ECLI:NL:RBROT:2023:2051

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 maart 2023
Publicatiedatum
10 maart 2023
Zaaknummer
10165525 BM VERZ 22-5582
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
  • mr. dr. S. Wahedi
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting tot schadevergoeding door bewindvoerster wegens onverklaarbare vermogensdaling

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 maart 2023 een beschikking gegeven inzake het bewind over de goederen van een betrokkene. De procedure volgde op een eerdere beschikking van 15 juli 2021, waarin de vorige bewindvoerster, [naam02], werd ontslagen vanwege het niet naar behoren uitoefenen van haar taken. De huidige bewindvoerster, het Beschermingsbewindkantoor Nederland B.V., heeft vastgesteld dat het vermogen van de betrokkene tussen 2018 en 15 juli 2021 met € 17.285,55 is gedaald, wat onverklaarbaar werd geacht. De kantonrechter heeft de zaak behandeld op 21 februari 2023, waarbij de betrokken partijen aanwezig waren, waaronder de betrokkene en de huidige en voormalige bewindvoerster.

De kantonrechter heeft geconcludeerd dat de uitgaven van de voormalige bewindvoerster niet passen bij de woonsituatie en levensbehoeften van de betrokkene. Ondanks dat [naam02] heeft geprobeerd te verklaren dat de uitgaven verband hielden met persoonlijke uitgaven voor de betrokkene, heeft zij deze verklaring niet onderbouwd met bewijsstukken. Hierdoor heeft de kantonrechter geoordeeld dat [naam02] tekortgeschoten is in haar taak als bewindvoerster en dat zij schade heeft toegebracht aan het vermogen van de betrokkene.

De kantonrechter heeft de schade vastgesteld op € 17.285,55 en [naam02] veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan de betrokkene, met wettelijke rente vanaf de datum van de beschikking. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de betrokkene direct recht heeft op de schadevergoeding, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die [naam02] zou kunnen aanwenden.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 10165525 BM VERZ 22-5582
uitspraak: 14 maart 2023

beschikking van de kantonrechter, zitting houdende te Dordrecht,

inzake het bewind over de goederen van:

[betrokkene01] ,

geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
wonende te [postcode01] [plaats01] , [adres01] ,
hierna te noemen betrokkene.

Verloop van de procedure

De kantonrechter heeft kennisgenomen van:
de beschikking van de kantonrechter van 15 juli 2021 en de daarin genoemde stukken;
de brief van het Beschermingsbewindkantoor Nederland B.V. van 24 oktober 2022, met bijlagen.
De kantonrechter heeft de zaak ter terechtzitting van 21 februari 2023 met gesloten deuren behandeld. Daarbij waren aanwezig: betrokkene met [naam01] , begeleidster bij ASVZ, [naam02] , bewindvoerster van betrokkene tot 15 juli 2021 (hierna: [naam02] ) en [naam 03] , bewindvoerster van betrokkene per 15 juli 2021.

Beoordeling

Bij beschikking van 21 september 1995 is een bewind ingesteld over de goederen die (zullen) toebehoren aan betrokkene. In deze beschikking is [naam02] benoemd tot bewindvoerster, maar omdat zij haar taken niet naar behoren heeft uitgeoefend, is [naam02] , ambtshalve, bij beschikking van 15 juli 2021, ontslagen. In deze beschikking is Beschermingsbewindkantoor Nederland B.V. benoemd tot bewindvoerster (hierna: Beschermingsbewindkantoor) en tevens is haar gevraagd om te kijken naar de inkomsten en uitgaven van betrokkene over de periode 2018 t/m 15 juli 2021 omdat het vermogen van betrokkene in die periode fors is gedaald.
Beschermingsbewindkantoor heeft bij brief van 24 oktober 2022, samengevat, geconcludeerd dat over de genoemde periode het vermogen van betrokkene met € 17.285,55 is gedaald. Deze daling is volgens Beschermingsbewindkantoor onverklaarbaar omdat de verrichte betalingen en transacties niet passen bij de woonsituatie en levensbehoeftes van betrokkene. Hiertegenover heeft [naam02] niet meer of anders gesteld dan dat de vermogensdaling wél verklaarbaar is, omdat deze verband houdt met uitgaven die onder meer zijn gedaan voor een weekendje weg met betrokkene, het samen doen van boodschappen, het kopen van kleding voor betrokkene en het doen van betalingen aan de kleinzoon van [naam02] die later contant zijn terugbetaald aan betrokkene. [naam02] heeft haar verklaring niet onderbouwd met stukken. Dit geeft aanleiding om ten aanzien van de vermogensdaling bij betrokkene over de genoemde periode uit te gaan van het standpunt van Beschermingsbewindkantoor. Daarom moet het ervoor worden gehouden dat de uitgaven over de genoemde periode niet passen bij de algehele woon- en leefsituatie van betrokkene. Deze uitgaven zijn dan ook terecht als onverklaarbaar gekwalificeerd door Beschermingsbewindkantoor. Reeds dit betekent dat [naam02] schade heeft toegebracht aan het vermogen van betrokkene. Deze schade bedraagt € 17.285,55 en bestaat uit de som van alle onverklaarbare betalingen en transacties over de genoemde periode. [naam02] is over deze periode duidelijk tekortgeschoten in de uitoefening van de taak die zij had als bewindvoerster, namelijk op een behoorlijke wijze het bewind voeren over het vermogen van haar gehandicapte broertje. Dit tekortschieten kan [naam02] ook worden toegerekend. Dat zij gedurende een geruime tijd haar taken op dit vlak op gepaste wijze zou hebben uitgeoefend, verdient lof en staat ook niet ter discussie, maar dit gegeven maakt het niet anders dat zij in de genoemde periode wel degelijk tekortgeschoten is in de uitoefening van haar taken. [naam02] is daarom verplicht de schade die zij hierdoor aan het vermogen van betrokkene heeft toegebracht te vergoeden. Voor een eventuele betalingsregeling zal [naam02] zich moeten wenden tot de huidige bewindvoerster van betrokkene.

Beslissing

De kantonrechter:
stelt de schade, die betrokkene heeft geleden, vast op een bedrag van € 17.285,55;
veroordeelt [naam02] om aan betrokkene te betalen € 17.285,55, met de wettelijke rente daarover als bedoeld in artikel 6:119 BW vanaf datum beschikking tot de dag van volledige betaling;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. dr. S. Wahedi, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
Verzonden op: