In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft eiseres een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met als doel een straat- en contactverbod op te leggen. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. I. van Baaren, heeft eerder aangifte gedaan tegen gedaagde voor stalking en eenvoudige mishandeling. De zaak werd op 8 december 2023 mondeling behandeld, waarbij beide partijen in persoon verschenen.
Eiseres vorderde onder andere dat gedaagde verboden zou worden contact met haar op te nemen en zich binnen een straal van 250 meter van haar woning te begeven voor een periode van vijf jaar. Gedaagde heeft verweer gevoerd en erkende dat er in het verleden problemen zijn geweest, maar betwistte de beschuldigingen van stalking. Hij gaf aan niet te hebben geweten dat de relatie met eiseres beëindigd was en heeft toegezegd geen contact meer met haar op te nemen.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van eiseres moet worden afgewezen. Het straat- en contactverbod is een ingrijpende maatregel die met terughoudendheid moet worden toegepast. De rechter oordeelde dat de gestelde feiten en omstandigheden niet voldoende waren om een inbreuk op de rechten van gedaagde te rechtvaardigen. De voorzieningenrechter heeft daarbij meegewogen dat gedaagde heeft toegezegd eiseres met rust te laten.
De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij de eigen kosten draagt. Dit vonnis is uitgesproken op 22 december 2023 door mr. J. Mendlik.