inbreuk heeft gemaakt op de AVG en dat deze verwerking van persoonsgegevens rechtmatig is geweest. De vorderingen van [eiser01] zullen daarom worden afgewezen.
4.8
Ten overvloede wordt nog overwogen dat wat betreft het door [eiser01] aan te tonen causale verband tussen de inbreukmakende verwerking en zijn schade heeft te gelden dat uit de brief van (de jurist van) [bedrijf01] van 1 februari 2023 volgt dat de positie van [eiser01] sowieso al wankelde. Verder geldt dat [eiser01] niet is ontslagen, maar dat tussen hem en zijn werkgever een vaststellingsovereenkomst is gesloten.
Proceskosten
4.9
[eiser01] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De rechtbank stelt deze kosten aan de kant van Villasa tot vandaag vast op € 676,00 aan griffierecht, € 1.196,00 aan salaris voor de advocaat (2 punten x € 598,00) en € 173,00 ter zake van nakosten. In totaal is dit € 2.045,00.
In reconventie
4.1
Vast staat (zie rechtsoverweging 4.4) dat [eiser01] zich die bewuste avond in [naam club01] onbehoorlijk heeft gedragen. Hij nuttigde alcohol, was rumoerig en maakte vervelende opmerkingen tegen, en ruzie met, andere bezoekers. Zijn vriend uitte racistische scheldwoorden jegens de portier van de Villa. Ook sneuvelde er een glas. De portier heeft [eiser01] en zijn vriend uit de Villa moeten verwijderen. Het handelen (van beide mannen) kwalificeert als onrechtmatig. Voor zover Villasa hierdoor schade heeft geleden, is [eiser01] hiervoor hoofdelijk aansprakelijk, dit op grond van 6:166 BW.
4.11
Ten aanzien van de (door Villasa gestelde) (valse) melding van de aanwezigheid van een vuurwapen geldt dat niet is komen vast te staan dat deze is gedaan door [eiser01] of zijn vriend en dat evenmin is komen vast te staan dat de melding daadwerkelijk vals was.
4.12
Hoewel sprake is van hoofdelijke aansprakelijkheid van [eiser01] , kan de vordering van Villasa niet worden toegewezen, omdat zij de door haar gestelde schade van € 10.000,00 onvoldoende heeft onderbouwd. Villasa heeft ter zitting zelf aangegeven dat de door haar geleden (reputatie- en omzet)schade moeilijk meetbaar is en dat deze vooral is ontstaan door de komst van de politie (terwijl niet vaststaat dat die het gevolg was van een (valse) melding van [eiser01] en zijn vriend). De rechtbank moet op grond van het voorgaande concluderen dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om te komen tot een toewijsbaar bedrag aan schadevergoeding.
Proceskosten
4.13
Villasa wordt in reconventie in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De rechtbank stelt deze kosten aan de kant van [eiser01] tot vandaag vast op € 598,00 aan salaris voor de advocaat (0.5 x 2 punten x € 598,00), en € 173,00 ter zake van nakosten. In totaal is dit € 771,00.

5.De beslissing

De rechtbank:
In conventie:
- wijst af het gevorderde;
- veroordeelt [eiser01] in de proceskosten, die aan de kant van Villasa tot deze uitspraak worden vastgesteld op € 2.045,00;
- verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
In reconventie:
- wijst af het gevorderde;
- veroordeelt Villasa in de proceskosten, die aan de kant van [eiser01] tot deze uitspraak worden vastgesteld op € 771,00;
- verklaart de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. den Teuling, ondertekend door mr. P. Joele en in het openbaar uitgesproken.
3736