ECLI:NL:RBROT:2023:2768
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- B.E. Dijkers
- J.D. Schmahl
- Rechtspraak.nl
Oproeping nietig verklaard wegens onjuiste publicatie in Staatscourant bij gijzeling vordering
In deze zaak heeft de politierechter van de Rechtbank Rotterdam op 22 februari 2023 uitspraak gedaan over een vordering tot gijzeling van een veroordeelde die geen vaste woon- of verblijfplaats in Nederland heeft. De vordering was ingediend door het Openbaar Ministerie op 14 november 2022, naar aanleiding van een ontnemingsmaatregel die eerder door het gerechtshof Den Haag was opgelegd. De veroordeelde had tot dat moment geen betaling verricht van het opgelegde bedrag van € 71.006,79. De officier van justitie, mr. A.S. Breugem, heeft de vordering behandeld, maar de veroordeelde was niet verschenen op de zitting.
De rechtbank heeft beoordeeld of de oproeping van de veroordeelde op de juiste wijze had plaatsgevonden. Volgens artikel 6:6:25, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering dient de oproeping te worden gepubliceerd in de Staatscourant indien de veroordeelde geen vaste woon- of verblijfplaats heeft en bekend is met de vervolging. In dit geval was de veroordeelde op de hoogte van de ontnemingsvordering, maar was de oproeping niet in de Staatscourant gepubliceerd. Dit leidde de rechtbank tot de conclusie dat de oproeping nietig was, omdat deze niet op de juiste wijze was betekend.
De politierechter heeft daarom de oproeping nietig verklaard, wat betekent dat de procedure niet verder kan worden voortgezet totdat aan de vereisten voor oproeping is voldaan. Deze beslissing is openbaar uitgesproken en onderstreept het belang van correcte procedurele stappen in strafzaken, vooral wanneer het gaat om personen zonder bekende woon- of verblijfplaats.