ECLI:NL:RBROT:2023:13076

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2023
Publicatiedatum
16 september 2024
Zaaknummer
C/10/635864 / HA ZA 22-282
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot toepassing van vertrouwelijkheidsregime in het kader van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 16 oktober 2023 een beschikking gegeven in het kader van een verzoek tot toepassing van vertrouwelijkheidsregimes op bepaalde documenten. De eiseressen, [eiseres 1] en [eiseres 2], hebben verzocht om vertrouwelijkheidsregime 1 toe te passen op aanvullende producties EP56 en EP59, die vertrouwelijke informatie bevatten. De rechtbank heeft eerder op 2 augustus 2023 al twee vertrouwelijkheidsregimes ingesteld voor andere stukken van de eiseressen. De gedaagden, waaronder [gedaagde 1] en [gedaagde 2], hebben geen bezwaar gemaakt tegen de toepassing van het eerste vertrouwelijkheidsregime op de nieuwe producties, maar hebben wel inhoudelijke opmerkingen gemaakt over de toelaatbaarheid van deze stukken. De rechtbank heeft de verzoeken van de eiseressen toegewezen, met inachtneming van de bezwaren van de gedaagden over de late indiening van stukken en de vorm van sommige producties. De rechtbank heeft bepaald dat de vertrouwelijke informatie alleen toegankelijk is voor bepaalde advocaten en een aangewezen persoon per partij, en dat er een dwangsom van € 100.000,00 per overtreding kan worden opgelegd. De zittingen waarin vertrouwelijke informatie aan de orde komt, zullen achter gesloten deuren plaatsvinden. De beschikking is openbaar uitgesproken op 16 oktober 2023.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/635864 / HA ZA 22-282
Beschikking van 16 oktober 2023
in de zaak van
1. de rechtspersoon naar vreemd recht
[eiseres 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , [land] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
eiseressen in de hoofdzaak,
verzoeksters,
advocaat mr. R.M. van der Velden te Amsterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1],
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
2. de rechtspersoon naar vreemd recht
[gedaagde 2],
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , [land] ,
3.
[gedaagde 3],
wonende te [woonplaats] , [land]
4.
[gedaagde 4] (overleden),
voorheen wonende te [woonplaats] , [land]
5. de rechtspersoon naar vreemd recht
[gedaagde 5] .,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] , [land] ,
gedaagden in de hoofdzaak,
verweerders,
advocaat mr. H.J. Pot te Amsterdam.
Verzoeksters, eiseressen in de hoofdzaak, zullen hierna [eiseres 1] c.s. worden genoemd dan wel [eiseres 1] respectievelijk [eiseres 2] .
Verweerders, gedaagden in de hoofdzaak, worden [gedaagde 2] c.s. genoemd dan wel [gedaagde 1] , [gedaagde 2] , [gedaagde 3] , [gedaagde 4] respectievelijk [gedaagde 5] .

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de conclusie van dupliek tevens houdende incidentele vordering ex art. 843a Rv, met producties GP19 en GP20,
  • de conclusie van antwoord in het voorwaardelijke inzage-incident ex art. 843a Rv van [eiseres 1] c.s.,
  • de beschikking van 2 augustus 2023 op het verzoek tot toepassing van twee vertrouwelijkheidsregimes,
  • de bij brief van 15 augustus 2023 toegezonden akte houdende overlegging producties van [eiseres 1] c.s., met producties EP50 (ongeredigeerd) en EP56 t/m EP59, waarin onder meer de toepassing van vertrouwelijkheidsregime 1 op producties EP56 en EP59 is verzocht,
  • de akte houdende reactie additionele producties [eiseres 1] , tevens overlegging aanvullende producties en wijziging eis in het incident ex art. 843a Rv van [gedaagde 2] c.s., met producties GP 21 t/m 24,
  • de bij e-mail van 29 september 2023 door de rechtbank verzonden zittingsagenda,
  • de op 9 oktober 2023 ingekomen akte houdende overlegging producties van [eiseres 1] c.s. met daarbij producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2), EP50J (2), EP56 (2) en EP59 (2), naar zij zegt steeds vertalingen van de eerder overgelegde producties EP50B, EP50C, EP50F, EP50J, EP56 en EP59, alsook producties EP60 tot en met EP63, waarin de toepassing van vertrouwelijkheidsregime 1 ook op de als vertalingen aangeduide nieuwe producties is verzocht.
1.2.
De rechtbank heeft reeds een mondelinge behandeling in deze zaak bepaald op
19 oktober 2023.

2.Het verzoek

2.1.
Bij beschikking van 2 augustus 2023 heeft de rechtbank op verzoek van [eiseres 1] c.s. twee onderscheiden vertrouwelijkheidsregimes (1 en 2) ingesteld ten aanzien van de in het dictum van die beschikking gespecificeerde stukken van [eiseres 1] c.s.
2.2.
Op de rolzitting van 16 augustus 2023 heeft [eiseres 1] c.s. aanvullende producties overgelegd, waaronder producties EP56 en EP59. Daarbij heeft zij de rechtbank verzocht vertrouwelijkheidsregime 1 ook op deze twee producties van toepassing te verklaren.
Dat verzoek houdt concreet in:
  • een bevel tot behandeling met gesloten deuren, voor zover de inhoud van vertrouwelijke informatie ter zitting aan de orde zal komen (op grond van artikel 27 lid 1 sub d Rv),
  • het openbaar maken van slechts een geredigeerd vonnis waarin genoemde informatie onleesbaar is gemaakt (op grond van artikel 29 lid 4 Rv),
  • een aan [gedaagde 2] c.s. op te leggen mededelingenverbod ten aanzien van deze vertrouwelijke informatie en/of het in dat verband verhandelde in de processtukken en ter zitting (op grond van artikel 28 lid 1 sub a en b Rv).
2.3.
[gedaagde 2] c.s. heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen toepassing van vertrouwelijkheidsregime 1 op de aanvullende producties EP56 en EP59, zoals toegewezen in de beschikking van 2 augustus 2023 met betrekking tot de in die beschikking genoemde producties. Wel heeft zij een aantal inhoudelijke opmerkingen over de toelaatbaarheid en bruikbaarheid van deze stukken naar voren gebracht.
2.4.
In haar op 9 oktober 2023 ingekomen en ter zitting op 19 oktober 2023 te nemen akte heeft [eiseres 1] c.s. verzocht om vertrouwelijkheidsregime 2 ook toe te passen op de daarbij over te leggen producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2) en EP50J (2) en vertrouwelijkheidsregime 1 ook toe te passen op de over te leggen producties EP56 (2) en EP59 (2).
2.5.
Per e-mail van 13 oktober 2023 heeft de rechtbank [gedaagde 2] c.s. verzocht om uiterlijk op 16 oktober 2023 op dit verzoek te reageren.
2.6.
[gedaagde 2] c.s. heeft bij e-mail van 16 oktober 2023 aan de rechtbank doen weten geen (aanvullend) bezwaar te hebben tegen dit verzoek. Wel maakt zij bezwaar tegen het in een dermate laat stadium indienen van stukken die (veel) eerder hadden kunnen worden ingediend door [eiseres 1] c.s., alsmede de vorm van een aantal producties. [gedaagde 2] c.s. deelt mee dit bezwaar ter zitting nader toe te kunnen lichten.

3.De beoordeling

3.1.
[eiseres 1] c.s. stelt dat producties EP56 en EP59 documenten zijn met vertrouwelijke informatie van [eiseres 1] c.s. die zijn aangetroffen op de computers van [gedaagde 2] c.s.
[eiseres 1] c.s. stelt dat EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2), EP50J (2), EP56 (2) en EP59 (2) vertalingen zijn van eerder in het Turks overgelegde producties waarvoor reeds (onderscheiden) vertrouwelijkheidsregimes zijn ingesteld (en wat productie EP56 en EP59 betreft: is verzocht). Zij verzoekt op de vertalingen een gelijk vertrouwelijkheidsregime toe te passen als ter zake van de originelen is ingesteld.
3.2.
Gelet op die stellingen en het feit dat [gedaagde 2] c.s. geen bezwaar heeft tegen toepassing van de verzochte vertrouwelijkheidsregimes op de hierboven genoemde aanvullende producties, wordt het verzoek toegewezen zoals hierna in het dictum vermeld.
3.3.
Dat laat onverlet dat het bezwaar van [gedaagde 2] c.s. tegen de late indiening van de op
9 oktober 2023 overgelegde producties en de vorm van een aantal producties ter zitting nog aan de orde zal komen. Ditzelfde geldt voor haar overige inhoudelijke opmerkingen over de nieuwe stukken.

4.De beslissing

De rechtbank
4.1.
merkt de in producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2) en EP50J (2) - de vertaalde ongeredigeerde versie van productie EP50 en de bijlagen B, C, F en J daarbij - zichtbare informatie die in de geredigeerde stukken onleesbaar is gemaakt, althans de daaruit blijkende informatie die inzage geeft in de bedrijfsgeheimen van [eiseres 1] c.s., aan als vertrouwelijk en beschouwt deze voorshands als bedrijfsgeheim of vermeend bedrijfsgeheim,
4.2.
verbiedt aan [gedaagde 2] c.s. - gezamenlijk en ieder voor zich - op de voet van artikel 28 lid sub b 1 Rv in verbinding met artikel 1019ib Rv om de in 4.1 hierboven bedoelde informatie of meer algemeen de als vertrouwelijk aangemerkte inhoud van producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2) en/of EP50J (2) en/of het in dat verband verhandelde in de processtukken te openbaren, te gebruiken op andere wijze dan in 4.3 bepaald en om daarover mededelingen te doen aan derden (al dan niet binnen de organisatie(s) van [gedaagde 2] c.s.),
4.3.
bepaalt dat voor de als vertrouwelijk aangemerkte inhoud van producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2) en EP50J (2) het volgende geldt:
1) uitsluitend de Nederlandse advocaten van [gedaagde 2] c.s. alsmede één door [gedaagde 2] c.s. aan te wijzen andere natuurlijke persoon per partij mogen toegang krijgen en kennis nemen van deze stukken en informatie,
2) de personen die [gedaagde 2] c.s. of één van hen aanwijst om kennis te nemen van deze stukken en informatie mogen niet werkzaam zijn op (een van de) commerciële, R&D- of productie-afdelingen van (één van) [gedaagde 2] c.s.,
3) de onder 1) bedoelde personen mogen deze stukken en informatie slechts gebruiken in het kader van deze procedure en niet aan anderen openbaren,
4) de aangewezen personen mogen niet worden vervangen,
5) die delen van de zitting op 19 oktober 2023 en iedere verdere zitting in deze procedure waarin vertrouwelijke stukken en informatie als bedoeld in 4.1 en 4.2 en/of het in dat verband verhandelde in de processtukken aan de orde komt, zullen slechts met toelating van de hiervoor onder 1) genoemde groep plaatsvinden,
4.4.
bepaalt dat [gedaagde 2] c.s. hoofdelijk een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt van € 100.000,00 (zegge: eenhonderdduizend euro) voor elke keer dat een partij of een door de bewuste partij aangewezen lid van de confidentiality club in strijd handelt met het verbod neergelegd in 4.2, al dan niet in verbinding met 4.3, met een maximum van € 5.000.000,00 (zegge: vijf miljoen euro),
4.5.
bepaalt dat die delen van de zitting op 19 oktober 2023 en iedere verdere zitting in deze procedure waarin de inhoud van producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2), EP50J (2), EP56, EP56 (2), EP59 en/of EP 59 (2) en/of het in dat verband verhandelde in de processtukken aan de orde komt, zullen plaatsvinden achter gesloten deuren, zoals bepaald in artikel 27 lid 1 Rv,
4.6.
verstaat dat het aan [gedaagde 2] c.s. - gezamenlijk en ieder voor zich - op de voet van artikel 28 lid sub a 1 Rv verboden is om mededelingen te doen met betrekking tot hetgeen tijdens een zitting achter gesloten deuren is verhandeld,
4.7.
verbiedt aan [gedaagde 2] c.s. - gezamenlijk en ieder voor zich - op de voet van artikel 28 lid 1 sub b Rv om mededelingen te doen aan derden (al dan niet binnen de organisatie(s) van [gedaagde 2] c.s.) omtrent de inhoud van producties EP56, EP56 (2), EP59 en/of EP 59 (2) en/of het in dat verband verhandelde in de processtukken,
4.8.
bepaalt in uitzondering op het in 4.7 neergelegde verbod dat de inhoud van de producties EP56, EP56 (2), EP59 en/of EP 59 (2) door (ieder van) [gedaagde 2] c.s. uitsluitend mag worden gebruikt in het kader van lopende gerechtelijke procedures ter zake van het onderwerp van dit geschil en in daaruit voortvloeiende procedures, en bepaalt dat het (ieder van) [gedaagde 2] c.s. niet is toegestaan deze informatie voor enig ander doel te gebruiken,
4.9.
bepaalt dat, voor zover in enig vonnis van de rechtbank aan de inhoud van producties EP50B (2), EP50C (2), EP50F (2), EP50J (2), EP56, EP56 (2), EP59 en/of EP 59 (2) gerefereerd zal worden, slechts een geanonimiseerd vonnis ter publicatie zal worden aangeboden waarin deze informatie onleesbaar is gemaakt,
4.10.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. P.A.M. van Schouwenburg-Laan, mr. W.J.M. Diekman en mr. D.E. Stols en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2023.
[2091/1885/2502/3605]