Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van
- een taakstraf voor de duur van 240 uur subsidiair 120 dagen hechtenis.
4.Waardering van het bewijs
17 juni 2021 opzettelijk geldbedragen heeft verduisterd van de aangever, haar vader, de heer [slachtoffer 1] , door het overschrijven van geldbedragen van de bankrekeningen van haar vader naar haar eigen rekening en het meermalen pinnen van contante geldbedragen van zijn rekeningen. De verdachte heeft de hoogte van het ten laste gelegde bedrag echter betwist en de raadsman heeft het verduisterde geldbedrag geschat op € 30.000,- of lager.
geldbedragen.
e geldbedragenverdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te weten als houder en/of als gemachtigde (door middel van het voorhanden hebben van bankpassen en pincodes en het beheren van de bankrekeningen van die [slachtoffer 1] ,
5.Strafbaarheid feit
verduistering.
6.Strafbaarheid verdachte
7.Motivering straffen
8.Vorderingen benadeelde partijen
onder 2 ten laste gelegde feit. De benadeelde partij vordert een vergoeding van € 4.000,- aan materiële schade en een vergoeding van € 550,- aan immateriële schade.
€ 1.150,-, vermeerderd met de wettelijke rente en kosten als hieronder in de beslissing vermeld. Tevens wordt oplegging van de hierna te noemen maatregel als bedoeld in artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht passend en geboden geacht.
9.Toepasselijke wettelijke voorschriften
10.Bijlagen
11.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 6 (zes) maanden;
200 (tweehonderd) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
100 dagen;
€ 1.150,- (zegge: duizend en honderdvijftig euro) aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente hierover vanaf 17 juni 2021 tot aan de dag der algehele voldoening;
maatregel tot schadevergoedingop, inhoudende de verplichting aan de staat ten behoeve van [slachtoffer 1] te betalen
€ 1.150,-(hoofdsom zegge: duizend en honderdvijftig euro), vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 17 juni 2021 tot aan de dag van de algehele voldoening; bepaalt dat indien volledig verhaal van de hoofdsom van
€ 1.150,- niet mogelijk blijkt,
gijzelingkan worden toegepast voor de duur van
21 dagen; de toepassing van de gijzeling heft de betalingsverplichting niet op.
en/of elders in Nederland, meermalen, althans eenmaal,
of meergeld
bedrag(en) (in totaal ongeveer€100.878,48, zegge
als houder en/of als gemachtigde (door middel van het voorhanden hebben van bankpas(sen) en/of pincode(s) en/of het beheren van de bankrekening(en) van die [slachtoffer 1],
dan wel redelijkerwijs moest vermoeden,dat dat/die
en/of uit