ECLI:NL:RBROT:2023:2188

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
C/10/640412 / HA ZA 22-499
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing incidenteel beroep op nietigheid dagvaarding en schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Rotterdam, heeft de rechtbank op 15 maart 2023 uitspraak gedaan in een zaak tussen [opposante01], h.o.d.n. [handelsnaam01], en MKSA B.V. en Maas en Kleiberg Subsidieadvies Holding B.V. De zaak betreft een incidenteel beroep van [opposante01] tegen een eerder vonnis van 22 april 2022, waarbij zij was veroordeeld tot betaling van geldbedragen aan MKSA c.s. [opposante01] heeft in haar verzet onder andere gevorderd dat de dagvaarding nietig wordt verklaard wegens gebrek aan belang en heeft tevens verzocht om schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad van het verstekvonnis.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep op nietigheid van de dagvaarding niet kan worden toegewezen, omdat MKSA c.s. niet onredelijk in hun belangen zijn geschaad door de dagvaarding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de stellingen van [opposante01] over haar woonadres in Colombia onvoldoende zijn weersproken door MKSA c.s. en dat de dagvaarding op het verkeerde adres is uitgebracht. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat dit gebrek niet leidt tot nietigheid van de dagvaarding.

Daarnaast heeft de rechtbank het verzoek tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad afgewezen. De rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van misbruik van procesrecht door MKSA c.s. en dat de belangen van partijen in deze procedure niet zodanig zijn dat schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad gerechtvaardigd zou zijn. De kosten van de incidentele procedure zijn toegewezen aan [opposante01]. De hoofdzaak is verwezen naar de rol van 12 april 2023 voor verdere behandeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/640412 / HA ZA 22-499
Vonnis van 15 maart 2023
in de zaak van
[opposante01], h.o.d.n. [handelsnaam01] ,
wonende te Olympico Palmira Valle, Colombia,
opposante,
incidenteel eiseres,
advocaat mr. M. van Loo te Breda,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MKSA B.V., voorheen genaamd Maas en Kleiberg Subsidieadvies B.V.
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
MAAS EN KLEIBERG SUSIDIEADVIES HOLDING B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
geopposeerden,
incidenteel verweersters,
advocaat mr. G.T. Poot te Rotterdam.
Partijen zullen hierna [opposante01] en MKSA c.s. genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het door deze rechtbank op 22 april 2022 onder nummer C/10/632112/HA ZA 22-65 bij verstek gewezen vonnis, waarbij [opposante01] is veroordeeld om aan MKSA c.s. meerdere geldbedragen te voldoen;
  • de verzetdagvaarding van 15 juni 2022 (met producties 1 t/m 12), waarbij [opposante01] tegen dit vonnis in verzet komt en zij tevens drie incidentele vorderingen instelt;
  • de conclusie van antwoord in incident (met producties 19 t/m 25);
  • de akte uitlaten van [opposante01] (met productie 13);
  • de antwoord akte van MKSA c.s. (met producties 26 t/m 30);
  • de akte uitlaten van [opposante01] (met producties 13 t/m 16).
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2..De incidentele geschillen

2.1.
[opposante01] vordert, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
onvoorwaardelijk:
I. het vonnis d.d. 20 april 2022 bekend onder nummer C/10/632112/HA ZA 22-65 te
vernietigen en de vorderingen van Maas en Kleiberg Subsidieadvies Holding B.V. en van MKSA B.V. af te wijzen op grond van een nietige dagvaarding;
geheel
in voorwaardelijke zin, voor zover het onder I gevorderde wordt afgewezen:
II. deze procedure op grond van het bepaalde in artikel 222 Rv samen te voegen met de
procedure die aanhangig is bij de rechtbank voornoemd en bekend onder zaaknummer
C/10/625326;
III. de door de rechtbank verklaarde uitvoerbaarheid bij voorraad verklaring van het vonnis d.d. 20 april 2022 bekend onder nummer C/10/632112/HA ZA 22-65 te schorsen, zolang dat er in deze verzetprocedure nog geen eindvonnis is gewezen.
2.2.
MKSA c.s. concluderen bij vonnis in incident, uitvoerbaar bij voorraad,
I. de (onvoorwaardelijke) incidentele vordering tot vernietiging van het vonnis en
afwijzing van de vorderingen van [opposante01] (vordering I), af te wijzen, evenals de
(voorwaardelijke) vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad
(vordering III);
II. de (voorwaardelijke) incidentele vordering tot voeging van de procedures (vordering
II), toe te wijzen voor zover de rechtbank deze vordering passend acht, doch zonder dat dit tot een proceskostenveroordeling voor MKSA c.s. leidt en op zodanige wijze dat afdoende
rekening gehouden wordt met het lopende hoger beroep; onder veroordeling van [opposante01] in de kosten van dit incident, althans onder de veroordeling dat ieder der partijen de eigen kosten draagt.

3..De beoordeling

in de hoofdzaak
ontvankelijkheid verzet
3.1.
Gesteld noch gebleken is dat [opposante01] te laat verzet heeft gedaan. Zij is derhalve ontvankelijk in haar verzet tegen het door deze rechtbank op 22 april 2022 onder nummer C/10/632112/HA ZA 22-65 bij verstek gewezen vonnis.
in de incidenten
nietigheid dagvaarding
3.2.
In de eerste plaats overweegt de rechtbank dat het in de literatuur omstreden is of het uitspreken van de nietigheid van de dagvaarding in een incident kan worden gevorderd. Aangezien MKSA c.s. zich hier op zichzelf niet tegen hebben verzet en het ook de rechtbank praktisch voorkomt om hier direct op te beslissen, zal zij de kwestie als incident bespreken.
3.3.
De door [opposante01] ingenomen en met producties onderbouwde stellingen over haar woonadres in Colombia zijn door MKSA c.s. onvoldoende gemotiveerd weersproken. Hieruit volgt dat MKSA c.s. de inleidende dagvaarding hadden moeten doen uitbrengen op het adres [adres01] in plaats van [adres02].
3.4.
In het midden kan blijven of de stelling van MKSA c.s. juist is, dat [opposante01] helemaal niet in Colombia woont maar (op een niet nader genoemd adres) in Nederland. Deze stelling - die gemotiveerd door [opposante01] wordt betwist - kan ook bij gebleken juistheid immers niet leiden tot geldigheid van de in Colombia uitgebrachte dagvaarding.
3.5.
Anders dan MKSA c.s. menen is irrelevant of andere stukken kennelijk wel goed door [opposante01] zijn ontvangen op het onjuiste adres. Mogelijk is deze vergissing ontstaan omdat [opposante01] dit adres zelf abusievelijk had vermeld in een namens haar uitgebracht beslagrekest en opvolgende dagvaarding van 2 september 2021, gericht tegen Maas en Kleiberg Subsidieadvies Rotterdam B.V. en de deurwaarder van MKSA c.s. geen onderzoek had gedaan in het BRP-register.
3.6.
Wat daarvan zij, [opposante01] heeft niet gesteld in welk belangen zij door dit gebrek is geschaad. Ook nadat MKSA c.s. de tekst van artikel 122, eerste lid Rv uitdrukkelijk onder haar aandacht hadden gebracht, heeft [opposante01] nagelaten om in de door haar genomen aktes dat belang aan te geven. Derhalve valt niet in te zien waarom de dagvaarding nietig zou moeten worden verklaard en waardoor deze procedure in verzet geen verdere doorgang zou kunnen vinden.
3.7.
De slotsom is dat het beroep op nietigheid van de dagvaarding door de rechtbank wordt verworpen omdat het gebrek [opposante01] niet onredelijk in haar belangen heeft geschaad.
voeging
3.8.
Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat in de zaak bekend onder zaaknummer C/10/625326 op 22 februari 2023 eindvonnis is gewezen. Als gevolg daarvan is niet langer sprake van het bij deze rechtbank aanhangig zijn van een andere zaak over een verknocht onderwerp.
3.9.
Het verzoek tot voeging zal worden afgewezen.
schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad
3.10.
Anders dan geldt voor de procedure in hoger beroep kent de wet geen uitdrukkelijke voorziening om in verzet schorsing van de bij verstek uitvoerbaarheid bij voorraad te vorderen. MKSA c.s. hebben hiertegen op zichzelf geen bezwaar gemaakt. De rechtbank oordeelt dat in het algemeen geldt dat bij verzet de rechter alle eerder door hem genomen beslissingen ongedaan kan maken en dat dus ook geldt voor de uitvoerbaarheid bij voorraad.
3.11.
Aan het verzoek tot schorsing legt [opposante01] ten grondslag dat er meerdere procedures zijn gevoerd en lopende zijn, waarin relevante feiten en omstandigheden aan de rechtbank alsmede het gerechtshof zijn voorgelegd, welke tevens relevant zijn voor deze verzetprocedure. Het verzwijgen van deze feiten, alsmede het door [opposante01] in dat kader aangevoerde verweer levert volgens [opposante01] onrechtmatig procederen of misbruik van procesrecht op. Op grond van het bepaalde in artikel 21 Rv zijn partijen verplicht om de voor de beslissing van belang zijnde feiten volledig en naar waarheid aan te voeren. Het voorgaande levert misbruik van procesrecht op door MKSA c.s. en voor [opposante01] een belang om deze incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaarheid bij voorraad te vorderen.
Daarnaast maken MKSA c.s. misbruik van procesrecht door haar rauwelijks te dagvaarden, aldus [opposante01] .
3.12.
MKSA c.s. betwisten dat zij misbruik van procesrecht hebben gemaakt. Ook overleggen zij stukken waaruit blijkt dat zij [opposante01] niet rauwelijks hebben gedagvaard.
3.13.
De rechtbank oordeelt dat van rauwelijks dagvaarden van [opposante01] geen sprake lijkt alsmede dat zonder nadere toelichting, die ontbreekt, rauwelijks dagvaarden van een partij nog geen misbruik van procesrecht oplevert. Evenmin is de rechtbank gebleken dat door MKSA c.s. dermate belangrijke stellingen van [opposante01] zijn verzwegen dat geoordeeld moet worden dat MKSA c.s. misbruik van procesrecht hebben gemaakt.
3.14.
Overigens komt het er bij de vraag of een uitvoerbaar bij voorraad verklaarde rechterlijke beslissing geschorst moet worden op aan wiens belangen het zwaarst wegen.
3.15.
MKSA c.s. hebben verklaard dat het door de ING als gevolg van het gelegde derdenbeslag uitgekeerde bedrag is overgemaakt naar de derdenrekening van de deurwaarder en dat zij bereid zijn om het daar te laten staan totdat een eindvonnis in alle lopende zaken van dit geschil is bereikt, of partijen tot overeenstemming zijn gekomen.
3.16.
Onder het overleggen van een door het gerechtshof Den Haag in kort geding gewezen arrest d.d. 26 juli 2022 heeft [opposante01] gesteld dat MKSA c.s. een titel hebben voor een hoger bedrag dan het bedrag dat zij hebben geïncasseerd – terwijl gelet op het oordeel van het hof, de vordering van Maas en Kleiberg Subsidieadvies Rotterdam B.V. allerminst vaststaat – en terwijl [opposante01] (nog) geen zekerheid heeft dat de reeds geïncasseerde gelden onder de deurwaarder op diens derdengeldrekening blijven, tot er een eindvonnis is gewezen.
3.17.
MKSA c.s. hebben nader gesteld dat het arrest een andere vraag beantwoordt dan in deze verzetprocedure aan de orde is.
3.18.
De rechtbank oordeelt dat de kans van slagen van het verzet geen rol mag spelen bij de beoordeling van dit incidentele verzoek, behoudens een kennelijke misslag. Dat van dit laatste sprake is, is echter gesteld noch gebleken.
3.19.
De andere door [opposante01] aangevoerde stellingen zijn op zichzelf juist maar leveren naar het oordeel van de rechtbank geen specifieke belangen op die zich tegen het uitvoerbaar bij voorraad verklaren van het bij verstek gewezen vonnis verzetten. Ook deze incidentele vordering zal worden afgewezen.
kosten
3.20.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal [opposante01] in de kosten van de incidentele procedure worden veroordeeld. Deze kosten worden aan de zijde van MKSA c.s. tot op heden begroot op:
advocaatkosten: 1,5 punt x tarief II ad € 598 = € 897,-.
verder in de hoofdzaak
3.21.
De rechtbank zal de hoofdzaak verwijzen naar de rol van 12 april 2023 om partijen gelegenheid te geven zich uit te laten over de gevolgen van het door deze rechtbank op 22 februari 2023 onder zaaknummer C/10/625326 gewezen vonnis voor de onderhavige procedure. Indien partijen in deze verzetprocedure wensen voort te procederen zal een mondelinge behandeling worden gelast. Voor dat geval worden partijen verzocht hun verhinderdata voor de maanden juni tot en met september 2023 op te geven.

4..De beslissing

De rechtbank
in de hoofdzaak:
4.1.
verklaart [opposante01] ontvankelijk in haar verzet tegen het door deze rechtbank op 22 april 2022 onder nummer C/10/632112/HA ZA 22-65 bij verstek gewezen vonnis;
in de incidenten:
4.2.
wijst af de drie door [opposante01] ingestelde vorderingen;
4.3.
veroordeelt [opposante01] in de kosten van de incidentele procedure. Deze kosten worden aan de zijde van MKSA c.s. tot op heden begroot op € 897,-;
4.4.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
voorts in de hoofdzaak:
4.5.
verwijst de zaak naar de rol van 12 april 2023 om partijen gelegenheid te geven zich uit te laten zoals hierboven onder 3.21 verzocht.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en door de rolrechter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2023.
32/1885