In deze beschikking van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 28 maart 2023, wordt de ontkenning van het vaderschap van [belanghebbende01] gegrond verklaard. Verzoekster, geboren op [geboortedatum01] 1994, heeft via kunstmatige inseminatie van een anonieme donor, [belanghebbende02], haar biologische vader gevonden. De rechtbank overweegt dat het vasthouden aan de wettelijke termijn voor het indienen van het verzoek tot ontkenning van het vaderschap een ongerechtvaardigde inmenging in het familie- en gezinsleven van verzoekster zou zijn, in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank laat de vervaltermijn buiten toepassing en ontvangt verzoekster in haar verzoek.
Daarnaast verzoekt verzoekster de vaststelling van het ouderschap van [belanghebbende02]. De rechtbank stelt vast dat er sinds 2018 een familylife is ontstaan tussen verzoekster en [belanghebbende02]. De rechtbank wijst het verzoek tot vaststelling van het ouderschap toe, maar stelt dat deze vaststelling pas rechtsgevolg krijgt zodra de ontkenning van het vaderschap in kracht van gewijsde is gegaan. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. A. Lablans, rechter en kinderrechter, in aanwezigheid van griffier C. Naujoks.