Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1.Onderzoek op de terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Eis officier van justitie
- bewezenverklaring van het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde: het medeplegen van het overdragen van een (automatische) vuurwapen, wapenhandel, de deelname aan een criminele organisatie en niet-ambtelijke omkoping;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van zes jaren met aftrek van voorarrest;
- teruggave aan de verdachte van de onder hem in beslag genomen voorwerpen.
4.Inleiding
[voornaam medeverdachte01] zorgt voor de inkoop van vuurwapens vanuit onder andere Kroatië. [voornaam medeverdachte01] heeft de contacten voor de handel in vuurwapens overgenomen van zijn vader [naam01] . Het gaat om omgebouwde wapens’. Met [voornaam medeverdachte01] zou de medeverdachte [medeverdachte01] (hierna ook: [voornaam medeverdachte01] ) zijn bedoeld, de broer van de verdachte. Met [naam01] zou [naam02] zijn bedoeld, de vader van de verdachte en van [voornaam medeverdachte01] .
5.Geldigheid van de dagvaarding
6.Voorbereidend onderzoek
woning. De vraag die voorligt is dan ook of de berging bij de woning [adres02] te Capelle aan den IJssel dient te worden aangemerkt als een woning als bedoeld in de Algemene wet op het binnentreden. De rechtbank beantwoordt die vraag ontkennend.
exclusiefverblijf voor een persoon of voor een beperkt aantal personen dat een gemeenschappelijke huishouding voert.
7.Waardering van het bewijs
'die andere ding'. [voornaam medeverdachte02] stapt vervolgens in bij de undercoveragent en vertelt hem: "
Bro dit zijn niet mijn zaken. Ik hou mij hier niet mee bezig. Als het van mij was, dan had ik het voor je naar een plek gebracht, dan kon je het zien. Ik doe het voor jou, omdat ik je vertrouw. Jij doet niet moeilijk, je kijkt en als het goed is dan neem je het mee. Niet net als sommige gasten die moeilijk doen", of woorden van gelijke strekking. Verder heeft [voornaam medeverdachte02] tegen de undercoveragent gezegd dat de verdachte garant staat voor dat ding. Als dat ding niet goed is, kan de undercoveragent terugkomen naar de schuur. [voornaam medeverdachte02] gaf verder aan dat de undercoveragent het geld “
aan hem(de rechtbank begrijpt: [voornaam verdachte01] )
of aan mij(de rechtbank begrijpt: [voornaam medeverdachte02] )
kon geven, dan komt het wel goed”.
‘een kamper’is en dat hij werkt voor een
‘Bosnische jongen’,waar hij en de undercover zijn geweest voor het kogelwerende vest en de ‘AK’ (Cugir 63). De rechtbank begrijpt, gezien de hierboven vastgestelde rol van de verdachte bij deze overdracht, dat met ‘de Bosnische jongen’ de verdachte wordt bedoeld en dat met ‘de kamper’ [medeverdachte03] wordt bedoeld. [voornaam medeverdachte02] heeft verklaard dat ze hun
‘spullen’bewaren bij [medeverdachte03] en als zij het nodig hebben, dan rijdt [medeverdachte03] voor hun.
8.Bewezenverklaring
ºvan de Wet wapens en munitie,
wapens en munitie, te weten 34 kogelpatronen
,eerste lid
,en/of 31, eerste lid, van de
9.Strafbaarheid feiten
10.Strafbaarheid verdachte
11.Motivering straf
Daarnaast is bewezen dat de verdachte deel uitmaakte van een organisatie die – naast de handel in vuurwapens – ook tot oogmerk had de handel in hard drugs zoals MDMA en cocaïne. Tegen feiten als deze dient streng te worden opgetreden.
12.In beslag genomen voorwerpen
13.Vordering benadeelde partij
14.Toepasselijke wettelijke voorschriften
15.Bijlagen
16.Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 4 (vier) jaren en 3 (drie) maanden;
- gelast de teruggave aan verdachte van: