ECLI:NL:RBROT:2023:1679

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
20 januari 2023
Publicatiedatum
28 februari 2023
Zaaknummer
C/10/649408 / JE RK 22-2879
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot uithuisplaatsing en benoeming bijzondere curator voor minderjarige in complexe gezinssituatie

Op 20 januari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [voornaam minderjarige01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond heeft verzocht om een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een vrouwenopvang, vanwege zorgen over haar ontwikkeling en de onveilige thuissituatie. De kinderrechter heeft vastgesteld dat [voornaam minderjarige01] klem zit tussen haar ouders, wat leidt tot emotionele en fysieke onveiligheid. De moeder en vader hebben beiden advocaten ingeschakeld en hebben verschillende standpunten ingenomen over de situatie van [voornaam minderjarige01]. De moeder heeft ingestemd met de uithuisplaatsing, terwijl de vader zich verzet tegen het verzoek van de GI en meent dat [voornaam minderjarige01] beter af is bij hem.

De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld en heeft de minderjarige, de ouders en vertegenwoordigers van de GI gehoord. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat de situatie van [voornaam minderjarige01] ernstig is en dat er een risico bestaat op verdere ontwikkeling van problemen als de situatie niet verandert. De kinderrechter heeft daarom besloten om de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in de vrouwenopvang te verlenen, met als doel de veiligheid en ontwikkeling van het kind te waarborgen. Tevens is er een bijzondere curator benoemd, mr. W.R. Arema, om de belangen van [voornaam minderjarige01] te behartigen.

De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat er gewerkt wordt aan herstel van de verstoorde ouder-kindrelaties en dat er duidelijkheid moet komen over het perspectief van [voornaam minderjarige01]. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en hoger beroep kan worden ingesteld door belanghebbenden binnen de gestelde termijn.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaakgegevens : C/10/649408 / JE RK 22-2879
datum uitspraak: 20 januari 2023

beschikking uithuisplaatsing en benoeming bijzondere curator

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2009 te [geboorteplaats01] ( [geboorteland01] ), hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. K.M. van Wijngaarden, te Rotterdam,

[vader01] ,

hierna te noemen de vader, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. K. Logtenberg, te Rotterdam.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 9 december 2022, ingekomen bij de griffie op 13 december 2022,
- het verweerschrift van de vader van 18 januari 2023, ingediend door mr. K. Logtenberg,
- de producties van de zijde van de vader van 12 januari 2023, ingekomen bij de griffie op 17 januari 2023.
Op 20 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat voornoemd,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat voornoemd,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam01] ,
- mw. [naam02] als informant, hulpverlener vanuit Filomena, Centrum Huiselijk Geweld en Kindermishandeling te Rotterdam.
Aangezien de moeder de Nederlandse taal niet of onvoldoende machtig is, maar wel de Chinese taal (Mandarijn), heeft de kinderrechter het verhoor doen plaatsvinden met bijstand van dhr. [naam03] , tolk in de Chinese taal (Mandarijn). De kinderrechter heeft vastgesteld dat de tolk is beëdigd overeenkomstig het bepaalde in artikel 12 van de Wet beëdigde tolken en vertalers.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige01] verblijft bij een vrouwenopvang van Filomena.
Bij beschikking van 10 maart 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 24 maart 2023.

Het verzoek

De GI heeft de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een vrouwenopvang verzocht voor de duur van de ondertoezichtstelling.
De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht het als volgt toe. Er zijn zorgen over [voornaam minderjarige01] in de thuissituatie. Zij zit klem tussen haar ouders, waardoor haar algehele ontwikkeling ernstig wordt verstoord. Er is sprake van een verstoorde kindrelatie tussen [voornaam minderjarige01] en de beide ouders. Er is daarnaast sprake van emotionele onveiligheid met het risico op fysieke onveiligheid. [voornaam minderjarige01] voelt zich onbegrepen en niet gezien door de vader, waardoor zij meer naar haar moeder toe trekt. De relatie tussen de moeder en [voornaam minderjarige01] is echter eveneens zorgelijk, nu de moeder zich op momenten pedagogisch onmachtig kan voelen waarbij er fysieke conflicten plaatsvinden. Daarnaast legt de moeder volwassenenproblematiek bij [voornaam minderjarige01] neer. Ook dat is zorgelijk. De verhouding tussen de ouders is daarnaast ernstig verstoord. De vader stelt dat er sprake zou zijn van ouderverstoting door de moeder. Filomena heeft in overleg met een onafhankelijk expert vastgesteld dat in de thuissituatie sprake was van intiem terreur waarbij de vader de moeder al jaren in een afhankelijkheidspositie houdt. Dit is voor de moeder traumatisch, hetgeen ertoe leidt dat zij problemen met haar emotieregulatie ervaart. Om deze onveilige situatie te doorbreken, acht Filomena het van groot belang dat de ouders zo snel mogelijk uit elkaar gaan. Omdat moeder hiertoe echter niet de financiële middelen heeft en de vader heeft aangegeven niet te willen scheiden, is er in overleg met de betrokkenen in december 2022 besloten om de moeder samen met [voornaam minderjarige01] naar een vrouwenopvang te laten gaan. De relatie tussen [voornaam minderjarige01] en de moeder is namelijk het minst verstoord. De vader leek hier eerst mee in te stemmen, maar hij is hier later op teruggekomen. Een machtiging tot uithuisplaatsing voor [voornaam minderjarige01] in de vrouwenopvang is daarom nodig. Er vindt één keer in de week omgang tussen de vader en [voornaam minderjarige01] plaats, om de week begeleid en onbegeleid. In de komende periode dient te worden ingezet op herstel van de verstoorde ouder-kindrelaties en het perspectief van [voornaam minderjarige01] dient duidelijk te worden. Vanuit Filomena heeft [voornaam minderjarige01] een eigen begeleider toegewezen gekregen. Vader toont echter veel weerstand tegen de aanpak van Filomena, hetgeen de situatie moeilijk maakt. Het is wenselijk als [voornaam minderjarige01] ook een bijzondere curator krijgt toegewezen, zodat een onafhankelijk persoon haar belangen in en buiten rechte kan behartigen.

De standpunten

De hulpverlener vanuit Filomena heeft ter zitting aangegeven dat nadat het gezin in beeld is gekomen bij Filomena en onderzocht, gebleken is dat de situatie in het gezin dermate complex was, dat Filomena ook na de onderzoeksfase betrokken is gebleven. Er lijkt sprake te zijn van een patroon dat niet te doorbreken is. De problemen in het gezin spelen al ruim tien jaar. Vanuit Filomena zijn de grootste zorgen dat [voornaam minderjarige01] klem zit tussen de ouders en zich daardoor in een loyaliteitsconflict bevindt. Er is sprake van een dreigend contactverlies tussen de vader en [voornaam minderjarige01] binnen het gezin. De vader voelt zich machteloos en verstoten en geeft daarbij aan dat de moeder [voornaam minderjarige01] tegen hem opzet waardoor het contact tussen hem en [voornaam minderjarige01] onmogelijk wordt gemaakt. Uit het onderzoek van Filomena komt dat niet naar voren. Wel is daaruit gebleken dat de spanning in huis grotendeels veroorzaakt werd doordat de moeder in een afhankelijkheidspositie van de vader verkeerde, waardoor zij zich gevangen en getraumatiseerd voelde. Hierdoor ervaarde de moeder emotie-regulatieproblemen. Om deze reden is het team voor intiem terreur vanuit de vrouwenopvang ingeschakeld voor [voornaam minderjarige01] en de moeder. De hulpverlener vanuit Filomena staat achter het verzoek van de GI. Het is belangrijk dat [voornaam minderjarige01] en haar moeder vanuit de vrouwenopvang eraan werken dat de moeder haar positie als moeder terugwint door middel van opvoedondersteuning vanuit SPAM. Gezien wordt dat de moeder door haar nu meer onafhankelijke positie stabieler is geworden en ervoor openstaat om naar haar eigen aandeel in de situatie te bekijken. Zij erkent dat de cultuurverschillen gevolgen hebben voor het systeem en [voornaam minderjarige01] in het bijzonder en zij wil met de hulpverlening werken aan haar persoonlijke problematiek. Dit maakt dat de situatie voor [voornaam minderjarige01] bij de moeder op dit moment veilig wordt geacht. Er dient daarnaast te worden ingezet op herstel van de relatie tussen [voornaam minderjarige01] en de vader, waarbij voorop moet komen te staan dat [voornaam minderjarige01] zich gehoord voelt in die situatie. Om die reden zijn er onmiddellijk begeleide bezoeken tussen [voornaam minderjarige01] en de vader opgezet. In de komende periode zal dat verder moeten worden opgebouwd. De vader stelt zich echter ambivalent op tegenover de hulpverlening. Dat zit een goede samenwerkingsrelatie met Filomena in de weg.
De moeder stemt, deels bij monde van haar advocaat, in met het verzoek van de GI. De plaatsing in de vrouwenopvang betekent voor de moeder een vertrek uit de situatie van onmacht waarin zij zich een lange tijd heeft bevonden. Hierdoor is er ruimte voor de moeder om aan haar persoonlijke problematiek te werken. De moeder heeft nu de mogelijkheid om op momenten dat zij zich pedagogisch onmachtig voelt, naar de hulpverlening toe te stappen. Ook kan zij door middel van het ondernemen van activiteiten uit de situatie stappen, waar dat eerder in de thuissituatie niet mogelijk was. De moeder heeft haar emoties meer onder controle en zij is op dit moment zelfs bezig met het volgen van een opleiding. Hierna zal zij hopelijk een baan kunnen vinden en financieel onafhankelijk worden. Het vinden van een eigen woning heeft een hoge prioriteit voor de moeder. Desgevraagd heeft de moeder aangegeven achter de benoeming van een bijzondere curator voor [voornaam minderjarige01] staan.
De vader heeft desgevraagd aangegeven in te stemmen met een bijzondere curator voor [voornaam minderjarige01] . Door en namens de vader is verweer gevoerd tegen van het verzoek van de GI. De vader is van mening dat [voornaam minderjarige01] beter af is bij hem in haar ouderlijk huis. Bij de vader thuis is [voornaam minderjarige01] in de buurt van haar school en kan zij ongestoord contact hebben met haar leeftijdsgenoten. Het gaat minder goed met de schoolgang van [voornaam minderjarige01] sinds zij in de vrouwenopvang verblijft. Er is meer verzuim dan voorheen. De vrouwenopvang is een psychisch zware omgeving en dat veroorzaakt onrust bij [voornaam minderjarige01] . Daarnaast zijn er zorgen over de veiligheid van [voornaam minderjarige01] . In de vrouwenopvang is [voornaam minderjarige01] voortdurend aangewezen op haar moeder, terwijl de emotioneel en fysiek onveilige situaties juist werden veroorzaakt door de moeder. In tegenstelling tot wat door de GI wordt gesteld, heeft de vader zich nooit verzet tegen een echtscheiding. Hij heeft daar alleen niet het initiatief toe genomen omdat hij [voornaam minderjarige01] niet wilde verliezen. Er is een risico op ouderverstoting, nu [voornaam minderjarige01] meer naar haar moeder toe trekt. Deze problematiek speelt al jaren in het gezin. Het bondje tussen [voornaam minderjarige01] en de moeder dient tijdelijk te worden doorbroken. Het is daarom erg belangrijk dat [voornaam minderjarige01] bij de vader komt wonen en dat er vanuit de thuissituatie wordt ingezet op opvoedondersteuning van SPAM en begeleid contact met de moeder. De vader wil dat het rustiger voor [voornaam minderjarige01] wordt en dat ze niet gedwongen wordt om een keuze te maken tussen haar vader en haar moeder.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [voornaam minderjarige01] ernstig in haar ontwikkeling wordt bedreigd. [voornaam minderjarige01] zit al jaren klem tussen haar ouders. Haar algehele ontwikkeling wordt hierdoor ernstig verstoord en er is sprake van emotionele onveiligheid en het risico op fysieke onveiligheid voor [voornaam minderjarige01] . Er is sprake van een verstoorde ouder-kindrelatie tussen de moeder en [voornaam minderjarige01] en met name tussen de vader en [voornaam minderjarige01] . [voornaam minderjarige01] voelt zich door haar vader niet begrepen en gezien, waardoor zij naar haar moeder toe trekt. Tegelijkertijd kan de moeder zich op momenten pedagogisch onmachtig voelen, waardoor er in de thuissituatie conflicten tussen de moeder en [voornaam minderjarige01] kunnen ontstaan die ook fysiek kunnen worden. De moeder lijkt in een afhankelijke positie van de vader te verkeren waardoor zij zich onmachtig en getraumatiseerd voelt en haar emoties niet altijd onder controle kan houden.
Filomena is sinds 2022 betrokken binnen het gezin. De hulpverlening in het vrijwillig kader is echter onvoldoende van de grond gekomen, mede door de ambivalente en soms afwijzende houding van de vader richting de hulpverlening. De vader heeft een sterke visie over hoe de hulpverlening in zijn ogen dient te worden vormgegeven. Deze houding van de vader is niet helpend in de situatie. De kinderrechter heeft de GI en de vader er in eerdere beschikkingen al op gewezen dat dit een groot probleem vormt ten aanzien van de effectiviteit van de hulpverlening. Sinds december 2022 verblijft [voornaam minderjarige01] met haar moeder in een vrouwenopvang van Filomena. In de vrouwenopvang is de moeder niet langer (financieel) afhankelijk van de vader. Gebleken is dat de moeder hierdoor rust heeft gevonden, dat zij open staat voor hulpverlening en dat zij haar emoties meer onder controle heeft. De kinderrechter is dan ook van oordeel dat door de vader onvoldoende is onderbouwd dat [voornaam minderjarige01] zich op dit moment (nog steeds) in een onveilige situatie zou bevinden. Daar komt bij dat [voornaam minderjarige01] in het kindgesprek duidelijk heeft aangegeven dat zij zich bij de vader emotioneel onveilig voelt en dat zij zich meer op haar plek voelt bij de moeder. Dit is een uitdrukkelijke wens waar de kinderrechter niet aan voorbij wil gaan. De kinderrechter gaat niet mee in de stelling dat er sprake is van ouderverstoting, nu door een deskundige is geconcludeerd dat dat niet het geval is. Wel is er sprake van dreigend contactverlies tussen [voornaam minderjarige01] en de vader en dat is dan ook iets waar de komende periode veel aandacht voor moet zijn.
Om de bestaande patronen te doorbreken is het van belang dat de ouders de komende periode niet bij elkaar zijn. Het is daarom noodzakelijk dat [voornaam minderjarige01] de komende maanden met haar moeder in de vrouwenopvang blijft. Van daaruit dient er te worden ingezet op contactherstel tussen [voornaam minderjarige01] en de vader en opvoedondersteuning in de vorm van SPAM voor de beide ouders. Er dient actief te worden gewerkt aan herstel van de verstoorde ouder-kindrelatie tussen [voornaam minderjarige01] en de beide ouders, zodat het perspectief van [voornaam minderjarige01] op de lange termijn duidelijk kan worden.
Uit het voorgaande volgt dat de uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] noodzakelijk is in het belang van de verzorging en de opvoeding (artikel 1:265b, eerste lid, Burgerlijk Wetboek).
Benoeming bijzondere curator
Naar het oordeel van de kinderrechter is er sprake van een complexe situatie, waarbij het belang van [voornaam minderjarige01] verloren lijkt te gaan in de strijd tussen de ouders. De ouders hebben een sterk uiteenlopende visie over wat het beste voor [voornaam minderjarige01] zou zijn. Het is van belang dat er duidelijkheid komt rondom het perspectief van [voornaam minderjarige01] en rondom de vraag bij welke ouder zij op de lange termijn wanneer gaat verblijven. De kinderrechter zal daarom een bijzondere curator benoemen, zodat er een onafhankelijk persoon komt die kan onderzoeken wat hiertoe in het belang van [voornaam minderjarige01] is, [voornaam minderjarige01] zowel in als buiten rechte kan vertegenwoordigen en al het overige kan doen wat in dit kader in het belang van [voornaam minderjarige01] moet worden geacht.
Gelet op de korte duur van de nog lopende termijnen van de beschermingsmaatregelen, verzoekt de kinderrechter de bijzonder curator een eerste – verkennend – rapport op te maken over de stand van zaken voor afloop van de ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing, te weten 24 maart 2023, opdat dit betrokken kan worden bij eventuele verlengingsverzoeken.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [voornaam minderjarige01] in een vrouwenopvang, met ingang van 20 januari 2023 tot 24 maart 2023;
benoemt tot bijzondere curator teneinde [voornaam minderjarige01] te vertegenwoordigen:
mr. W.R. Arema, kantoorhoudende aan de Schiedamsedijk 69a, 3011 EK Rotterdam;
bepaalt dat deze benoeming geldt voor de duur van de onderhavige procedure;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 20 januari 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van V.L. Blijdorp als griffier. De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 20 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.