ECLI:NL:RBROT:2023:1655

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
28 februari 2023
Zaaknummer
C/10/649713 / JE RK 22-2927
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met gedragsproblemen

In deze zaak heeft de kinderrechter op 16 januari 2023 een machtiging gesloten jeugdhulp verleend voor de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2005. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de minderjarige werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. A.F.M. den Hollander, en een vertegenwoordigster van de gecertificeerde instelling (GI), de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering. De moeder van de minderjarige was niet aanwezig, maar had haar instemming met het verzoek van de GI gegeven.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de minderjarige ernstige gedragsproblemen vertoont, die voortkomen uit zijn opvoedomgeving en eigen problematiek. Hij verblijft momenteel bij Schakenbosch, waar hij baat heeft bij de geboden begeleiding. De GI heeft aangegeven dat er geen passende vervolgplek voor de minderjarige is gevonden, ondanks meer dan 70 verzoeken aan zorgaanbieders. De kinderrechter heeft besloten dat de machtiging gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om de ontwikkeling van de minderjarige te waarborgen en om te voorkomen dat hij zich aan de jeugdhulp onttrekt.

De kinderrechter heeft de machtiging verleend voor de duur van drie maanden, met ingang van 18 januari 2023 tot 18 april 2023. De GI is opgedragen om de zoektocht naar een passende vervolgplek voor de minderjarige voort te zetten, gezien de ingrijpende aard van de maatregel. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens: C/10/649713 / JE RK 22-2927
datum uitspraak: 16 januari 2023

beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van
de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, hierna te noemen de GI, gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige01] , geboren op [geboortedatum01] 2005 te [geboorteplaats01] , [geboorteland01] ,

hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[moeder01] , hierna te noemen de moeder, wonende te [woonplaats01] .

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 14 december 2022, ingekomen bij de griffie op
19 december 2022;
- een briefrapportage van de GI van 3 januari 2023, ingekomen bij de griffie op
5 januari 2023;
- een brief van de GI van 12 januari 2023 met als bijlage een instemmende verklaring van de gekwalificeerde gedragswetenschapper d.d. 12 januari 2023, ingekomen bij de griffie op
13 januari 2023.
Op 16 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de minderjarige [voornaam minderjarige01] , bijgestaan door mr. A.F.M. den Hollander,
- een vertegenwoordigster van de GI, te weten mw. [naam01] .
Opgeroepen en niet verschenen is:
- de moeder.
Ten aanzien van het procesverloop en het verhandelde ter zitting merkt de kinderrechter het volgende op.
Van de heer [naam02] heeft de kinderrechter vernomen dat afgelopen nacht [voornaam minderjarige01] op Schakenbosch bij een incident betrokken is geweest. Hij heeft gewapend met een mes de confrontatie gezocht met een medebewoner. Politie is ter plaatse gekomen. Er is een veiligheidsinschatting gemaakt en besloten dat het niet verstandig is om [voornaam minderjarige01] vandaag naar de rechtbank te laten gaan. [voornaam minderjarige01] had vanochtend eerder een zitting bij de kantonrechter in deze rechtbank. Er is door Schakenbosch voor [voornaam minderjarige01] ook voor deze zitting geen vervoer naar de rechtbank geregeld. Toen dit duidelijk werd, heeft de rechtbank met toestemming van zijn advocaat gezorgd voor een videoverbinding via Teams, zodat [voornaam minderjarige01] gehoord kan worden voor in deze zaak. Via deze videoverbinding is ook gesproken de heer [naam02] , een begeleider van [voornaam minderjarige01] bij Schakenbosch, die bij [voornaam minderjarige01] aanwezig is.
De heer [naam02] heeft verklaard dat hij vanmorgen aan de moeder heeft laten weten dat de behandeling van de strafzaak van [voornaam minderjarige01] zal worden aangehouden. De moeder lijkt in de veronderstelling te zijn geweest dat de aanhouding van de strafzaak ook ziet op de behandeling van dit (civiele) verzoek. Mogelijk dat zij om die reden niet naar deze zitting is gekomen. Volgens de advocaat van [voornaam minderjarige01] is de moeder wel telefonisch beschikbaar. De moeder heeft ter zitting echter de bijstand van een tolk in de Somalische taal nodig. Tijdens deze zitting is een tolk echter niet beschikbaar. Gelet op het aflopen van de huidige machtiging gesloten jeugdhulp van [voornaam minderjarige01] op 18 januari 2023 en de organisatorische onmogelijkheid om de zaak niet nu maar alsnog voor die tijd te behandelen in aanwezigheid van een tolk of de zaak nu met een telefonisch aanwezige moeder en een telefonische tolk te horen, heeft de kinderrechter besloten om het verzoek buiten aanwezigheid van de moeder te behandelen. Uit het verzoek van de GI blijkt dat de moeder het eens is met het verzoek. Zij heeft begrip voor de problemen rondom WLZ-bedden en zij heeft aangegeven dat [voornaam minderjarige01] een verlenging nodig heeft om te kunnen verblijven bij Schakenbosch. Volgens de moeder is gebaat is bij de begeleiding bij Schakenbosch. Dit maakt dat de moeder nu niet gehoord is omtrent het verzoek.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige01] verblijft bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 11 juli 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 1 juli 2023 en is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige01] verleend met ingang van 18 juli 2022 tot 18 oktober 2022 en is het meer of anders verzochte afgewezen.
Bij beschikking van 12 oktober 2022 is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige01] verleend met ingang van 18 oktober 2022 tot 18 januari 2023.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van drie maanden.

De standpunten

De GI heeft ter zitting het verzoek gehandhaafd en als volgt nader toegelicht.
In de afgelopen periode heeft de GI alles in het werk gesteld om een passende WLZ-vervolgplek (Wet langdurige zorg) voor [voornaam minderjarige01] te vinden. Er zijn meer dan 70 verzoeken gedaan aan aanbieders. Het is echter nog niet gelukt om een passende plek te vinden. Vanwege zijn specifieke problematiek wordt [voornaam minderjarige01] door alle aanbieders geweigerd. Er is daarom ook meermaals overleg geweest met het ministerie van VWS (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) en het jeugdondersteuningsteam. Mogelijk is er nu zicht op een plaats. Vorige week heeft [voornaam minderjarige01] een positief intakegesprek bij Koraal gehad. Er is een kennismaking gepland, maar een datum is nog niet bekend. Volgende week zal duidelijk worden of deze plek voor [voornaam minderjarige01] passend is. Dan zal er vanaf april 2023 een plek voor [voornaam minderjarige01] beschikbaar zijn. Curazorg heeft een plek als [voornaam minderjarige01] achttien jaar wordt. Er is gevraagd naar een constructie ter overbrugging nu [voornaam minderjarige01] op 1 juli 2023 achttien jaar zal worden. Ondanks het incident van afgelopen nacht is het van belang dat [voornaam minderjarige01] de komende periode naar een passende vervolgplek zal doorstromen.
Op de vraag van [voornaam minderjarige01] of hij bij zijn vader zou kunnen verblijven, is bij navraag bij het asielzoekerscentrum (ACZ) gebleken dat de vader geen concreet zicht heeft op een woning.
Namens [voornaam minderjarige01] heeft zijn advocaat zich ter zitting gerefereerd aan het oordeel van de kinderrechter. Namens [voornaam minderjarige01] is wel aandacht gevraagd voor het volgende.
[voornaam minderjarige01] wil niet meer bij Schakenbosch verblijven. Er is nog geen passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige01] gevonden, omdat het systeem van de jeugdhulp niet voldoet. [voornaam minderjarige01] heeft voor zijn complexe problemen handvatten nodig. Een behandeling heeft niet echt plaatsgevonden en diverse therapieën zijn gestopt. Daar komt bij dat [voornaam minderjarige01] verblijft in een omgeving met veel jongeren met hun eigen problematiek, die hem prikkelen waarop [voornaam minderjarige01] reageert. Een prikkelarme omgeving is passender voor hem.
De minderjarige [voornaam minderjarige01] heeft ter zitting het volgende verklaard.
Afgelopen nacht heeft [voornaam minderjarige01] een conflict met een jongen gekregen. Volgens [voornaam minderjarige01] is het zelfverdediging geweest en heeft hij niemand mishandeld. Die andere jongen bleef hem uitdagen. De vader heeft vroeger voor [voornaam minderjarige01] gezorgd en zal een woning krijgen.
Namens Schakenbosch heeft de heer [naam02] ter zitting het volgende verklaard.
Vannacht heeft bij Schakenbosch een incident plaatsgevonden. [voornaam minderjarige01] heeft een mes gepakt en is naar een jongere toegelopen, omdat hij boos was. Er zijn negen politieagenten bij Schakenbosch geweest. [voornaam minderjarige01] is vervolgens zelf naar zijn kamer gegaan.

De beoordeling

Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. Naar het oordeel van de kinderrechter wordt nog steeds aan deze criteria voldaan.
Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting is immers gebleken dat [voornaam minderjarige01] forse gedragsproblemen heeft. Deze problemen worden veroorzaakt door de opvoedomgeving, waarin [voornaam minderjarige01] is opgegroeid en zijn kind-eigenproblematiek. [voornaam minderjarige01] is een getraumatiseerde, kwetsbare en impulsieve jongen. Hij heeft moeite om zijn emoties te reguleren. Daardoor laat hij – ook fysiek – agressief gedrag zien. Vanwege de zorgen is [voornaam minderjarige01] op 1 januari 2019 uit huis geplaatst. Sinds 27 mei 2020 verblijft hij binnen de gesloten jeugdhulp bij Schakenbosch. Op deze plek heeft [voornaam minderjarige01] baat bij de forse begrenzing en één op één begeleiding die hem wordt geboden.
In de afgelopen periode is de GI op zoek geweest naar een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige01] , waarbij 77 zorgaanbieders tevergeefs zijn benaderd. Daardoor ervaart [voornaam minderjarige01] enorme onzekerheid over zijn perspectief. De wens van [voornaam minderjarige01] om bij zijn vader te wonen, is begrijpelijk. De vader verblijft echter in een AZC en heeft geen zelfstandige woonruimte.
Vanwege de complexe problemen heeft [voornaam minderjarige01] bovendien een woonplek nodig met veel structuur, begrenzing en begeleiding op zijn ontwikkelingsniveau, waar hij ook na zijn achttiende leeftijd kan verblijven. Door het gebrek aan een passende vervolgplek is [voornaam minderjarige01] er gelet op al het voorgaande dan ook bij gebaat dat zijn plaatsing op de gesloten groep bij Schakenbosch wordt voortgezet om zijn ontwikkeling en veiligheid te waarborgen. Daarbij houdt de kinderrechter ook rekening met de instemmingsverklaring van dr. [naam03] d.d.
12 januari 2023 en het incident op Schakenbosch, waar [voornaam minderjarige01] afgelopen nacht bij betrokken is geraakt. Het incident maakt helaas duidelijk hoe ingewikkeld de casuïstiek van [voornaam minderjarige01] is.
Gelet op al het voorgaande zal de kinderrechter de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen voor de door de GI verzochte periode van drie maanden. Daarbij zal de GI gelet op het ingrijpende karakter van de maatregel de intensieve zoektocht naar een passende vervolgplek voor [voornaam minderjarige01] moeten vervolgen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige01] met ingang van 18 januari 2023 tot 18 april 2023.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 16 januari 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.L.G. van Mourik als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 7 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.