In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 november 2023 een beschikking gegeven met betrekking tot een verzoek om een zorgmachtiging op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). Betrokkene, die bekend is met een psychotische stoornis in combinatie met vasculaire dementie, verblijft momenteel in een Wvggz-instelling. De officier van justitie heeft een verzoek ingediend voor een aansluitende zorgmachtiging in afwachting van een overplaatsing naar een verpleeghuis. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen zicht is op een tijdige overplaatsing naar het verpleeghuis, en dat het verblijf in de Wvggz-instelling niet meer gericht is op het bieden van de zorg die betrokkene nodig heeft. De rechtbank overweegt dat de criteria voor het verlenen van een zorgmachtiging niet zijn vervuld, aangezien er momenteel geen op de voorgrond staande psychiatrische problematiek aanwezig is. Betrokkene verblijft op een open afdeling, gaat zelfstandig met verlof en gebruikt geen antipsychotica meer. De rechtbank wijst het verzoek om zorgmachtiging af, met de overweging dat de continuïteit van zorg in een vertrouwde omgeving voorop staat en dat er geen noodzaak is voor een zorgmachtiging in dit geval.