In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 9 maart 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een schuldregeling, ingediend door verzoekers die kampen met een aanzienlijke schuldenlast. Verzoekers hebben een voorstel gedaan aan hun schuldeisers, waarbij zij een betaling van 4,48% aan de preferente schuldeisers en 2,24% aan de concurrente schuldeisers hebben aangeboden. Dit voorstel is gedaan in het kader van de Faillissementswet, artikel 287a, en is bedoeld om een dwangakkoord te verkrijgen, aangezien een meerderheid van de schuldeisers heeft ingestemd met de regeling. De rechtbank heeft vastgesteld dat de aangeboden regeling het uiterste is waartoe verzoekers in staat zijn, gezien hun financiële situatie en de monitoring door schuldhulpverlening en beschermingsbewind. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de weigerende schuldeisers, ING en ToeslagenPortal, niet zijn verschenen ter zitting om hun standpunten toe te lichten, wat hun positie verzwakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat de belangen van verzoekers en de instemmende schuldeisers zwaarder wegen dan die van de weigerende schuldeisers. Daarom heeft de rechtbank het verzoek toegewezen en ING en ToeslagenPortal bevolen in te stemmen met de schuldregeling. Tevens zijn zij veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op nihil, aangezien verzoekers niet door een advocaat zijn bijgestaan. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad en vervangt de vrijwillige instemming van de schuldeisers.