ECLI:NL:RBROT:2023:13024
Rechtbank Rotterdam
- Beschikking
- M.P. den Hollander
- D.J.M. Kuppens
- Rechtspraak.nl
Partneralimentatie en behoefte na AOW-leeftijd in het familierecht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2023, gaat het om een verzoek tot partneralimentatie van de vrouw aan de man, na de ontbinding van hun huwelijk. De vrouw verzoekt een bedrag van € 1.730,- bruto per maand, met als argument dat zij dit bedrag nodig heeft voor haar levensonderhoud. De man betwist de noodzaak van dit bedrag en stelt dat hij niet in staat is om het te betalen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 23 november 2022, waarbij beide partijen via videobellen zijn gehoord.
De rechtbank oordeelt dat de man van 28 juni 2022 tot 6 december 2022 een bedrag van € 31,- per maand aan partneralimentatie moet betalen. Dit bedrag is vastgesteld op basis van de draagkracht van de man en de behoefte van de vrouw. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vrouw een huwelijksgerelateerde behoefte heeft van € 1.483,- netto per maand, maar dat zij na 6 december 2022, met de toevoeging van haar AOW-uitkering, niet langer behoefte heeft aan partneralimentatie. De rechtbank wijst daarom het verzoek om partneralimentatie vanaf die datum af.
De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de man de alimentatie moet betalen, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. Beide partijen zijn verantwoordelijk voor hun eigen proceskosten. De uitspraak benadrukt de noodzaak om de financiële situatie van beide partijen te vergelijken en de impact van de AOW-leeftijd op de behoefte aan alimentatie.