Op 16 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de beëindiging van het ouderlijk gezag over de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De kinderrechter heeft vastgesteld dat het gezag van de ouders, [moeder01] en [vader01], beëindigd moet worden, omdat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd. De moeder heeft een problematische achtergrond, waaronder een cannabisverslaving, en is niet in staat gebleken om de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [voornaam minderjarige01] op zich te nemen. De minderjarige is sinds 28 oktober 2021 met een machtiging uit huis geplaatst en verblijft in een pleeggezin waar hij goed gedijt. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de ouders te beëindigen en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond tot voogd te benoemen. De rechtbank heeft dit verzoek toegewezen, omdat de aanvaardbare termijn voor de ouders om hun verantwoordelijkheden te hernemen is verstreken. De rechtbank heeft ook benadrukt dat de moeder en vader niet in staat zijn om een veilige en voorspelbare opvoedsituatie te bieden. De voogdij is toegewezen aan de Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, die zich heeft bereid verklaard deze taak op zich te nemen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 7 februari 2023.