Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 28 november 2023 met 7 producties;
- de brief van 28 november 2023 met wijziging van de eis;
- de reactie van [gedaagde] van 5 december 2023.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 22 december 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, vordert eiseres, woonachtig in Ridderkerk, een geldsom van € 1.458,60 van gedaagde, woonachtig in Rotterdam, in het kader van een kort geding. De procedure is gestart met een dagvaarding op 28 november 2023, gevolgd door een mondelinge behandeling op 8 december 2023, waarbij beide partijen in persoon zijn verschenen. Eiseres heeft een leaseovereenkomst voor een auto gesloten in juni 2021, die op 14 juli 2021 is geleverd. De relatie tussen partijen is beëindigd op 26 december 2022, waarna gedaagde de auto in zijn bezit heeft gehouden. Gedaagde heeft de auto op 1 december 2023 aan eiseres afgegeven.
Eiseres vordert nu, na vermindering van eis, betaling van een bedrag van € 1.458,60, bestaande uit garagekosten en een openstaande leasetermijn. Gedaagde heeft verweer gevoerd. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat eiseres grotendeels in het gelijk wordt gesteld. De gevorderde eigen bijdrage van € 859,00 is afgewezen, omdat niet aan de vereisten voor toewijzing is voldaan. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat het niet mogelijk is om gedaagde te veroordelen tot betaling van een onzeker en toekomstig bedrag met betrekking tot de bijbetaling van te veel gereden kilometers.
De voorzieningenrechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van € 599,60 aan eiseres en heeft hem in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 783,00. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en al het meer of anders gevorderde is afgewezen.