ECLI:NL:RBROT:2023:3201

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
12 april 2023
Publicatiedatum
18 april 2023
Zaaknummer
C/10/638690 / HA ZA 22-433 en C/10/624319 / HA ZA 21-769
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • C. Sikkel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van onbetaalde facturen en hoofdelijkheid van aansprakelijkheid tussen vennootschappen

In deze zaak vordert Conrexx Technology B.V. betaling van onbetaalde facturen van haar dochterondernemingen, I-Sol-H B.V. en AWA-RE B.V., en van Zon & Zo Duurzame Oplossingen - Nederland B.V. De rechtbank Rotterdam heeft op 12 april 2023 uitspraak gedaan in twee gevoegde zaken. In de eerste zaak (C/10/638690 / HA ZA 22-433) vordert Conrexx betaling van € 445.971,08 van I-Sol, die zich volgens Conrexx garant heeft gesteld voor de openstaande facturen van haar dochterondernemingen. De rechtbank oordeelt echter dat I-Sol niet hoofdelijk aansprakelijk is, omdat de Betalingsregeling geen verplichtingen voor I-Sol bevatte en de betrokkenheid van I-Sol bij de regeling expliciet was uitgesloten. De vorderingen van Conrexx worden afgewezen.

In de tweede zaak (C/10/624319 / HA ZA 21-769) vordert Conrexx betaling van € 213.665,17 van Zon & Zo, die volgens Conrexx hoofdelijk aansprakelijk is voor de schulden van de andere vennootschappen. De rechtbank oordeelt dat Zon & Zo niet hoofdelijk aansprakelijk is, omdat er geen bewijs is dat Zon & Zo zich hiervoor heeft verbonden. De rechtbank wijst ook deze vorderingen af. Conrexx wordt veroordeeld in de proceskosten van beide zaken.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
Vonnis in gevoegde zaken van 12 april 2023
in de zaak met zaaknummer / rolnummer: C/10/638690 / HA ZA 22-433 van
CONREXX TECHNOLOGY EUROPE B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseres,
advocaat mr. L.K. Tsui te Rotterdam,
tegen

1..I-SOL-H B.V.,

gevestigd te Alblasserdam,
2.
AWA-RE B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
gedaagden,
advocaat mr. Chr. Groenewoud te Rotterdam,
en in de zaak met zaaknummer / rolnummer C/10/624319 / HA ZA 21-769 van
CONREXX TECHNOLOGY EUROPE B.V.,
gevestigd te Dordrecht,
eiseres,
advocaat mr. L.K. Tsui te Rotterdam,
tegen
ZON & ZO DUURZAME OPLOSSINGEN - NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Alblasserdam,
gedaagde,
advocaat mr. Chr. Groenewoud te Rotterdam.
Partijen zijn het er over eens dat Conrexx Technology Europe B.V. in beide dagvaardingen een kennelijke verschrijving is en dat Conrexx Technology B.V. is bedoeld. De rechtbank gaat daarvan uit. Partijen zullen hierna Conrexx, I-Sol, AWA-RE en Zon & Zo genoemd worden.

1..De procedure in de zaak 22-433

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het vonnis in het voegingsincident van 31 augustus 2022, en de daarin vermelde
stukken;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 13;
  • de oproepingsbrieven van de rechtbank van 2 november 2022;
  • de brief van de rechtbank van 19 januari 2023 met een zittingsagenda;
  • de brief van de zijde van Conrexx van 10 februari 2023, met producties 7 tot en
met 10;
  • de akte overlegging producties van I-Sol en AWA-RE, met producties 14 en 15;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 21 februari 2023;
  • de spreekaantekeningen van mr. L.K. Tsui;
  • de spreekaantekeningen van mr. K. Moonen.

2..De procedure in de zaak 21-769

2.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 12 augustus 2021, met producties 1 tot en met 17;
  • de conclusie van antwoord, met producties 1 tot en met 6;
  • de oproepingsbrieven van de rechtbank van 2 december 2021;
  • de brief van de zijde van Conrexx van 26 februari 2022, met producties 18 tot en
met 20;
- het verzoek van de zijde van Conrexx van 3 maart 2022 om de zitting van 8 maart
2022 uit te stellen;
- het bericht van de zijde van Zon & Zo van 4 maart 2022 waarin zij akkoord gaat
met het uitstellen van de zitting;
  • de oproepingsbrieven van de rechtbank van 2 november 2022;
  • de brief van de rechtbank van 31 januari 2023 met een zittingsagenda;
  • de brief van de zijde van Conrexx van 10 februari 2023, met producties 21 tot en
met 25;
  • de akte overlegging producties van Zon & Zo, met producties 7 en 8;
  • de mondelinge behandeling gehouden op 21 februari 2023;
  • de spreekaantekeningen van mr. L.K. Tsui;
  • de spreekaantekeningen van mr. K. Moonen.

3..De feiten

3.1.
Conrexx heeft zonnepanelen geleverd aan de vennootschappen Led & Led B.V. (hierna: Led & Led), Solar & Lighting B.V. (hierna Solar & Lighting) en Zon & Zo. Die vennootschappen zijn dochterondernemingen van I-Sol.
3.2.
Conrexx heeft voor haar leveringen aan relaties een kredietverzekering afgesloten bij Atradius.
3.3.
I-Sol handelde voorheen onder de naam “Holland Duurzaam B.V.”. Middellijk bestuurder van zowel I-Sol, Led & Led, Solar & Lighting als van Zon & Zo is de heer [naam01] (hierna: [naam01] ).
3.4.
Bij e-mail van 24 september 2018 heeft [naam01] aan Conrexx onder meer het volgende bericht:
“(…)Het is natuurlijk van groot belang dat we als bedrijf kunnen doorgaan met functioneren (ook in de tussenliggende periode). Daarom is het voorstel om bedragen te betalen welke gelijk staan aan de goederen welke we afnemen.
Dit heeft als voordeel dat de "oude facturen" worden "verjongd", maar ook dat dit de continuïteit waarborgt, voor alle betrokkenen, zowel Conrexx, de klant als ook voor Solar & Lighting.
(…)”
3.5.
Bij e-mailbericht van 14 oktober 2019 heeft [naam01] aan Conrexx onder meer het volgende bericht:
“(…) Thans zijn we bezig om, zoals ook aan u uiteengezet, andere maatregelen te nemen waardoor er een verruiming komt in onze liquiditeitspositie (o.a. het verkopen van de grond waar we ons bedrijfspand op zouden bouwen). Intussen zijn daar ook stappen in genomen (de grond staat intussen te koop), naar verwachting zal de grond binnen enkele maanden worden verkocht met een overwaarde, welke grotendeels ingezet kan worden als verruiming van ons werkkapitaal. (…)”
3.6.
Op 4 november 2019 hebben Led & Led, Solar & Lighting en Zon & Zo enerzijds en Conrexx door tussenkomst van haar kredietverzekeraar Atradius anderzijds, een betalingsregeling getroffen in verband met onbetaald gelaten facturen (hierna: de Betalingsregeling). De Betalingsregeling luidt - voor zover hier van belang – als volgt:
“Geachte heer [naam01] ,
Onder verwijzing naar de diverse gesprekken die wij in de afgelopen weken hebben
gevoerd inzake de betaling van de openstaande vorderingen van onze verzekerde
Conrexx Technology B.V. op uw onderstaande bedrijven, informeren wij u als volgt.
Overzicht van de openstaande vorderingen van Conrexx Technology B.V.
("Verzekerde") op
concern HOLLAND DUURZAAM B.V. enhaar dochtermaatschappijen ("Debiteur"):
ZON & ZO DUURZAME OPLOSSINGEN-NEDERLAND B.V.
Openstaand saldo volgens de administratie van Debiteur is Euro 85.072,00.
Volgens opgave van onze verzekerde hebben zij op uw bovengenoemde bedrijf Euro
249.499,17 openstaan.
SOLAR & LIGHTING B.V.
Openstaand saldo volgens de administratie van Debiteur Euro 163.325,00.
Volgens opgave van onze verzekerde hebben zij op uw bovengenoemde bedrijf Euro
255.831,02 openstaan.
LED & LED B.V.
Openstaand saldo volgens de administratie van Debiteur Euro 278.776,00.
Volgens opgave van onze verzekerde hebben zij op uw bovengenoemde bedrijf Euro
48.140,89 openstaan.
De door Debiteur voorgestelde betalingsregeling luidt:
Ingaande 30 november 2019 is Debiteur bereid, aaneensluitend, maandelijks een
bedrag van Euro 10.000,00 per bovengenoemde vordering te voldoen. Vorengenoemde
termijnbetalingen (3 x 10.000,00 per maand) zullen tot en met maart 2020 plaatsvinden.
Het restant van de vorderingen op dat moment, dus in april 2020, worden uit de
opbrengst van de verkoop bouwgrond in een keer geheel aan onze verzekerde voldaan.
Uiteraard zal men eerder tot aflossing van de rest van de vorderingen op dat moment
overgaan, indien de grond op een eerdere datum is verkocht en betaald.
(…)
Zowel Atradius als haar bovengenoemde verzekerde gaan met het hierboven vermelde
betalingsvoorstel akkoord onder de voorwaarde dat:
- (…)
- Debiteur onze Verzekerde in de gelegenheid stelt, om tijdens de duur van de
betalingsregeling, doch voor of uiterlijk 30 november, samen met Verzekerde
de geschillen over de hoogte van de vorderingen op te lossen; (…)
- Mocht de bouwgrond in april 2020 nog niet verkocht zijn, dan dient de
betalingsregeling van Euro 10.000,00 per bovengenoemde schuldenaar gewoon
gecontinueerd te worden. Ook zullen wij tegen die tijd, op basis van een
actuele kasstroomprognose, opnieuw beoordelen of de bovenstaande
aflossingen verhoogd kunnen worden.
Wanneer de regeling als hierboven beschreven niet tijdig dan wel onvolledig wordt
nagekomen, vervalt deze regeling als geheel en worden de op dat moment nog
openstaande bedragen direct opeisbaar. (…)
Partijen verklaren, dat het hierboven opgenomen betalingsregeling hun volledige
overeenstemming bevat en weergeeft. (…)”
Onderaan de Betalingsregeling staan vijf handtekeningen met daarbij de namen “Zon & Zo Duurzame Oplossingen-Nederland B.V.”, “Led & Led B.V.”, Solar & Lighting B.V.” en namens Atradius de namen “ [naam02] / Sr Risk Manager” en “ [naam03] Senior Manager”. De naam “Holland Duurzaam B.V.” is doorgehaald.
3.7.
Solar & Lighting is op 22 september 2020 in staat van faillissement verklaard.
3.8.
In 2020 heeft I-Sol een perceel bouwgrond aan de Staalindustrieweg te Alblasserdam verkocht aan een derde.
3.9.
Op 12 augustus 2021 heeft Conrexx Zon & Zo in rechte betrokken. In die inmiddels gevoegde zaak (C/10/624319 HA ZA 21-769) vordert Conrexx betaling door Zon & Zo van openstaande facturen.
3.10.
In december 2021 heeft I-Sol het bedrijfspand aan de Van
Hennaertweg 13 te Alblasserdam verkocht en geleverd aan AWA-RE.

4..Het geschil

in de zaak 22-433

4.1.
Conrexx vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. I-Sol te veroordelen tot betaling van € 445.971,08, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente;
II. de levering van het pand van I-Sol aan AWA-RE te vernietigen;
III. AWA-RE te gelasten het pand weer in eigendom te geven aan I-Sol;
IV. I-Sol en AWA-RE te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met nakosten van € 199,00 en met de wettelijke rente.
4.2.
Conrexx legt - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag aan haar vorderingen. Conrexx heeft zonnepanelen geleverd aan de drie dochtervennootschappen van I-Sol. Een deel van de in verband daarmee verzonden facturen is door de dochtervennootschappen onbetaald gelaten. Daarmee schieten zij tekort in de nakoming van hun betalingsverplichtingen. I-Sol heeft zich met de op 4 november 2019 overeengekomen Betalingsregeling garant gesteld om de openstaande facturen van haar dochtervennootschappen van in totaal € 445.971,08 aan Conrexx te voldoen. In die Betalingsregeling is door [naam01] namens I-Sol toegezegd dat met de verkoopopbrengst van het perceel bouwgrond aan de Staalindustrieweg te Alblasserdam de schuld van haar dochtervennootschappen zou worden voldaan. I-Sol is die toezegging niet nagekomen. Door de verkoop van het bedrijfspand van I-Sol aan AWA-RE is Conrexx bovendien benadeeld in haar verhaalspositie. I-Sol heeft daarmee paulianeus gehandeld jegens Conrexx.
4.3.
I-Sol en AWA-RE concluderen tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van Conrexx in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in de zaak 21-769
4.5.
Conrexx vordert om bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
Primair
I. Zon & Zo te veroordelen tot betaling van € 213.665,17, te verhogen met de contractuele rente van € 55.646,05, dan wel de wettelijke rente van € 37.097,37 (inclusief rente tot de datum van dagvaarding), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
II. te bepalen dat Zon & Zo mede hoofdelijk aansprakelijk is voor de betaling van de schulden van Solar & Lighting en Led & Led aan Conrexx;
Subsidiair
Zon & Zo te veroordelen tot betaling van:
III. € 213.665,17 aan onbetaalde facturen, te verhogen met de handelsrente van € 37.097,37, dan wel de contractuele rente van € 55.646,05 (inclusief rente tot de datum van dagvaarding), te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf de datum van dagvaarding tot aan de dag van betaling;
IV. € 2.843,32 aan buitengerechtelijke incassokosten;
V. de kosten van deze procedure, te vermeerderen met nakosten van € 199,00 en de wettelijke rente.
4.6.
Conrexx legt - samengevat weergegeven - het volgende ten grondslag aan haar vorderingen. Conrexx heeft zonnepanelen geleverd aan Zon & Zo. Een deel van de in verband daarmee verzonden facturen is onbetaald gelaten door Zon & Zo. Daarmee schiet Zon & Zo tekort in de nakoming van haar betalingsverplichting. Voorts is Zon & Zo hoofdelijk aansprakelijk voor de schulden van Led & Led en Solar & Lighting.
4.7.
Zon & Zo concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met veroordeling, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, van Conrexx in de proceskosten, te vermeerderen met de nakosten en de wettelijke rente.
4.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5..De beoordeling

in de zaak 22-433
Nakoming Betalingsregeling
5.1.
In deze zaak is aan de orde of I-Sol kan worden aangesproken tot nakoming van de afspraken die zijn vastgelegd in de op 4 november 2019 tot stand gekomen Betalingsregeling. Conrexx stelt dat I-Sol zich bij de Betalingsregeling jegens Conrexx heeft verbonden om de schulden van haar dochterondernemingen te voldoen. I-Sol ontkent dit. Volgens haar is I-Sol geen partij bij de Betalingsregeling en is nergens in de Betalingsregeling hoofdelijkheid tussen partijen overeengekomen.
5.2.
De kern van het geschil tussen partijen is de vraag of I-Sol zich met de Betalingsregeling heeft verbonden jegens Conrexx en zo ja, waartoe I-Sol verplicht was op grond van de Betalingsregeling. Beantwoording van die vraag vergt uitleg van de Betalingsregeling. Vast staat dat in de schriftelijke vastlegging van de Betalingsregeling geen verplichtingen van I-Sol zijn opgenomen. Voor de beantwoording van de vraag of, en zo ja welke verplichtingen er eventueel desondanks op grond van de Betalingsregeling op I-Sol rusten, komt het echter aan op de zin die de partijen bij die overeenkomst in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan de bepalingen van de overeenkomst mochten toekennen en op hetgeen zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
5.3.
Voor de stelling van Conrexx dat I-Sol zich jegens Conrexx heeft verbonden tot betaling van facturen van haar dochterondernemingen, biedt de tekst van de Betalingsregeling geen aanknopingspunten. In tegendeel, de betrokkenheid van I-Sol bij de Betalingsregeling is zelfs expliciet uitgesloten. In de tekst van de Betalingsregeling was I-Sol (toen nog genaamd Holland Duurzaam B.V.) als partij genoemd, maar die naam is vervolgens doorgehaald en voorzien van de parafen van de heer [naam02] namens Atradius en van [naam01] . Op de handtekeningenpagina van de Betalingsregeling is per vennootschap getekend door [naam01] . Op die pagina is door “Holland Duurzaam B.V.” als partij een streep gezet. Bovendien heeft Conrexx nooit direct zaken gedaan met I-Sol, maar enkel met haar dochtervennootschappen. Van een zelfstandige vordering op I-Sol is daarom geen sprake. In de Betalingsregeling wordt op geen enkele wijze vermeld dat I-Sol zich namens haar dochtervennootschappen verbindt jegens Conrexx
5.4.
Conrexx stelt ter onderbouwing van de door haar voorgestane uitleg van de Betalingsregeling de volgende bijkomende omstandigheden. Voorafgaand aan de totstandkoming van de Betalingsregeling heeft er meer dan één gesprek plaatsgevonden tussen Atradius (namens Conrexx) en [naam01] . Conrexx verwijst naar een nota die [naam01] op 29 oktober 2019 tijdens een bespreking aan de heer [naam02] van Atradius heeft overhandigd. In die nota staat voor zover van belang:
“(…) Het betreft 3 accounts welke alle drie een oplossing behoeven.
Eerder werd aangegeven dat we beschikken over een perceel bouwgrond, hetgeen was bedoeld voor de bouw van ons eigen nieuwe bedrijfspand. Intussen bieden we dit op de markt aan via een makelaar. Volgens de makelaar zijn er thans gesprekken met mogelijke kandidaten. De makelaar geeft aan dat een overdracht per februari/maart realistisch is. Daarom houden wij nog wat armslag en rekenen we met april 2020.
De overwaarde welke ligt tussen € 300.000,- en € 400.000,- zouden we willen aanwenden voor uitbreiding van ons werkkapitaal en we kunnen daarmee dan, openstaande posten voldoen. Wanneer met alle (overige) partijen alles weer binnen de norm functioneert, zou dit (voor een substantieel deel of zelfs volledig) voor Conrexx Technology BV kunnen worden ingezet. (…)”
Conrexx stelt dat hieruit kan worden afgeleid dat [naam01] namens I-Sol heeft toegezegd om de openstaande facturen van haar dochtervennootschappen te voldoen met de verkoopopbrengst van de bouwgrond. Deze toezegging moet worden gekwalificeerd als een garantie namens I-Sol. Daar komt bij dat [naam01] met Atradius heeft gesproken in zijn hoedanigheid van bestuurder van I-Sol.
5.5.
I-Sol voert aan dat [naam01] bij de gesprekken over de Betalingsregeling was betrokken als middellijk bestuurder van de dochtervennootschappen. Van enige toezegging door I-Sol om de schulden van haar dochterondernemingen op zich te nemen, is geen sprake. De bouwgrond was verhypothekeerd aan de Rabobank. Alleen al om die reden kon I-Sol geen onvoorwaardelijke toezeggingen doen aan Conrexx met betrekking tot de bouwgrond. Het grootste deel van de verkoopopbrengst moest aan de Rabobank worden betaald. Zowel Conrexx als Atradius waren daarmee bekend.
5.6.
De rechtbank overweegt als volgt. Tussen partijen is niet in geschil dat de in de Betalingsregeling genoemde bouwgrond het stuk grond aan de Staalindustrieweg te Alblasserdam betreft. Evenmin staat ter discussie dat die bouwgrond is verkocht aan een derde. I-Sol heeft onbetwist gesteld dat Atradius wist dat de bouwgrond van I-Sol was en dat er hypotheek op ruste. Het had op de weg van Atradius gelegen om dit na te gaan.
Hoewel denkbaar is dat I-Sol met haar toezegging inzake de verkoopopbrengst van de bouwgrond bepaalde verwachtingen heeft gewekt bij Atradius of Conrexx, kan hieruit niet zonder nadere toelichting, die ontbreekt, worden afgeleid dat I-Sol zich jegens Conrexx garant heeft gesteld voor de betaling van de schulden van haar dochtervennootschappen of dat I-Sol hoofdelijk aansprakelijk zou zijn geworden voor die schulden. Conrexx heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat [naam01] bij de totstandkoming van de Betalingsregeling niet alleen de dochtervennootschappen vertegenwoordigde, maar ook I-Sol. Gelet op het gemotiveerde verweer van I-Sol had dat wel op haar weg gelegen.
5.7.
De rechtbank volgt Conrexx dan ook niet in haar uitleg van de Betalingsregeling. Van een toezegging of garantstelling door I-Sol, waarop de vordering van Conrexx is gegrond, is geen sprake. Daarom wordt de vordering van Conrexx onder I afgewezen.
Vernietiging levering bedrijfspand
5.8.
Conrexx vordert (onder II en III) vernietiging van de levering van het bedrijfspand aan de [adres01] te [plaats01] en teruglevering van het bedrijfspand door AWA-RE aan I-Sol. Conrexx grondt deze vorderingen op artikel 3:45 BW. Dat artikel bepaalt dat een onverplichte rechtshandeling vernietigbaar is indien een schuldenaar bij het verrichten van die rechtshandeling wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn. Conrexx stelt dat [naam01] het kantoorpand uit de verhaalbaarheid heeft onttrokken, waarbij I-Sol vermoedelijk een lege BV is geworden en Conrexx geen enkel verhaal meer zal hebben. Zowel I-Sol, AWA-RE als [naam01] moesten hebben geweten dat deze handeling een mogelijke benadeling in de verhaalsmogelijkheid van Conrexx als
schuldeiser van I-Sol is. Aldus Conrexx.
5.9.
I-Sol en AWA-RE voeren aan dat I-Sol geen schuldenaar is van Conrexx en dat dus van benadeling van Conrexx in haar verhaalsmogelijkheden geen sprake kan zijn. Het bedrijfspand dat eerder in eigendom van I-Sol was en thans van AWA-RE, vormde ook geen onderdeel van de Betalingsregeling. Er is nimmer over het bedrijfspand met Atradius en/of Conrexx gesproken.
5.10.
Gelet op de gemotiveerde betwisting door I-Sol en AWA-RE, had het op de weg van Conrexx gelegen om haar vordering nader te motiveren en onderbouwen. Dat heeft Conrexx niet gedaan. De vordering van Conrexx zal om die reden als onvoldoende gemotiveerd gehandhaafd worden afgewezen. De overige stellingen van partijen behoeven gelet hierop geen bespreking meer.
Proceskosten
5.11.
Conrexx zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
5.12.
De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van gedaagden op:
- griffierecht € 5.737,00
- salaris advocaat
€ 6.826,00(2 punten × tarief € 3.413,00)
Totaal € 12.563,00
in de zaak 21-769
5.13.
Conrexx grondt haar vordering primair op nakoming. Conrexx stelt dat zij goederen heeft geleverd aan Zon & Zo en dat Zon & Zo daar nooit voor heeft betaald. Subsidiair stelt Conrexx dat Zon & Zo hoofdelijk aansprakelijk is voor de openstaande posten van Led & Led en Solar & Lighting. Met de tussen partijen gemaakte afspraak inzake het “verjongen van facturen” heeft [naam01] de vennootschappen hoofdelijk verbonden voor het totaal aan openstaande facturen jegens Conrexx. Alle openstaande posten van de drie vennootschappen dienen daarom als een geheel te worden gezien en Zon & Zo is hiervoor hoofdelijk aansprakelijk. Ter zitting heeft Conrexx nog aangevoerd dat het onderscheid tussen de drie vennootschappen/rechtspersonen niet duidelijk is. Conrexx handelde in feite niet met drie aparte vennootschappen, maar met één klant ( [naam01] ) die zich bediende met drie vennootschappen. Er is sprake van vereenzelviging.
5.14.
Zon & Zo betwist het door Conrexx gestelde en voert aan geen enkel bedrag verschuldigd te zijn aan Conrexx. Zon & Zo betwist dat het door Conrexx gestelde bedrag van € 213.665,17 aan openstaande posten open staat bij Zon & Zo. Conrexx heeft haar debiteurenposten niet correct geadministreerd. Conrexx heeft door Zon & Zon gedane betalingen naar eigen inzicht afgeboekt op facturen aan andere entiteiten waaronder Solar & Lighting en Led & Led. Dit is niet in lijn met de afspraak inzake het “verjongen van facturen” per entiteit. Bovendien stelt Conrexx ten onrechte dat Zon & Zo hoofdelijk aansprakelijk kan worden gehouden voor openstaande posten van Led & Led en Solar & Lighting. Door [naam01] is altijd duidelijk aangegeven namens welke vennootschap er werd gecommuniceerd. Van vereenzelviging is dus evenmin sprake.
Nakoming
5.15.
Zon & Zo heeft ter onderbouwing van haar verweer dat de facturen zijn voldaan diverse betaaloverzichten en betaalbewijzen overgelegd. Conrexx heeft de juistheid van deze overzichten en betaalbewijzen niet weersproken. Integendeel, ter zitting heeft Conrexx de betalingen van Zon & Zo bevestigd en daarbij aangegeven dat niet precies duidelijk is welk bedrag aan welke vennootschap toebehoort, maar dat Zon & Zo vanwege haar hoofdelijke aansprakelijkheid het bedrag van € 213.665,17 moet voldoen. Dit betekent dat de vordering op grond van nakoming faalt. De rechtbank komt daarmee toe aan de beoordeling van de subsidiaire grondslag.
Hoofdelijkheid
5.16.
Uit artikel 6:6 lid 2 BW volgt dat indien een prestatie door twee of meer schuldenaren verschuldigd is, zij ieder voor een gelijk deel verbonden zijn, tenzij uit wet, gewoonte of rechtshandeling voortvloeit dat zij hoofdelijk verbonden zijn. Conrexx baseert de hoofdelijke aansprakelijkheid van Zon & Zo op een rechtshandeling, namelijk de overeenkomst tussen partijen dat facturen zouden worden “verjongd”.
5.17.
Niet in geschil is dat partijen de afspraak dat facturen werden “verjongd” met elkaar hebben gemaakt. Die afspraak hield in dat, ondanks het bestaan van "oudere" openstaande facturen, er alsnog nieuwe leveringen zouden plaatsvinden. Voor die nieuwe leveringen werd vervolgens een factuur gestuurd die vervolgens weer bovenaan de lijst van openstaande posten zou komen. Die facturen werden vervolgens betaald en er werd dan afgeboekt op de oudste factuur die bij de betreffende entiteit openstond.
5.18.
Conrexx heeft onvoldoende onderbouwd dat Zon & Zo hoofdelijk verbonden is voor de betalingsverplichtingen van de andere vennootschappen. Uit de gemaakte afspraak dat facturen werden verjongd en de overgelegde correspondentie kan niet worden afgeleid dat Zon & Zo zich hoofdelijk heeft verbonden. Conrexx heeft weliswaar gesteld dat bij het verjongen van de facturen geen onderscheid werd gemaakt tussen de drie vennootschappen, maar Zon & Zo heeft dit gemotiveerd weersproken. Conrexx heeft hierop niet meer gereageerd. Bovendien wordt in de correspondentie rondom de “verjongingsafspraak” nergens gesproken over hoofdelijkheid. Daarom kan niet worden vastgesteld dat Zon & Zo zich hoofdelijk heeft verbonden jegens Conrexx. Dit leidt ertoe dat de vordering evenmin op de subsidiaire grondslag kan worden toegewezen.
Vereenzelviging
5.19.
Met betrekking tot het door Conrexx gedane beroep op vereenzelviging overweegt de rechtbank dat daarvoor het Rainbow-arrest (ECLI:NL:HR:2000:AA7480) richtinggevend is. De daarin verwoorde maatstaf is in 2016 door de Hoge Raad bevestigd (ECLI:NL:HR:2016:2285).
5.20.
Uit het Rainbow-arrest volgt dat vereenzelviging beperkt dient te worden toegepast. De Hoge Raad heeft in dit arrest geoordeeld dat door degene die volledige of overheersende zeggenschap heeft over de rechtspersoon en een andere bij die rechtspersoon betrokken rechtspersoon misbruik kan worden gemaakt van het verschil van identiteit tussen deze rechtspersonen. Dergelijk misbruik dient volgens de Hoge Raad in de regel te worden aangemerkt als een onrechtmatige daad, die verplicht tot het vergoeden van de schade die door dat misbruik aan derden is toegebracht. De omstandigheden van het geval kunnen evenwel ook zo uitzonderlijk van aard zijn dat vereenzelviging van de betrokken rechtspersonen – het volledig wegdenken van het identiteitsverschil – de meest aangewezen vorm van redres is.
5.21.
Naar vaste rechtspraak kan van vereenzelviging slechts onder uitzonderlijke omstandigheden sprake zijn. Het is aan Conrexx om te stellen en te bewijzen dat sprake is van dergelijke (concrete) omstandigheden die de conclusie tot vereenzelviging rechtvaardigen. De door Conrexx gestelde feiten en omstandigheden zijn daartoe onvoldoende. De enkele omstandigheid dat de vennootschappen dezelfde indirect bestuurder hebben ( [naam01] ) is onvoldoende. Datzelfde geldt voor de stelling dat voor Conrexx het onderscheid tussen de drie vennootschappen onvoldoende duidelijk zou zijn geweest. Zon & Zo heeft dat bovendien gemotiveerd weersproken en Conrexx heeft haar stelling daarop niet nader onderbouwd. Het beroep van Conrexx op vereenzelviging kan derhalve niet slagen. Dit brengt mee dat de hierop gebaseerde vordering jegens Zon & Zo wordt afgewezen.
Conclusie
5.22.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat de vorderingen van Conrexx worden afgewezen.
Proceskosten
5.23.
Conrexx zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten.
5.24.
De rechtbank begroot de proceskosten aan de zijde van gedaagden op:
- griffierecht € 4.200,00
- salaris advocaat
€ 5.290,00(2 punten × tarief € 2.645,00)
Totaal € 9.490,00

6..De beslissing

De rechtbank
in de zaak 22-433
6.1.
wijst de vorderingen van Conrexx af,
6.2.
veroordeelt Conrexx in de proceskosten, aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op € 12.563,00,
6.3.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
in de zaak 21-769
6.4.
wijst de vorderingen van Conrexx af,
6.5.
veroordeelt Conrexx in de proceskosten, aan de zijde van gedaagden tot op heden begroot op € 9.490,00,
6.6.
verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C. Sikkel en in het openbaar uitgesproken op 12 april 2023. [1]

Voetnoten

1.[3645/2083/1573]