ECLI:NL:RBROT:2023:3256

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
14 april 2023
Publicatiedatum
19 april 2023
Zaaknummer
C/10/655694 / KG RK 23-412
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Benoeming maritieme gerechtsdeskundige in geschil over schade door aanvaring

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam op 14 april 2023 een beschikking gegeven in een geschil tussen de besloten vennootschap Waterway Shipping Ltd. en twee andere besloten vennootschappen. Waterway Shipping, gevestigd in Majuro, Marshall Islands, verzocht om de benoeming van een maritieme gerechtsdeskundige naar aanleiding van een aanvaring van hun schip, de NAUTICA, met een drijvende brugconstructie en een kraanponton. De aanvaring vond plaats op 20 maart 2023, waarbij aanzienlijke schade aan de linkspan en het ponton is ontstaan. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er een spoedeisend belang is bij het verzoek van Waterway, omdat er risico bestaat dat bewijsmateriaal verloren gaat. De partijen zijn het eens geworden over de benoeming van de deskundige, die de schade moet onderzoeken en rapporteren. De rechter heeft de deskundige opgedragen om de betrokken partijen te betrekken bij het onderzoek en hen tijdig te informeren over de voortgang. Tevens is er een voorschot van € 7.500,00 vastgesteld dat door Waterway aan de deskundige moet worden betaald. De kosten van de procedure worden gecompenseerd, waarbij iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rekestnummer: C/10/655694 / KG RK 23-412
Beschikking van de voorzieningenrechter van 14 april 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar vreemd recht
WATERWAY SHIPPING LTD.,
gevestigd te Majuro, Marshall Islands,
verzoekster,
advocaat: mr. R.C.A. van 't Zelfde te Rotterdam,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster01],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verweerster02],
beide gevestigd te Deest,
verweersters,
advocaat: mr. A.C.M. Verhoeven te Rotterdam.
Partijen worden hierna Waterway, [verweerster01] en [verweerster02] genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het verzoekschrift van 5 april 2023, met bijlagen 1 tot en met 19,
  • de aanvullende bijlagen 20 tot en met 24 van Waterway,
  • de mondelinge behandeling, gehouden op 12 april 2023,
  • de spreeknotities van mr. Van ’t Zelfde,
  • het verweerschrift / de spreekaantekeningen van mr. Verhoeven,
  • de bijlagen 1 tot en met 5 van [verweerster01] en [verweerster02] .
1.2.
Partijen zijn het na de mondelinge behandeling eens geworden over de persoon van de te benoemen deskundige. Bij e-mail van 13 april 2023 heeft mr. Van ’t Zelfde bericht dat [verweerster01] en [verweerster02] akkoord gaan met [naam01] .

2..De feiten

2.1.
Waterway is eigenaar van het zeeschip NAUTICA (hierna: de NAUTICA).
2.2.
Op 20 maart 2023 voer de NAUTICA geladen vanuit Rotterdam over de rivier de Waal richting Duisburg. Rond 03:50 uur heeft de NAUTICA ter hoogte van Deest haar koers verloren en is zij de zuidelijke (stuurboord) oever ingevaren. Daarbij is de NAUTICA in aanvaring gekomen met een drijvende brugconstructie (een zogenoemde linkspan voor een roll-on roll-off schip, hierna: de linkspan) en een kraanponton (hierna: het ponton).
2.3.
[verweerster01] is eigenaar van de linkspan en heeft deze in aanbouw. Zij bouwt de linkspan onder bouwnummer BN 516 voor de haven van Duinkerke. De linkspan is voor circa 70% gereed en moet uiterlijk begin oktober 2023 worden opgeleverd.
2.4.
[verweerster02] is eigenaar van het ponton, genaamd [naam ponton01].
2.5.
Partijen hebben ieder een expert aangewezen, te weten:
  • de heer [naam02] van SCUA Rotterdam B.V. voor Waterway, en
  • de heer [naam03] van Arntz ǀ van Helden B.V. voor [verweerster01] en [verweerster02] .
2.6.
Op de dag van de aanvaring hebben de experts gezamenlijk onderzoek gedaan naar de schade aan de linkspan en het ponton. Niet onderzocht is of er onder water, aan de spudpalen, ook schade is. Na de expertise heeft [naam02] de schade aan de linkspan begroot op € 75.000,00 tot € 100.000,00 en aan het ponton op € 3.000,00 tot € 5.000,00.
2.7.
Op 23 maart 2023 heeft [verweerster01] de voorzieningenrechter in deze rechtbank verzocht om verlof voor het leggen van conservatoir beslag op de NAUTICA. In het beslagrekest heeft [verweerster01] de schade aan de linkspan en het ponton begroot op € 1.349.257,00, te vermeerderen met rente en kosten. Nog dezelfde dag heeft [verweerster01] conservatoir beslag op het schip doen leggen, dat op dat moment in Rotterdam lag.
2.8.
Op 25 maart 2023 heeft de P&I verzekeraar van Waterway zich jegens [verweerster01] garant gesteld, waarna het conservatoire beslag is opgeheven.

3..Het geschil

3.1.
Waterway verzoekt, na vermindering van haar verzoek, dat de voorzieningenrechter bij beschikking:
een voorlopig deskundigenbericht beveelt en daartoe:
[naam01] tot maritieme gerechtsdeskundige “volledig” benoemt en aan deze opdraagt om:
expertise te verrichten aan de linkspan (BN 516), meer in het bijzonder aan de (beweerdelijk) aan dat schip door de aanvaring door de NAUTICA veroorzaakte schade,
expertise te verrichten aan het ponton, meer in het bijzonder aan de (beweerdelijk) aan dat schip door de aanvaring door de NAUTICA veroorzaakte schade,
van [verweerster01] en [verweerster02] de volgende relevante informatie/documentatie te verzamelen:
  • het certificate of ownership,
  • class report related to the incidents, including in writing their view on the scope of defects,
  • general arrangement drawings,
  • construction drawings of the items subject to the claim,
  • summary/table of contents of the available drawing set,
  • video from divers' inspection,
  • report from divers' inspection,
  • paint specification, including paint types, layer thicknesses, and drying times,
gegevens (mondeling en/of schriftelijk) te verzamelen omtrent het volgende:
  • schades aan de linkspan en het ponton van voor de aanvaring door de NAUTICA,
  • schades aan de linkspan en het ponton van na de aanvaring door de NAUTICA,
de schade c.q. schadeposten zoals door [verweerster01] aan de voorzieningenrechter bericht in haar beslagrekest van 23 maart 2023 te beoordelen en daarover zijn visie te geven, waarbij hij het commentaar daarop van [naam02] dient te betrekken,
een schriftelijk verslag uit te brengen van zijn bevindingen naar de schade aan de linkspan en het ponton veroorzaakt door de aanvaring en van de schade c.q. schadeposten zoals door [verweerster01] aan de voorzieningenrechter bericht in haar beslagrekest van 23 maart 2023 en voorts om zelf een geldelijke begroting te geven van de hoogte van de schade zoals die volgens hem bedraagt,
3. bepaalt dat de te benoemen maritieme gerechtsdeskundige “volledig” Waterway, [verweerster01] en [verweerster02] per e-mail zal oproepen om bij al zijn onderzoeken c.q. expertises aanwezig te zijn met een oproepingstermijn van tenminste 24 uur dan wel een in goede justitie te bepalen termijn,
4. bepaalt dat de maritieme gerechtsdeskundige “volledig” kopieën van de gegevens die hij verzamelt tijdig overhandigt aan Waterway, [verweerster01] en [verweerster02] , althans aan hun partijexperts, opdat zij zich onderbouwd kunnen uitlaten over het nader op te stellen conceptrapport van de maritieme gerechtsdeskundige “volledig”,
5. bepaalt dat indien [verweerster01] en [verweerster02] , althans een van hen, geen medewerking verlenen aan de maritieme gerechtsdeskundige “volledig”, deze telefonisch contact kan zoeken met de voorzieningenrechter (van dienst) die dan aan de hand van de alsdan bekende gegevens, en eventueel na het horen van (vertegenwoordigers van) [verweerster01] en [verweerster02] en Waterway, zal beslissen hoe verder gehandeld dient te worden,
6. [verweerster01] en [verweerster02] beveelt om medewerking te verlenen aan de beschikking onder verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 voor iedere dag dat zij hiermee in gebreke blijven, met een maximum van € 250.000,00 dan wel een in goede justitie te bepalen dwangsom,
7. het voorschot van de maritieme gerechtsdeskundige “volledig” te bepalen op € 7.500,00 en te bepalen dat Waterway dit bedrag in eerste instantie zal betalen aan de gerechtsdeskundige.
3.2.
[verweerster01] en [verweerster02] hebben na de mondelinge behandeling ingestemd met de persoon van de te benoemen maritieme gerechtsdeskundige, te weten de door Waterway voorgestelde [naam01] . [verweerster01] en [verweerster02] refereren zich aan het oordeel van de voorzieningenrechter over het onder 1, 2 aanhef en a, b en f (gedeeltelijk), 3, 4, 5 en 7 verzochte en concluderen tot afwijzing van wat overigens is verzocht, met veroordeling van Waterway in de proceskosten.

4..De beoordeling

4.1.
Er is sprake van een internationale zaak, omdat Waterway buiten Nederland is gevestigd. De voorzieningenrechter moet daarom ambtshalve beoordelen of de Nederlandse rechter rechtsmacht toekomt. Gelet op de vestigingsplaats van [verweerster01] en [verweerster02] is de Brussel I bis-Verordening van toepassing, die in artikel 4 dan wel 35 bevoegdheid voor de Nederlandse rechter schept. Daarbij wijzen de leden 1 sub f en 4 van artikel 625 Rv de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam aan om kennis te nemen van verzoeken betreffende schade veroorzaakt aan boord van een schip.
4.2.
Waterway grondt haar verzoek op artikel 202 e.v. en 843a Rv. Artikel 10:3 BW bepaalt dat op een procedure voor de Nederlandse rechter het Nederlands procesrecht van toepassing is. De artikelen waarop het verzoek is gegrond, maken daarvan onderdeel uit.
4.3.
Waterway heeft een spoedeisend belang bij haar vordering, omdat zij met de benoeming van een maritieme gerechtsdeskundige “volledig” de schade in kaart wil brengen en daarmee tevens wenst te voorkomen dat bewijsmateriaal verloren gaat.
4.4.
[verweerster01] en [verweerster02] hebben aangegeven geen bezwaar te hebben tegen het verzochte onder 1 en 2 aanhef, a en b. Waterway heeft belang bij het verzamelen van bewijs en het instellen van een onderzoek naar de door de aanvaring veroorzaakt schade door een onafhankelijke derde. Het verzoek tot het bevelen van een voorlopig deskundigenbericht wordt dan ook toegewezen, waarbij [naam01] tot deskundige wordt benoemd en [verweerster01] en [verweerster02] worden bevolen medewerking te verlenen aan de deskundige. Het gaat daarbij om de maritieme gerechtsdeskundige “volledig” als bedoeld in het rapport ‘Afkoersen op vaste maritieme gerechtsdeskundigen’, met dien verstande dat het onderzoek enkel ziet op de door de aanvaring (zie onder 2.2.) aan de linkspan en het ponton veroorzaakte schade.
4.5.
Het verzoek onder 2c strekt ertoe dat [verweerster01] en [verweerster02] informatie aan de deskundige verstrekken. Waterway heeft de eigendomsinformatie over het ponton aan haar verzoekschrift gehecht, zodat zij deze zelf aan de deskundige kan geven. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [naam04] , bestuurder van [verweerster01] en [verweerster02] , toegelicht dat de eigendomsinformatie van de linkspan nog niet in het Kadaster staat. Ook heeft hij aangegeven dat [verweerster01] nog niet over een klasse certificaat van Lloyd’s beschikt, omdat dat pas wordt afgegeven zodra [verweerster01] de linkspan in Duinkerke oplevert. [naam04] heeft laten weten dat hij evenwel bereid is om een kopie van het contract met Lloyd’s aan de deskundige te verstrekken. Ook heeft hij medegedeeld dat er geen bezwaar bestaat tegen de verstrekking van de
general arrangement drawings, de summary/table of contents of the available drawing seten de Engelse versie van de
paint specification, including paint types, layer thickness and drying times. Hetzelfde geldt voor de video en het rapport van de inspectie door een duiker, zodra die inspectie is gedaan (dat is nog niet het geval). Met inachtneming van het voorgaande wordt het verzoek toegewezen. Het verzoek wordt afgewezen voor wat betreft de
construction drawings of the items subject to the claim, omdat aannemelijk is dat het vertrouwelijke/bedrijfsgeheime informatie betreft.
4.6.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft Waterway toegelicht dat het verzoek onder 2d erop ziet dat [verweerster01] en [verweerster02] meewerken aan het onderzoek en dat de deskundige mondeling en schriftelijk vragen kan stellen. Het verzoek wordt toegewezen, in die zin dat de deskundige [verweerster01] en [verweerster02] vragen mag stellen over de schades aan de linkspan en het ponton van voor en na de aanvaring door de NAUTICA en de antwoorden in zijn rapport dient op te nemen, waarbij een weigering om te antwoorden of documenten te verschaffen dient te worden vastgelegd.
4.7.
Het verzoek om de in het beslagrekest genoemde schade te beoordelen (e) wordt afgewezen, omdat dit het bestek van het onderzoek te buiten gaat. Het verzoek om een schriftelijk verslag uit te brengen (f) wordt toegewezen, voor zover dit ziet op het onderzoek naar de schade aan de linkspan en het ponton als gevolg van de aanvaring door de NAUTICA en het geven van een geldelijke begroting van de hoogte van de schade.
4.8.
Het verzoek om te bepalen dat de deskundige Waterway, [verweerster01] en [verweerster02] per e-mail oproept om bij al zijn onderzoeken aanwezig te zijn (3), wordt toegewezen. Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat een e-mail dient te worden gezonden aan [naam02] (met een cc aan mr. Van ’t Zelfde), [naam04] en [naam03] . De e-mailadressen worden in de beslissing vermeld. Ook wordt bepaald dat de deskundige kopieën van de gegevens die hij verzamelt tijdig en gelijktijdig aan de hiervoor genoemde personen dient te verstrekken (4).
4.9.
Het verzoek om te bepalen dat de deskundige contact op kan nemen met de voorzieningenrechter als [verweerster01] en [verweerster02] geen medewerking verlenen (5), wordt toegewezen op de hierna in de beslissing te vermelden wijze. De verzochte dwangsom wordt afgewezen (6), aangezien [naam04] heeft aangegeven dat hij zijn medewerking verleent aan het onderzoek en het ook in het belang van [verweerster01] en [verweerster02] is dat onafhankelijk onderzoek wordt gedaan naar de schade.
4.10.
Het verzoek onder 7 wordt toegewezen, in die zin dat wordt bepaald dat Waterway een voorschot van € 7.500,00 dient te betalen. Daarbij wordt opgemerkt dat Waterway het bedrag dient te betalen overeenkomstig de betalingsinstructies van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak (hierna: het LDCR), maar dat de deskundige zijn onderzoek kan aanvangen zodra Waterway een bewijs van betaling toont.
4.11.
Aangezien het verzoek van Waterway gedeeltelijk wordt afgewezen, worden de proceskosten gecompenseerd, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
beveelt een voorlopig deskundigenbericht naar de door de aanvaring (zie onder 2.2.) aan de linkspan en het ponton veroorzaakte schade,
5.2.
benoemt [naam01] tot deskundige die het onderzoek zal verrichten,
5.3.
beveelt [verweerster01] en [verweerster02] volledige medewerking te verlenen aan de deskundige waaronder het geven van toegang tot het ponton en de linkspan,
5.4.
draagt [verweerster01] en/of [verweerster02] op om de volgende informatie aan de deskundige te verstrekken:
  • een kopie van het contract met Lloyd’s,
  • general arrangement drawings,
  • summary/table of contents of the available drawing set,
  • Engelse versie van paint specification, including paint types, layer thickness and drying times,
  • video from divers’ inspection(zodra beschikbaar),
  • report from divers’ inspection(zodra beschikbaar),
5.5.
bepaalt dat de deskundige [verweerster01] en [verweerster02] vragen mag stellen over de schades aan de linkspan en het ponton van voor en na de aanvaring door de NAUTICA en de antwoorden in zijn rapport dient op te nemen, waarbij een weigering om te antwoorden of documenten te verschaffen dient te worden vastgelegd,
5.6.
bepaalt dat de deskundige [naam02] (via [e_mail01] ), met een cc aan mr. Van ’t Zelfde (via [e_mail02] ), [naam04] (via [e_mail03] ) en [naam03] (via [e_mail04] ) oproept om desgewenst bij het onderzoek aanwezig te zijn voor zover de deskundige dat aanvaardbaar acht, met een oproepingstermijn van tenminste 24 uur,
5.7.
bepaalt dat de deskundige kopieën van de gegevens die hij verzamelt tijdig en gelijktijdig overhandigt aan de hiervoor in 5.6. genoemde personen,
5.8.
bepaalt dat de deskundige een schriftelijk verslag uitbrengt van zijn onderzoek naar de schade aan de linkspan en het ponton als gevolg van de aanvaring door de NAUTICA en daarin een geldelijke begroting geeft van de hoogte van de schade waarbij het rapport wordt opgemaakt in overeenstemming met de ‘Leidraad deskundigen in maritieme zaken’,
5.9.
bepaalt dat de deskundige telefonisch (via de pikettelefoon) contact op kan nemen met mr. C. Sikkel voor ruggenspraak en het nemen van een beslissing als tijdens het onderzoek geschillen rijzen tussen de deskundige en betrokken partijen,
5.10.
bepaalt dat Waterway aan de griffier van deze rechtbank het voorschot dient te voldoen op de kosten van de deskundige, dat wordt bepaald op € 7.500,00,
5.11.
bepaalt dat Waterway voornoemd bedrag dient te betalen overeenkomstig de betalingsinstructies van het LDCR,
5.12.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.13.
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad,
5.14.
wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. C. Sikkel en ondertekend door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 14 april 2023. [2971/1573]