ECLI:NL:RBROT:2023:2136

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 maart 2023
Publicatiedatum
14 maart 2023
Zaaknummer
10139505
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betalingsachterstand zorgverzekering en vergoeding buitengerechtelijke kosten

In deze zaak heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een rechtszaak aangespannen tegen [gedaagde01] wegens een betalingsachterstand op de zorgverzekering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] een zorgverzekering had afgesloten bij Zilveren Kruis en dat er een betalingsachterstand was van € 2.167,82, waarvan [gedaagde01] tot de dagvaarding slechts € 1.582,82 had betaald. Na de dagvaarding heeft [gedaagde01] het resterende bedrag betaald, maar Zilveren Kruis eiste ook vergoeding van buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente. De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde01] € 59,14 aan buitengerechtelijke kosten moet betalen, evenals de proceskosten van € 781,74. De rechter heeft de rente toegewezen vanaf de dagvaarding, maar niet over de buitengerechtelijke kosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10139505 CV EXPL 22-30795
datum uitspraak: 3 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
vestigingsplaats: Utrecht,
eiseres,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V.,
tegen
[gedaagde01],
woonplaats: [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 22 september 2022, met bijlagen;
  • de e-mail van [gedaagde01] van 12 oktober 2022, met bijlagen;
  • de aantekeningen van de aanvullende mondelinge reactie van [gedaagde01] ;
  • de repliek, die een eisvermindering bevat, met bijlagen;
  • de e-mail van [gedaagde01] van 7 november 2022, met bijlagen;
  • de akte van Zilveren Kruis, die een eisvermindering bevat;
  • de rolbeslissing van 6 januari 2023;
  • de akte van Zilveren Kruis.

2..De beoordeling

Waar gaat het om?
2.1.
[gedaagde01] heeft een zorgverzekering afgesloten bij Zilveren Kruis. Zilveren Kruis stelt dat er sprake is van een betalingsachterstand. Zij eist daarom dat [gedaagde01] wordt veroordeeld om deze achterstand en alle bijkomende kosten (rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten) aan haar te betalen. [gedaagde01] is het hier niet mee eens.
[gedaagde01] had op het moment van dagvaarden een betalingsachterstand
2.2.
Uit de dagvaarding blijkt dat deze procedure gaat over de premie van de basisverzekering van september 2019, september 2020, mei, augustus, en november 2021 en het eigen risico van 2019 tot en met 2022 (bijlage 1 dagvaarding). Volgens Zilveren Kruis is de totale premie daarvan € 2.167,82. De kantonrechter gaat er vanuit dat dit klopt, omdat [gedaagde01] dat niet ter discussie heeft gesteld. Zilveren Kruis stelt dat [gedaagde01] tot de dagvaarding € 1.582,82 aan GGN had betaald en dat er dus sprake was van een achterstand.
2.3.
[gedaagde01] heeft veel betaalbewijzen opgestuurd naar de rechtbank. Hij heeft niet geschreven wat hij hiermee precies wil zeggen, maar alleen dat hij vindt dat het goed uitgezocht moet worden. Hij heeft het idee dat er steeds sprake is van nieuwe achterstanden. Zilveren Kruis heeft vervolgens een overzicht opgestuurd (bijlage 9 repliek). [gedaagde01] heeft hierop niet gereageerd, dus de kantonrechter gaat ervan uit dat dit overzicht klopt. Zij heeft alle betaalbewijzen van [gedaagde01] naast de overzichten van Zilveren Kruis gehouden. Daaruit is gebleken dat alle betalingen van [gedaagde01] (waarvan hij bewijzen heeft aangeleverd) zijn verwerkt door Zilveren Kruis. Er was dus op het moment van dagvaarden inderdaad sprake van een betalingsachterstand.
Het schuldhulpverleningstraject gaat over een andere achterstand
2.4.
[gedaagde01] heeft verder nog aangevoerd dat hij in 2019 een schuldhulpverleningstraject succesvol heeft afgerond en dat toen een deel van de schuld is kwijtgescholden. Bij de mail van 7 november 2022 hij daarvan een bevestigingsbrief aangeleverd. Zilveren Kruis heeft in reactie daarop laten weten dat dit ging om een oudere betalingsachterstand uit 2014 tot 2017 en dus niet om de premie waarover deze procedure gaat. De kantonrechter ziet dat het dossiernummer dat in de bevestigingsbrief van schuldhulpverlening staat (24592131) ook terugkomt in het betaaloverzicht van Zilveren Kruis en dat dit inderdaad gaat om een oudere achterstand. Dit traject leidt daarom niet tot een andere conclusie.
Inmiddels heeft [gedaagde01] de hele achterstand betaald
2.5.
In de repliek en de akte van 7 december 2022 heeft Zilveren Kruis geschreven dat ze na de dagvaarding nog € 585,- heeft ontvangen, naast de € 1.582,82 die ze al ontvangen had. [gedaagde01] heeft dus in totaal € 2.167,82 betaald. Uit de specificatie van Zilveren Kruis blijkt dat zij alle betalingen rechtstreeks van de premie aftrekt (bijlage 9 repliek). Dat betekent dat [gedaagde01] inmiddels de volledige premie waarover deze procedure gaat heeft betaald.
[gedaagde01] moet € 59,14 aan buitengerechtelijke kosten betalen
2.6.
Zilveren Kruis eist verder een vergoeding van de buitengerechtelijke kosten die zij heeft gemaakt. Zij stelt dat zij op 22 mei 2019 een aanmaning heeft verstuurd naar [gedaagde01] , waarin ze hem heeft aangemaand om binnen veertien dagen € 385,- te betalen (bijlage 2 dagvaarding). [gedaagde01] heeft dat niet betwist. Wel blijkt uit de betaalbewijzen en de specificatie van Zilveren Kruis dat [gedaagde01] op 23 mei 2019, dus na ontvangst van de aanmaning, nog € 59,15 heeft betaald. De rest van het bedrag heeft hij niet betaald. Zilveren Kruis heeft daarom op grond van de wet recht op vergoeding van buitengerechtelijke kosten, op basis van het resterende bedrag van € 325,85. Er wordt daarom een bedrag van € 59,14 (inclusief btw) toegewezen.
[gedaagde01] moet vanaf de dagvaarding rente betalen aan Zilveren Kruis
2.7.
Zilveren Kruis eist verder wettelijke rente. Deze eis wordt niet volledig toegewezen, omdat Zilveren Kruis de rente ook eist over buitengerechtelijke kosten en rente. Rente over rente is pas toewijsbaar als de rente een jaar verschuldigd is (artikel 6:119 lid 2 BW). Dat daarvan sprake is, is niet gesteld door Zilveren Kruis. Rente over buitengerechtelijke kosten is ook niet toewijsbaar, omdat niet is gebleken dat Zilveren Kruis die kosten al aan GGN heeft betaald. Dit deel van de eis wordt dus afgewezen.
2.8.
Zilveren Kruis stelt dat de rente berekend tot 22 september 2022 € 25,45 bedraagt. Zij heeft niet laten zien hoe ze dit bedrag heeft berekend. De kantonrechter gaat ervan uit dat dit (ten onrechte) ook is berekend over de rente en buitengerechtelijke kosten. De rente wordt daarom toegewezen vanaf de dagvaarding, op de manier zoals onder beslissing is vermeld, gezien de tussentijdse betalingen van [gedaagde01] .
Proceskosten
2.9.
Zilveren Kruis is terecht deze procedure gestart tegen [gedaagde01] . [gedaagde01] moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vast op € 129,74 aan dagvaardingskosten, € 322,- aan griffierecht en € 330,- aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punten x € 132). Dit is totaal € 781,74.
De kantonrechter kan geen kosten kwijtschelden
2.10.
[gedaagde01] heeft gevraagd of de kantonrechter de bijkomende kosten kan kwijtschelden. Die bevoegdheid heeft de rechter echter niet, omdat Zilveren Kruis op grond van de wet recht heeft op vergoeding van die kosten.
De kantonrechter snapt de verwarring van [gedaagde01]
2.11.
De kantonrechter merkt nog op dat zij de verwarring van [gedaagde01] snapt. Uit de repliek blijkt namelijk dat GGN vijf verschillende dossiernummers van [gedaagde01] hanteert, deels van andere schuldeisers, maar ook van Zilveren Kruis. Sommige van deze dossiers hebben tegelijkertijd gelopen. De kantonrechter raadt [gedaagde01] daarom aan om contact op te nemen met GGN om duidelijk te krijgen of er na deze procedure nog iets openstaat. Verder geeft zij [gedaagde01] in overweging om financiële hulp in te schakelen voor het aflossen van deze schulden.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.12.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3..De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Zilveren Kruis te betalen € 59,14, met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 585,- vanaf 22 september 2022 tot 3 oktober 2022 en over € 485,- vanaf 3 oktober 2022 tot 2 november 2022 en over € 200,- vanaf 2 november 2022 tot 8 november 2022;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten, aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vastgesteld op € 781,74;
3.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
3.4.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. van der Kolk en in het openbaar uitgesproken.
33394