In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam op 20 juni 2023, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een WIA-uitkering beoordeeld. Eiser had zijn aanvraag ingediend vanwege toegenomen psychische klachten, maar het UWV had deze aanvraag afgewezen met een besluit op 8 oktober 2021. Eiser had bezwaar gemaakt, maar het UWV handhaafde zijn beslissing in een bestreden besluit van 22 juli 2022. De rechtbank constateert dat het UWV onvoldoende rekening heeft gehouden met de medische informatie die na de eerdere beoordeling is verkregen, met name de diagnose UHR psychose die op 17 december 2020 is gesteld. De rechtbank oordeelt dat het UWV een motiveringsgebrek heeft en dat de keuze voor 30 januari 2020 als beoordelingsdatum niet logisch is, gezien de nieuwe diagnose. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit en verplicht het UWV om binnen dertien weken een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het UWV veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten en het griffierecht aan eiser.