ECLI:NL:RBROT:2023:1873

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
25 januari 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
C/10/648577 / JE RK 22-2735
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige in het kader van de jeugdbescherming

In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam op 25 januari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarige [voornaam minderjarige01]. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 29 januari 2023, maar de gecertificeerde instelling (GI) heeft verzocht om een verlenging voor een jaar vanwege ernstige zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01]. De ouders, [moeder01] en [vader01], zijn het eens over de noodzaak van de verlenging, maar er zijn zorgen over de communicatie tussen hen en de omgang tussen [voornaam minderjarige01] en de vader.

Tijdens de zitting is gebleken dat er geen verweer is gevoerd tegen het verzoek van de GI. De vader heeft aangegeven dat hij het belangrijk vindt dat de doelen van de ondertoezichtstelling duidelijk worden geformuleerd, zodat de GI stappen kan ondernemen. De moeder heeft ook gepleit voor de verlenging, maar benadrukt dat de communicatie tussen de ouders schriftelijk moet plaatsvinden. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er sprake is van een ernstige ontwikkelingsbedreiging voor [voornaam minderjarige01], die klem zit tussen de ouders en signalen van een loyaliteitsconflict vertoont.

De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 29 januari 2024, met de opmerking dat er duidelijke afspraken moeten worden gemaakt over de omgang en de communicatie tussen de ouders. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, en de schriftelijke uitwerking is vastgesteld op 13 februari 2023. Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/648577 / JE RK 22-2735
datum uitspraak: 25 januari 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming west,

hierna te noemen: de GI, gevestigd te Dordrecht,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2018 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. L.A. Jansen, kantoorhoudende te Oud-Beijerland,

[vader01] ,

hierna te noemen: de vader, wonende te [woonplaats02] ,
advocaat: mr. M. van der Weide, kantoorhoudende te Alkmaar.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoekschrift met bijlagen van de GI van 29 november 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum;
- de brief van de advocaat van de moeder, voornoemd, van 23 januari 2023;
- het e-mailbericht van de GI van 23 januari 2023;
- het e-mailbericht van de advocaat van de vader, voornoemd, van 24 januari 2023;
- het e-mailbericht van de GI van 24 januari 2023.
Op 25 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, voornoemd,
- de vader, bijgestaan door zijn advocaat, voornoemd,
- een vertegenwoordigster van de GI, mw. [naam01] en mw. [naam02] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de ouders.
[voornaam minderjarige01] woont bij de moeder.
Bij beschikking van 21 januari 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot
29 januari 2023.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar.

Het standpunt van de GI

De GI handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. Er bestaan ernstige zorgen over [voornaam minderjarige01] . [voornaam minderjarige01] is pas drie jaar, maar zit nu al klem tussen de ouders. [voornaam minderjarige01] kan geen onbelast contact hebben met de beide ouders. Het contact tussen [voornaam minderjarige01] en de vader verloopt niet goed en het is zorgelijk dat [voornaam minderjarige01] aangeeft dat hij de vader niet wil zien. De moeder wil [voornaam minderjarige01] beschermen, maar het is van belang dat [voornaam minderjarige01] emotionele toestemming krijgt van de moeder om contact te hebben met de vader. [voornaam minderjarige01] heeft de beide ouders nodig. Hulpverlening is daarom noodzakelijk.

Het standpunt van de vader

Door en namens de vader wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI.
Er wordt – kort en zakelijk weergegeven – naar voren gebracht dat de ouders het eens zijn over de verlenging van de ondertoezichtstelling. Zij onderkennen dat er zorgen zijn. De doelen van de ondertoezichtstelling dienen echter duidelijk in de beschikking te worden opgenomen, zodat de GI stappen kan zetten door bijvoorbeeld een schriftelijke aanwijzing te geven. Allereerst moet uit de beschikking duidelijk worden dat een van de hoofddoelen is een normale zorgregeling en normaal contact tussen [voornaam minderjarige01] en de vader. In het afgelopen jaar is er namelijk niet veel veranderd. De zorgregeling tussen [voornaam minderjarige01] en de vader is nog steeds niet uitgebreid. De beide ouders dienen zich hiervoor in te spannen. Ten tweede moet als doel worden opgenomen dat er wordt gewerkt aan de onderlinge communicatie tussen de ouders om zodoende de ernstige ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige01] te doen wegnemen. De vader staat hiervoor open, maar de moeder wil niet met de vader om tafel. Hierdoor worden er geen stappen gemaakt in de onderlinge verstandhouding tussen de ouders. Ten derde moet er meer zicht komen op wat [voornaam minderjarige01] nodig heeft. Er is geen sprake van normaal contact tussen [voornaam minderjarige01] en de vader en de vader maakt zich zorgen over de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] an sich. Er zijn geen zorgen over de basale verzorging van [voornaam minderjarige01] . De moeder heeft echter geen zelfreflectie en vaart op wat zij nodig vindt voor [voornaam minderjarige01] .

Het standpunt van de moeder

Door en namens de moeder wordt ter zitting geen verweer gevoerd tegen het verzoek van de GI.
Er wordt – kort en zakelijk weergegeven – aangevoerd dat de moeder pleit voor verlenging van de ondertoezichtstelling. De doelen blijken duidelijk uit het gezinsplan van de GI. Allereerst vindt er begeleide omgang plaats tussen [voornaam minderjarige01] en de vader. Uit het verzoekschrift van de GI volgt dat de omgang niet goed verloopt en dat daarom ook geen uitbreiding van de omgang plaatsvindt. Ten tweede is duidelijk afgesproken dat de communicatie tussen de ouders schriftelijk plaatsvindt. Ten derde ontwikkelt [voornaam minderjarige01] zich stabiel volgens de mannelijke groei- en ontwikkelingsvormen. Dit volgt ook uit het verslag van het consultatiebureau. [voornaam minderjarige01] ontwikkelt zich zelfs sneller dan gemiddeld. Tot slot wil de moeder opmerken dat zij overal aan meewerkt. Ook blijkt uit het verzoekschrift van de GI dat de ouders de laatste drie bezoeken hebben laten zien dat zij zich aan de afspraken kunnen houden. Het is dan ook niet passend van de GI om aan te geven dat de moeder emotionele toestemming moet geven.
Al met al is het van belang om afspraken op schrift te stellen, zodat duidelijk is waar de ouders zich aan dienen te houden.
Ter aanvulling op het betoog van haar advocaat geeft de moeder desgevraagd ter zitting aan dat zij constant de koers van de GI volgt die in de evaluaties is afgesproken. De verslaglegging door de GI van de afspraken wordt echter nagelaten. De moeder houdt zich aan de afspraken, maar kijkt daarbij wel wat [voornaam minderjarige01] nodig heeft. Sinds de GI de afspraken duidelijk op schrift heeft gesteld, houden de beide ouders zich aan de afspraken.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter overweegt hiertoe als volgt.
[voornaam minderjarige01] wordt nog ernstig in zijn ontwikkeling bedreigd. Tussen de ouders bestaat scheidingsproblematiek en [voornaam minderjarige01] wordt hiermee belast. [voornaam minderjarige01] zit klem tussen de ouders en laat signalen zien van een loyaliteitsconflict. Er is geen sprake van onbelast contact tussen [voornaam minderjarige01] en de ouders. De omgang tussen [voornaam minderjarige01] en de vader verloopt negatief en afspraken hierover worden niet nagekomen. Hierdoor lukt het niet om tot uitbreiding van de omgang tussen [voornaam minderjarige01] en de vader te komen. Na een aankondigingsmail voor een schriftelijke aanwijzing hebben de ouders laten zien zich wel aan de afspraken te kunnen houden.
Het lukt de ouders echter vooralsnog niet om op constructieve wijze te communiceren en afspraken te maken in het belang van [voornaam minderjarige01] . Zij zijn dan ook onvoldoende in staat om de ontwikkelingsbedreiging van [voornaam minderjarige01] onder eigen verantwoordelijkheid te doen afwenden. Hulpverlening komt tot op heden niet van de grond. De ouders liggen niet op één lijn qua opvoeding en beiden willen zij hierin geen concessies doen. Regie van een jeugdbeschermer is dan ook nog noodzakelijk. De kinderrechter zal de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] dan ook verlengen voor de periode zoals door de GI is verzocht. Ook (de advocaten van) de ouders stemmen hiermee in.
De kinderrechter merkt op dat (de advocaat van) de vader ter zitting heeft aangegeven graag de doelen van de ondertoezichtstelling duidelijk te willen hebben. Tegelijkertijd heeft (de advocaat van) de moeder ter zitting naar voren gebracht heldere afspraken te missen. De komende periode acht de kinderrechter het van belang dat er duidelijke afspraken worden gemaakt, dat deze op schrift worden gesteld en naar de ouders worden gecommuniceerd, zodat voor de beide ouders duidelijk is waaraan zij zich dienen te houden. Daarbij dient te worden bezien hoe de omgang tussen [voornaam minderjarige01] en de vader moet worden vormgegeven en of uitbreiding daarvan tot de mogelijkheden behoort. Ook dienen de beide ouders mee te werken aan het verbeteren van hun onderlinge communicatie en dient er zicht te komen op de ontwikkeling van [voornaam minderjarige01] .

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] tot 29 januari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 januari 2023 door mr. M. van Kuilenburg, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 13 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.