ECLI:NL:RBROT:2023:1841

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
10/198534-21
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in doodslag en openlijke geweldpleging na steekpartij

Op 6 maart 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, geboren in Suriname in 1981, die werd beschuldigd van medeplegen van doodslag en openlijke geweldpleging. De zaak betreft een steekpartij die plaatsvond in de nacht van 23 op 24 juli 2021 in Rotterdam, waarbij het slachtoffer, [slachtoffer01], overleed aan zijn verwondingen. De rechtbank heeft de zittingen gehouden op 30 en 31 januari 2023 en 6 maart 2023. De officier van justitie, mr. C.J. Kroon, eiste vrijspraak voor het primair ten laste gelegde en een partiële bewezenverklaring voor het subsidiair ten laste gelegde, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de dood van het slachtoffer. De rechtbank concludeerde dat de verdachte geen aandeel had in het doodsteken van [slachtoffer01] en sprak hem vrij van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. De benadeelde partijen, vertegenwoordigd door mr. F.J.M. Hamers, werden niet-ontvankelijk verklaard in hun vorderingen, aangezien de verdachte werd vrijgesproken. De kosten van de verdediging werden begroot op nihil.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team straf 2
Parketnummer: 10/198534-21
Datum uitspraak: 6 maart 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01] ,
geboren te [geboorteplaats01] (Suriname) op [geboortedatum01] 1981,
raadsman mr. A.C. Vingerling, advocaat te Utrecht.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de terechtzittingen van 30 en 31 januari 2023 en 6 maart 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.J. Kroon heeft gevorderd:
  • vrijspraak van het primair ten laste gelegde (medeplegen doodslag);
  • partiële bewezenverklaring van het subsidiair ten laste gelegde (openlijke geweldpleging);
  • ontslag van alle rechtsvervolging van de verdachte in verband met een geslaagd beroep op noodweer.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Inleiding
Rond tien voor half één in de nacht van 23 op 24 juli 2021 komt bij de politie een melding binnen van een steekpartij aan de [adres01] in Rotterdam. De politie treft ter plaatse drie gewonde mannen aan: [verdachte01] met steekverwoningen aan hoofd, rug en bil, [medeverdachte01] met een steekverwonding onder zijn linker oksel en [slachtoffer01] met steekverwondingen aan borst, linker bovenarm en linker bovenbeen.
[slachtoffer01] is ondanks reanimatiepogingen ter plekke overleden.
Uit het sectierapport blijkt dat de steekwond in zijn borst links zijn hart heeft geperforeerd en dat die steekwond de dood heeft veroorzaakt. De andere steekwonden hebben geen bijdrage aan de dood geleverd.
[voornaam verdachte01] en [medeverdachte01] zijn naar het ziekenhuis afgevoerd en beiden zijn aldaar aangehouden voor betrokkenheid bij de dood van [slachtoffer01] .
4.2.
Vrijspraak ten aanzien van het primair ten laste gelegde (medeplegen doodslag)
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de hem ten laste gelegde medeplegen van doodslag. Op grond van het voorliggende dossier heeft de verdachte geen aandeel gehad in het doodsteken van [slachtoffer01] .
4.3.
Ten aanzien van het subsidiair ten laste gelegde (openlijke geweldpleging)
4.3.1.
Standpunt officier van justitie
Het subsidiair ten laste gelegde – dat ziet op de worsteling met [slachtoffer01] nadat de verdachte al gestoken was – kan bewezen worden verklaard in die zin dat de verdachte [slachtoffer01] heeft geduwd en naar de grond heeft getrokken. De verdachte kan echter een geslaagd beroep op noodweer doen, nu de verdachte in deze situatie ter verdediging van anderen deze vorm van geweld tegen [slachtoffer01] mocht toepassen.
4.3.2.
Standpunt verdediging
Aangevoerd is dat de verdachte dient te worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde, omdat er geen sprake is van enige samenwerking of betrokkenheid bij anderen en evenmin dat de verdachte daar opzet op had. Subsidiair is er sprake van een (putatief) noodweersituatie.
4.3.3.
Beoordeling
Uit de tenlastelegging maakt de rechtbank op dat die ziet op mogelijke geweldshandelingen van de verdachte jegens [slachtoffer01] achter de auto, nadat de verdachte is gestoken. Zelf heeft de verdachte verklaard dat hij op dat moment het groepje is ingesprongen waar [slachtoffer01] deel van uitmaakte, op [slachtoffer01] sprong en met hem ten val kwam. Uit de camerabeelden blijkt dat de verdachte in zijn eentje, voor de auto van [slachtoffer01] langs, op een groep is afgerend. Uit het dossier valt verder niet op te maken dat bij de handelingen achter de auto sprake was van enige vorm van samenwerking tussen de verdachte en één of meer anderen bij enig geweld tegen [slachtoffer01] .
Anders dan de officier van justitie is de rechtbank dan ook van oordeel dat er onvoldoende bewijs is voor openlijk geweld door de verdachte. Hij zal dus ook worden vrijgesproken van de subsidiair ten laste gelegde openlijke geweldpleging.

5.Vorderingen benadeelde partijen

Door mr. F.J.M. Hamers zijn namens de in het geding gevoegde benadeelde partijen [benadeelde partij01] , [benadeelde partij02] , [benadeelde partij03] , [benadeelde partij04] en [benadeelde partij05] , vorderingen tot schadevergoeding ingediend.
Nu de verdachte zal worden vrijgesproken van het ten laste gelegde zullen de benadeelde partijen in de vorderingen niet-ontvankelijk worden verklaard.
Nu de benadeelde partijen niet-ontvankelijk zullen worden verklaard, zullen de benadeelde partijen worden veroordeeld in de kosten door de verdachte ter verdediging van de vorderingen gemaakt, welke kosten tot op heden worden begroot op nihil.

6.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlage maakt deel uit van dit vonnis.

7.Beslissing

De rechtbank:
verklaart niet bewezen, dat de verdachte het primair en subsidiair ten laste gelegde feit heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart de
benadeelde partijen [benadeelde partij01] , [benadeelde partij02] , [benadeelde partij03] , [benadeelde partij04] en [benadeelde partij05]niet-ontvankelijk in de vorderingen;
veroordeelt de benadeelde partijen in de kosten door de verdachte ter verdediging tegen de vorderingen gemaakt, en begroot deze kosten op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.M.G. van de Kragt, voorzitter,
en mrs. G.P. van de Beek en P.C. Tuinenburg, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K. Dere, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting op de datum die in de kop van dit vonnis is vermeld.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij op of omstreeks 24 juli 2021 te Rotterdam,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
[slachtoffer01] opzettelijk van het leven heeft beroofd, door meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borststreek en/of in het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] te steken tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer01] is overleden;
(art 287 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 juli 2021 te Rotterdam,
openlijk, te weten, op/aan de [adres01] , in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen een persoon, te weten [slachtoffer01] door
- meerdere malen, althans eenmaal, op/tegen/aan het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] te duwen en/of te trekken en/of
- voornoemde [slachtoffer01] naar de grond te trekken en/of te brengen en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] te slaan en/of te stompen en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, in/op/tegen het gezicht en/of op/tegen het hoofd en/of op/tegen het lichaam van voornoemde [slachtoffer01] te schoppen en/of te trappen en/of
- meerdere malen, althans eenmaal, met een mes, althans een scherp en/of puntig voorwerp, in de borststreek en/of in het lichaam, van voornoemde [slachtoffer01] te steken, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer01] is overleden.
(art 141 lid 1 Wetboek van Strafrecht)