In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, is Bol.com B.V. als eiser opgetreden tegen een gedaagde die niet in de procedure is verschenen. De zaak betreft een voorgenomen prejudiciële vraagstelling aan de Hoge Raad over de interpretatie van artikel 6:230v lid 3 van het Burgerlijk Wetboek, dat betrekking heeft op de informatie die op een bestelknop moet staan. De kantonrechter overweegt of de tekst op de knop, zoals 'bestellen', 'bestelling plaatsen' of 'bestelling afronden', voldoet aan de wettelijke vereisten. Daarnaast wordt de vraag gesteld of de rechter in verstekzaken ambtshalve de overeenkomst moet vernietigen als niet aan deze vereisten is voldaan, en of gedeeltelijke vernietiging mogelijk is.
De procedure is gestart met een dagvaarding van Bol.com, maar de gedaagde heeft niet gereageerd, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft besloten om Bol.com de gelegenheid te geven zich uit te laten over de voorgenomen prejudiciële vragen. De Hoge Raad zal partijen in de gelegenheid stellen om schriftelijke opmerkingen te maken, maar dit is niet verplicht. De kosten van deze procedure bij de Hoge Raad zullen door de kantonrechter worden vastgesteld, en er is geen griffierecht verschuldigd voor de gedaagde die niet is verschenen.
De kantonrechter heeft de zaak op 29 maart 2023 geagendeerd voor een rolzitting, waar Bol.com zich kan uitlaten over de voorgestelde vragen.