Op 10 februari 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de verlenging van de uithuisplaatsing van twee kinderen, hierna te noemen [naam kind01] en [naam kind02]. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en de stiefvader als ouders van de kinderen zijn aangemerkt. De gecertificeerde instelling Leger des Heils Jeugdbescherming en Jeugdreclassering (GI) had verzocht om de uithuisplaatsing van de kinderen te verlengen, omdat er zorgen waren over hun veiligheid en ontwikkeling. De kinderen verblijven momenteel in een gezinshuis en er zijn ernstige zorgen over hun welzijn, mede door eerdere meldingen van seksueel misbruik en mishandeling door de stiefvader.
De moeder heeft een verweerschrift ingediend waarin zij het verzoek van de GI afwees en een zelfstandig verzoek deed om de omgang met de kinderen te verhogen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds een onveilige situatie is voor de kinderen en dat er geen passende hulpverlening is ingezet. De kinderrechter heeft de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk geacht, zodat de kinderen de benodigde hulp kunnen krijgen. De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing verlengd tot 15 mei 2023 en het zelfstandig verzoek van de moeder aangehouden voor verdere beoordeling.
De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting een rapportage te overleggen over de stand van zaken met betrekking tot de kinderen, de voortgang van het politieonderzoek en de hulpverlening. De zaak zal opnieuw worden behandeld op 2 mei 2023, waarbij de kinderrechter de voortgang van de situatie van de kinderen nauwlettend in de gaten zal houden.